Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 35, nummer 2 (september 2019), pag 28-34

De Vereniging ter bevordering van festiviteiten in Bussum

Nol Verhagen

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting 

In de collectie van de Historische Kring Bussum bevindt zich een plakboek met krantenknipsels uit de lokale pers van 1956 en 1957, dat is aangelegd door J.J. Mol, eigenaar van Mol SpeciaalOptiek aan Landstraat 5 in Bussum en lid van de Christelijke middenstandsvereniging. Hij voelde zich vanuit zijn christelijke levensovertuiging geroepen zijn steentje bij te dragen ‘op dat terrein van het leven waar hij door God is geplaatst’. Ik citeer hier dominee Van Zanten, predikant van de Nederlands Hervormde Kerk in Bussum, die in Mols knipselverzameling aan het woord komt.

Er valt in Bussum bijzonder weinig te beleven

Het eerste knipsel uit Mols verzameling uit mei 1956 begint zo: ‘Het is geen nieuws wanneer we vertellen dat er in Bussum bijzonder weinig te beleven valt.’ Maar daar zou nu iets aan gaan veranderen, want in die voorafgaande week was de Vereniging ter bevordering van festiviteiten in Bussum opgericht. Mol was secretaris-penningmeester van de vereniging, waarin de VVV, diverse middenstandersverenigingen en de federatie van muziek- en zangverenigingen vertegenwoordigd waren.

Al tijdens de eerste vergadering borrelden er heel wat ideeën op om wat leven in de Bussumse brouwerij te brengen. Zo wilde men een folkloristische optocht gaan organiseren. Maar dan moesten de muziekkorpsen van Crescendo en Sint Joseph wel nieuwe uniformen hebben, want het was toch geen gezicht dat die in hun dagelijkse plunje moesten marcheren. Ook moest de Loop door Bussum nieuw leven worden ingeblazen. Verder dacht men aan een concours hippique, aan het plaatsen van beelden in plantsoenen en het houden van tentoonstellingen.  

       
 
De Bussumse Winkeliers Tentoonstelling op een terrein aan de Ceintuurbaan

Bussumse Winkeliers Tentoonstelling (BUWITO)

Niet al deze plannen konden worden uitgevoerd. Voor de nieuwe uniformen wilde men een loterij organiseren in samenwerking met BUWITO, een beurs van middenstanders die tussen 1949 en 1961 zesmaal is gehouden, aanvankelijk in Concordia, maar vervolgens in grote tenten op verschillende locaties in Bussum. Helaas wilde de Haagse overheid maar geen vergunning voor de loterij afgeven, zodat de uniformen moesten worden ondergebracht bij een wel toegestane loterij voor het instrumentenfonds. De opbrengst viel tegen, zodat de muzikanten tot 1958 op hun uniformen moesten wachten. 

Geen concours hippique

Ook het concours hippique kwam niet uit de startblokken. Bussum had een zekere hippische reputatie. Voor en na 1900 waren er in Bussum nationaal befaamde renbanen gevestigd, eerst op de Bussumer heide en later op een terrein langs de Franse Kampweg. In 1928 was tijdens de Olympische Spelen het onderdeel Military afgewerkt op de Bussumse hei. In vervolg daarop werd er vanaf 1929 tot aan het begin van de oorlog jaarlijks een concours hippique georganiseerd op het terrein van Werk IV, met weinig respect voor de monumentale waarde van het complex. In 1939 kwamen prins Bernhard en prinses Juliana de verrichtingen in ogenschouw nemen. In de oorlogsjaren bloedde dit evenement echter dood. In 1950 werden er op de Vlietlaan nog kortebaandraverijen gehouden, die echter geen vervolg kregen. Ook van het plan van de Vereniging ter bevordering van festiviteiten werd niets meer vernomen. 

Folkloristische optocht

Wel een groot succes was de folkloristische optocht. Op zaterdagmiddag 29 september 1956 konden de Bussumers, de krant spreekt van een 7 km lange haag van belangstellenden, zich vergapen aan een stoet van maar liefst 1,5 km, gevormd door zo’n 50 min of meer versierde praalwagens met reclame van de plaatselijke middenstand. De brandweer droeg aan de feestvreugde bij door het publiek met bluswater te besproeien – het was gelukkig stralend weer.

Na afloop werden er in De Rozenboom prijzen uitgereikt in de categorieën reclamewaarde, originaliteit en versiering. Behalve medailles, bekers en lauwerkransen waren er 5 liter sherry, 5 pond boter, 1000 vel briefpapier met enveloppen, een overhemd, een strijkbout en een paar schoenen te winnen. Alles welwillend ter beschikking gesteld door de winkeliers. In hetzelfde jaar werd nog een Sint Nicolaas-optocht georganiseerd, met medewerking van de twee muziekkorpsen, de gymnastiekvereniging Vaardig en Sterk, de gidsengroep van pensionaat Mariënburg en het jeugdorkest van Crescendo.

In 1958 werd opnieuw een optocht georganiseerd, nu in het kader van de Italiaanse Weken, waarover verderop meer.

          
Praalwagens uit de folkloristische optocht van 1956 
  

Van Loop door Bussum tot Bussumse Sportweek

       
 
Programma van de Bussumse Sportweek van 1957

Ook de Loop door Bussum werd in ere hersteld. Op 16 oktober 1956 liepen 20 junioren en 40 volwassenen een parcours van ruim 2 km – de senioren legden het parcours twee keer af. 

 
Medailles van de Bussumse Sportweek 
       

Het jaar daarop organiseerde de vereniging zelfs een Sportweek. De week begon op 1 juli met een defilé van de deelnemende groepen, onder begeleiding van het Bussumse Tamboer- en Pijpercorps Prins Maurits, dat in 1948 was opgericht uit de Christelijke Jonge Mannen Vereniging (CJMV). Verder liepen onder anderen mee: de voetballers van BFC, SDO en Allen Weerbaar, de hockeyers van de Gooische Hockeyclub, de gymnasten van Vaardig en Sterk en D.O.S., de atleten van Tempo, de zwemmers van Het Gooi en de volleyballers van De Antilopen.

De hele week waren er wedstrijden en demonstraties en op zaterdag werd de week afgesloten met een voetbalwedstrijd van een Bussums team tegen de profvoetballers van Volendam. De Sportweek werd een begrip in Bussum en is zeker tot 1965 ieder jaar georganiseerd. 

Taptoe

Nog een ander initiatief van de vereniging werd een doorslaand succes: de taptoe. Het oorspronkelijke 17de eeuwse tap toe, betekende dat de tap dicht ging, dat wil zeggen dat er niet meer geschonken mocht worden. Dat moment werd aangegeven door een trompetsignaal. Uit dat eenvoudige signaal ontstond in de 20ste eeuw de parade van militaire orkesten die wij taptoe zijn gaan noemen. Begin jaren vijftig waaide het uit Groot-Brittannië over naar Nederland. In 1955 werd in Delft de eerste Nationale Taptoe gehouden.

      
Programmaboekjes van de taptoes
van 1959 en 1961
 

Door toedoen van de Vereniging ter bevordering van festiviteiten was de taptoe al in 1957 in Bussum aanbeland. Op 17 augustus 1957 vond de première plaats. In de weken daarvoor waren er op Sportpark Zuid, tegen de achtergrond van Werk IV, tribunes opgetrokken voor 4000 zit- en 3000 staanplaatsen. Ook was er een omvangrijke lichtinstallatie aangebracht, want de taptoe was niet in de laatste plaats ook een lichtshow. Vandaar dat de taptoe pas om 9 uur ’s avonds kon beginnen (gelukkig hadden we toen in Nederland nog geen zomertijd!). De gemeentelijke feestverlichting werd ingezet om de toegangswegen te markeren.

De regie van de lichtshow was in handen van Cees Barneveld, die de beschikking had over 41 lichtmasten, 60 schijnwerpers van elk 1000 watt en 3 km lichtkabels (Barneveld Zaken was aanvankelijk vooral een technisch bedrijf ). De jeugd mocht voor 50 cent de generale repetitie bijwonen. Daarna konden de kleintjes op tijd in bed worden gestopt om hun ouders in de gelegenheid te stellen het grote spektakel bij te wonen. Kaartjes kostten tussen  ƒ 1,- en  ƒ 4,50 – verhoudingsgewijs goedkoop, meldde de pers, want in Delft betaalde je wel  ƒ 2,25 tot  ƒ 7,50.

       
 
De taptoe van 1960 op Sportpark Zuid

 De muziek werd verzorgd door de diverse militaire muziekkorpsen, zoals de Johan Willem Friso Kapel, het Tamboerkorps der Koninklijke Marechaussee, het Trompetterkorps der Cavalerie en het Jachthoornkorps van het Garde Regiment Jagers. De Bussumse korpsen van Crescendo, Sint Joseph en Prins Maurits kwamen er niet aan te pas. Die mochten de rijwielstalling beheren, om geld in te zamelen voor, jawel, nieuwe uniformen.

Een spectaculair onderdeel was in 1959 het optreden van het motordemonstratieteam van de Koninklijke Marechaussee. De Bussumsche Courant schrijft erover: ‘Af en toe leek het bijna onmogelijk wat deze mannen uithaalden. Drie, vier, vijf man op één motor en als climax het nummer dertien man op één motor. Een aantal motorrijders reed via een springplank door een brandende hoepel.’

De Bussumse Taptoe is vijf keer georganiseerd: van 1957 tot 1961.  

Italiaanse Weken: 17 tot 28 mei 1958

HKB heeft nog een ander plakboek, waarschijnlijk aangelegd door de heer of mevrouw Kort van de schoenenwinkel aan de Nassaulaan. Het bevat een groot aantal knipsels over de Italiaanse Weken die in mei 1958 door de Bussumse winkeliers werden georganiseerd. De Bussumse Courant wijdde er een bijzondere aflevering aan: Il Corriere di Bussum.

 
Programma van de Italiaanse
Weken in 1958
       

Het programma opende op 17 mei met een bloemencorso. Bijzondere noot: de muziekkorpsen van Sint Joseph en Crescendo konden eindelijk in hun nieuwe uniformen aantreden. Er was een grote expositietent op het gedempte haventerrein (nu het Wilhelminaplantsoen), een tentoonstelling van inmiddels totaal onbekende Italiaanse schilders in Eltheto (Eltheto was oorspronkelijk een bijgebouw van de Vredekerk aan de Huizerweg, dat een groot aantal zeer uiteenlopende functies heeft gehad; inmiddels gesloopt). Verder was er een zegeltjesactie waarmee reizen naar Italië konden worden gewonnen, er kon op ezeltjes worden gereden, er was een expositie van Italiaanse literatuur in de Openbare Bibliotheek, en de toen alom bekende reisexpert dr. L. van Egeraat hield in Concordia een (overigens matig bezochte) voordracht over Italië als vakantieland. Heel eigentijds werd er bovendien een behendigheidswedstrijd voor brommer- en scooterrijders georganiseerd. En dat is nog maar een greep uit het overvolle programma. De opening werd bijgewoond door hoge Italiaanse gasten: ambassaderaad dr. Smoquino (de ambassadeur zelf was op het laatste moment verhinderd), handelsattaché dr. Bruniera en Mw. Cerlini van het Italiaanse Verkeersbureau.

Hoogtepunt van de officiële opening was niet de rede van burgemeester Haspels (in het Frans!), maar het optreden van 66 leerlingen van de Prinses Marijkeschool, die het Italiaanse volkslied feilloos ten gehore brachten. ‘De Italiaanse gasten waren diep geroerd’, schreef de Bussumsche Courant. Het dorpscentrum had een ware metamorfose ondergaan: ‘De flessen chianti hangen aan de gevels, leeg. Groen, wit, rood gebaande vlaggen geven een feestelijk cachet aan de straten. De étalages prijzen hun fijne Italiaanse waren aan.’ In de Nassaustraat was zelfs een namaak Trevi-fontein opgericht. Bussum was even Bussumo geworden: ‘De nu eenmaal bij feestelijkheden behorende officiële openingswoorden zullen weerklinken en als de muziek het gesproken woord overneemt in uitbundige klanken is Bussum veertien dagen een stad van charme, plezier en zon.’ In de jaren vijftig was geluk nog heel gewoon.

Bronnen