Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum 13/3 (december 1997) pag. 91-93


De eerste school in Bussum, deel 1

 G.M. Langemeijer

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustratie is aanklikbaar voor een vergroting.

Het vervolgartikel is gepubliceerd in Contactblad 14/3 (januari 1999) pag. 67-72
Het 3de en slotartikel in Contactblad 15/1 (mei 1999), pag. 9

Wanneer kreeg de buurtschap Bussum haar eerste school?

Voor alle duidelijkheid: in 1817 werd de buurtschap Bussum afgesplitst van Naarden en werd Bussum een zelfstandig dorp. Met de eerste school in Bussum wordt dus echt bedoeld de school tijdens de periode dat Bussum onder Naarden ressorteerde.

Er is vrij veel geschreven over de oude scholen van Bussum. Bijvoorbeeld ter gelegenheid van het 100-, het 150- en het 175-jarig bestaan van de gemeente Bussum. Daarnaast schreven Enklaar en dr. A.C.J. de Vrankrijker in hun boek 'De geschiedenis van Gooiland' er over en ook J.V.M. Out in zijn boek 'Die van Lage Bussum'.
Ook mogen we niet over het hoofd zien het in 1795 geschreven boekje 'De Nederlandse stad- en dorpbeschrijver' door L. van Ollefèn en R. Bakker alsmede zeer zeker niet de zogenaamde buurmeesterboeken. Die boeken zijn door L.J. de Beer en zijn vrouw, leden van onze Historische Kring Bussum, 'vertaald'. Een kleine toelichting op het woord 'vertaald' is hier wel op zijn plaats:
Buurmeesterboeken ontstonden in de periode toen Bussum nog onder Naarden ressorteerde. Enige mannen uit de buurtschap Bussum werden namelijk aangesteld door de stad Naarden als buurmeester. Zij ontvingen van de stad regelmatig. een som geld ten behoeve van de buurtschap. De buurmeesters noteerden de inkomsten en uitgaven in het buurmeesterboek. Men schreef niet alleen onduidelijk, maar omdat men weinig onderricht gehad had schreef men min of meer op het gehoor. Het woord schoolmeester zult u in die boeken niet vinden, maar wel woorden zoals bijvoorbeeld schoolmiester of schoolmeister. Het handschrift was uiteraard ook niet geschoold en vereiste bij het ontcijferen wel een vergrootglas. Het 'vertaalwerk' moet een enorme klus geweest zijn. Met veel genoegen heb ik dat getypte werk over de periode 1753-1817 gelezen en ik heb veel nieuws vernomen over die periode van Bussum en beslist niet alleen over de school. Na 1817, toen Bussum onafhankelijk van Naarden was, waren uiteraard buurneesterboeken overbodig.

 
Niet de eerste school in Bussum, maar het meest recente schoolgebouw:
de op 15 juli 1994 geopende Sint Vitusschool aan de Sint Vitusstraat.
Op het schoolplein slaat het op 12 april 1996 geplaatste kunstwerk van
Mìrjam Bolder. (Foto genomen half april 1996).
     

Bij het honderdjarige bestaan van Bussum schreef Fabius het boek 'Geschiedenis van een honderdjarige'. Op bladzijde 67 schrijft hij: "Reeds in de eerste helft der zeventiende eeuw (dus circa 1640) was er te Bussum een school." Helaas geeft hij niet aan uit welke bron dat gegeven stamt. Bij het 150-jarige bestaan bewerken W.J. Rust en Simon G. Zwart het boek van Fabius en herhalen Fabius bewering dat de eerste school in Bussum in de eerste helft van de zeventiende eeuw werd opgericht.

In het boek 'Geschiedenis van Gooiland' deel 2, bladzijde 90, geschreven door Enklaar en De Vrankrijker staat echter: 'Te Bussum werd aldus in 1660 bij buur-spraak een schoolmeester uit een nominatie van twee benoemd." Een wat vaag bericht, dat overigens niet uitsluit dat al eerder eens een schoolmeester werd benoemd. Waar de schrijvers dit gegeven vandaan hebben, vertellen zij niet, maar zij geven wel enige algemene informatie onder hoofdstuk 4. Buur-spraken namelijk:  "Tot het voortbestaan van de buur-spraak gaf aanleiding het feit dat het Gooi geen heerlijkheid was, doch een marke, waarbij gebruiksrechten aan de oerbewoners toekwamen." Zo hadden bijvoorbeeld de erfgooiers rechten op het gebruik van de grond. Enklaar en De Vranknjker schrijven in hun boek bovendien: 'We lezen dat in 1603 jaarlijks op 8 februari met klokkengelui de hele gemeente bij het stadhuis bijeengeroepen wordt voor de verkiezing der 12 Naardense notabelen. Er wordt dan een toespraak gehouden en de schepenen trekken zich terug om de twaalf notabelen te kiezen." Zo te zien heeft de toegestroomde menigte geen stemrecht, maar men mocht aanwezig zijn bij de verkiezing. Mooi toch! Enklaar en De Vrankrijker schrijven dus 'wij lezen', maar zij vertellen niet in welk document; doch we kunnen er wel op vertrouwen dat zij betrouwbare bronnen gebruikten. 

Op zoek naar een datum

Het zal de lezer duidelijk zijn dat het vinden van een datum niet zo eenvoudig is. Men kan zich zelfs de vraag stellen: "Is een datum wel zo belangrijk?" Soms wel, soms niet, maar een datum plaatst ons wel echt in de historie. In 1660 zou een schoolmeester in de buurtschap Bussum zijn benoemd; dat wil zeggen 12 jaar na de 80-jarige Oorlog! (De Vrede van Munster 1648.) In 1572 - midden in de 80-jarige Oorlog - moorden de Spanjaarden Naarden uit. Dat drama moet zeker ontzettende gevolgen hebben gehad. De schoolvraag plaatsen we dan in die tijd. Via de datum 1475 (De Vrankrijker 'De historie van Naarden', bladzijde 33) hebben we enig idee over het aantal woningen. Rond die datum telde Naarden 500 haardsteden en Bussum 22. De overige 4 dorpen telden 365 haardsteden. Na de Stichtse Oorlog, 19 jaar later, had Naarden nog slechts 300 haardsteden en de rest van het Gooi 243.

Het zoeken naar een datum kan tot gevolg hebben dat reeds eerder beschreven kwesties weer eens vermeld worden, zoals bijvoorbeeld de hierboven aangehaalde teksten van De Vrankrijker. Zo biedt ook het boekje van L. van Ollefen en R. Bakker (1795) heel nuttige informatie. Zo schrijven zij: "Om evenwel onzen Leezer ietvan de gezegde grootte (van Bussum) te kunnen opgeeven, hebben wij op de plaats zelve, desaangaande onderzoek gedaan." "Het dorp Bussum blijkt uit 47 huizen te bestaan, die men kan zeggen bewoond worden door 73 huishoudens, zamen, de kinderen meegerekend; geen 200 menschen uitbrengende. Het dorp heeft een schoolhuis waar gemeenlijk niet meer dan dagelijks 20 kinderen verschijnen. Een kind is Gereformeerd en dit neemt met de Roomsche kinderen, zonder eenige stoornis, het dorpschool bovengemeld waar."

Tot zover Van Ollefen.

Dat brave schoolhuis laat mij niet los en daarom hoop ik aan de hand van de buurmeester-boeken, 'vertaald' door de familie De Beer, nog het een en ander te kunnen vertellen over de jaren 1753-1800.