Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift 25/1 (april 2009) pag. 14-21


De Rozenboom, deel 3

Nel Krijnen-Van Gog

Andere delen over de Rozenboom heeft de auteur gepubliceerd in:
- deel 1: Herbergier in Bussum, Bussums Historisch Tijdschrift 22/3 (2006) 21-23
- deel 2: Van herberg tot hotel-café-restaurant, Bussums Historisch Tijdschrift 24/1 (2008) 16-21
- deel 4: In en om de herberg Orangeboom anno 1783, Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 26, nummer 2 (mei 2010), pag. 34-35.
- deel 5: Herbestemming De Rozenboom, Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 27, nummer 2 (augustus 2011), pag. 31-35

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting. 

De Rozenboom 125 jaar

De Rozenboom van nu is een gebouw op leeftijd, 125 jaar welgeteld. Als ik er langsloop, kijk ik nog steeds met genoegen naar het markante gebouw. Het is een van de weinige overgebleven hotels in Bussum, ook al is het als zodanig niet meer in gebruik. Aan de kant van de Herenstraat ligt nog de tuin met twee grote bomen. De tuin waar in het verleden op mooie zomeravonden een strijkje speelde en waarin nu de vogels als orkest fungeren. Waar eens de lounge en een van de eetzalen van het hotel was, is nu een restaurant met de toepasselijke naam ‘De Rozenboom’ gevestigd, uitkijkend op de tuin. Als je in de eetzaal langs de zijkant van het verlaagde plafond kijkt, zie je nog een stukje van het oude plafond. Aan de kant van de Brinklaan was de ingang van het hotel. De deur stond uitnodigend open, tegengehouden door een leren zak. Nu is in dit deel een bureau voor administratie en belastingzaken gevestigd. De deur staat met mooi weer nog steeds uitnodigend open, nu tegengehouden door een brandblusapparaat. Met veel plezier en met een oude plattegrond in de hand, ben ik met de heer J. Overman van dit bureau door een deel van het gebouw gegaan. Het was opvallend dat er op de bovenverdieping aan de indeling weinig was veranderd sinds de 19e eeuw. 

      
 
Familie Majoor, ca 1901 (coll. Mw. de Moel-Majoor, Eelden),
v.l.n.r.: Johanna G.M. (1890-1936),
Geertruida (1894-),
Hendrikus J.G. (1887-),
Stephanus J.C. (1892-1958),
Margaretha M.S. (1885-1909) aandeelhoudster 1907,
Maria G.A. (1889-1973),
Cornelis (1897-),
kinderen uit het tweede en derde huwelijk van Cornelis Majoor

De nieuwe eigenaar

Het hotel dat als herberg in 1833 was aangekocht door Jacob Majoor, bleef drie generaties in deze familie, tot 1919. Cornelis Majoor, van de tweede generatie, liet de oude herberg afbreken en in 1883 vervangen door een nieuw hotel. Jacobus G.J. Majoor (derde generatie) verkocht het hotel in 1919 aan Johannes Th.M. Zweesaardt. De nieuwe eigenaar kwam uit Amsterdam, waar hij de leiding had over het Café-restaurant De Beurs.

Op 1 oktober 1919 opende hij de deuren van zijn eigen Hotel ‘De Rozenboom’. De kok kwam ook uit Amsterdam, het was de 19-jarige Paulus Cornelis Zweesaardt, neef van de eigenaar. In december 1921 ging Paulus alweer terug naar Amsterdam, naar Hotel Polen in de Kalverstraat. In april 1920 beval Johannes Zweesaardt per advertentie zijn geheel nieuw gerestaureerde hotel aan. Met zalen ‘geschikt voor Diners en Soupers’, maar ook voor vergaderingen en danscursussen. In 1925 kostte een overnachting met uitstekend ontbijt in de Rozenboom ƒ 3.50. Er was toen al centrale verwarming en de badkamer was elektrisch verlicht. In 1933 had je al een diner voor ƒ 1.75, in 1938 een kamer met uitstekend ontbijt vanaf ƒ 3.-.

 
Bouwaanvraag serre, 1928
(coll. Stad- en Steekarchief Naarden)
 

Begin 1928 liet Zweesaardt een nieuwe serre aanbouwen. De architect was J.P. Vos uit Huizen en de aannemer L. Jacobs. In 45 dagen moest de bouw klaar zijn. Al na 39 dagen vond de oplevering plaats, alles tot in de puntjes afgewerkt. In de Bussumsche Courant werd het als volgt omschreven: “Bij het binnentreden de intieme gedempte verlichting van drie prachtige lampen van gebrand glas, geleverd door de firma Heystee te Amsterdam. Het schilderwerk is zacht grijs met fris schablonenwerk van de heer C.C. Spruyt. Meubilair van donker eiken met stoelbedekking in frisse kleuren van de heer Steenhouwer. De bovenzijde van de muur wordt gevormd door glas in lood, de rubber vloer met frissche bloemenrand.”

In 1946 werd het hotel nog een keer uitgebreid, met het deel waar nu Christelijke boekhandel De Bron zit. Johannes Zweesaardt zorgde er weer voor, dat er als vanouds regelmatig op zaterdag en zondag een concert in de tuin van het hotel werd gegeven. De jeugd van toen liet net als de jeugd van nu, van zich horen. Zo ook in augustus 1929, toen er in de verlichte tuin van De Rozenboom een jazzband speelde. Zoals gewoonlijk hadden zich veel jongelui op straat verzameld om mee te genieten van de muziek. Een van hen, een zekere M., wilde er wat meer kleur aan geven en stak vuurwerk af. Er werd hem verzocht zich kalm te houden, doch dit werkte averechts en er ontstond een gevecht tussen hem en een agent. Het gevolg was een toeloop van nieuwsgierigen. M. werd meegenomen en opgeborgen op het hoofdbureau. De politie hoefde niet van wapens gebruik te maken.

Op 22 mei 1940 overleed Johannes Zweesaardt in het Majella ziekenhuis op 64-jarige leeftijd. Net als zijn voorgangers wist hij in al die jaren de dorpssfeer en de traditie in zijn hotel te behouden, op de achtergrond bijgestaan door zijn vrouw. Als de tijd het even toeliet, kon men hem vinden aan zijn stamtafel, waar hij graag een dominootje legde. 

 
 
De Rozenboom, ca. 1945 (coll. HKB)

1940-1945

Na het overlijden van Johannes zette de weduwe Maria Zweesaardt-van Doorneveld het hotel voort. Zij ging een moeilijke tijd tegemoet, de periode 1940-1945. Tot begin 1943 was De Rozenboom als hotel in bedrijf. Maar op 10 maart 1943 werd het hotel gevorderd door de Duitse weermacht, die haar hiervoor ƒ 563,20 aan huur per maand betaalde, terwijl ze van de schadecommissie ongeveer ƒ 180,-per maand kreeg overgemaakt. Zelf woonde ze aan de Juliana van Stolberglaan 58.

      
De Rozenboom als doorgangsziekenhuis,
1944 (coll. HKB)
 

Nadat de Duitse Weermacht De Rozenboom op 20 september 1944 had verlaten, wilde de gemeente het voor korte tijd gebruiken. Mevrouw Zweesaardt-van Doorneveld kwam met de gemeente Bussum overeen dat het pand niet zou worden gevorderd. Wel was ze bereid het perceel met gedeeltelijke inventaris te verhuren. “Met het oog op de heerschende toestand en het goede doel waarvoor de gemeente het wilde gebruiken” werd de prijs vastgesteld op ƒ 450,-per maand. Toen het huis van mevrouw Zweesaardt aan de Juliana van Stolberglaan onbewoonbaar werd, vroeg ze toestemming aan de gemeente om enige kamers in haar eigen hotel te mogen bewonen. Van de ruimte die verhuurd werd, is op 12 oktober een inventaris opgemaakt van de daarin aanwezige boedel. Van de 130 leren caféstoelen, de westminsterklok, de potten en pannen, tot de sodabakjes en de vatenkwast aan toe. In de slaapkamers van lits-jumeaux tot nachtspiegel en de gordijnen. Het deel dat de gemeente huurde, was het café, de dienkamer, keuken, kleine zaal, danszaal, middenzaal, eetzaal, de garderobe en de schuur, evenals kamer 5 t/m kamer 12.

Hierna werd het in gebruik genomen door de gemeentelijke Evacuatie Commissie en bestemd voor het Rode Kruis afdeling Bussum. Die wilden het vanaf 9 oktober 1944 gebruiken om eventuele vluchtelingen op doorreis onder te brengen. Er werd van deze mogelijkheid maar weinig gebruik gemaakt. Op 22 december 1944 ontruimde het Rode Kruis het hotel.

      
 
De Rozenboom als noodziekenhuis,
1945 (coll. HKB)

De volgende bestemming van De Rozenboom was als noodziekenhuis voor evacués. In plaats van spaarzaam gebruik, werd nu het gehele gebouw gebruikt. De bestuurder van het noodziekenhuis was J.J. Boddé. Klinisch en poliklinisch verantwoordelijke arts, tevens plaatsvervangend bestuurder, was dokter C.J. Kruimel. Er werd een ziekenhuisregister bijgehouden, dat begon met de spreuk “Wie zijn plicht met blij gezicht en lust verricht, valt alles licht“. De eerst ingeschrevene, op 23-121944, was een kraamvrouw. Tot 28 juni 1945 zijn er 105 patiënten in het ziekenhuis verzorgd.

Vanaf 15 juli 1945 werd het hotel met inventaris gevorderd door het Militair Gezag ten behoeve van het Nederlandsche Volksherstel. Als laatste gebruikten de Canadese troepen het als officiersmess. De schade aan het gebouw, inventaris en verlies van inventarisonderdelen, viel onder schadegroep I I. Mevrouw Zweesaardt heeft na de ontruiming van het hotel aan verschillende instanties een flink bedrag aan schade gedeclareerd. De heer Van Wichen (Militaire Zaken) maakte bezwaar. Zou hieraan worden voldaan, dan zou ze dezelfde schade namelijk driemaal vergoed hebben gekregen. Na overleg tussen de heren Van Wichen (Militaire Zaken), Douqué (Schade-enquêtecommissie), De Jonge (Sociale Zaken) en de heer Roest namens de eigenaresse werd overeengekomen dat 2/3 van de schade ten koste kwam van de exploitatie van het noodziekenhuis en 1/3 ten laste van de Commissie voor Oorlogsschade.

      
Rekening J.A. des Bouvrie Jr., 1945 (coll.
Stad en Streekarchief Naarden)
 

Eind 1945 nam mevrouw Zweesaardt Hendrik Arkenbout aan als exploitant van De Rozenboom. Deze was in 1939 van Amsterdam naar Bussum gekomen, waar hij eigenaar was geworden van het café De Harmonie – met kegelbaan aan de Brinklaan. De Rozenboom bleek echter na het vertrek van de Canadese troepen niet direct weer te openen. Hendrik Arkenbout stuurde een brief naar Burgemeester en Wethouders met een verzoek om medewerking, om de benodigde materialen voor de restauratie van het hotel zo spoedig mogelijk geleverd te krijgen. Meegestuurd was een gespecificeerde opgave van architect G. Dusschoten. De heer J.A. des Bouvrie Jr. had opdracht gekregen het meubilair te restaureren voor een bedrag van ƒ 2.549,40 (zie rekening).

In 1946 onderging De Rozenboom enkele verbouwingen, eerst werd de toiletruimte opgeknapt en daarna de zalen. De kegelbaan werd in 1946 afgebroken. 

De Rozenboom en het verenigingsleven

Nadat Johannes Zweesaardt De Rozenboom had overgenomen en gemoderniseerd, werd begin 1920 de kegelclub in De Rozenboom opgeheven. De club ging naar Concordia waar drie nieuwe kegelbanen waren geopend. Ook de Sociëteit ‘Onder Ons’ verliet De Rozenboom op 1 maart 1920, om ook naar Concordia te gaan, waar een nieuw ‘lokaal’ voor hen was ingericht.

      
 
Menu De Rozenboom, 1947 (coll. HKB)

Al was er concurrentie van Concordia en de grote hotels als hotel ‘Nieuw Bussum’ en Hotel ‘Vlietlaan’, toch wist De Rozenboom onder Zweesaardt zijn stempel op het leven in Bussum te drukken. De meeste veilingen en openbare verkopingen werden als vanouds in het hotel gehouden. Evenals recepties, vergaderingen en bijeenkomsten van verenigingen. En daar waren er veel van. Zo gebruikte het Bussumsche Schaakgenootschap een zaal als clublokaal. Toen C.L.C. Dekker kampioen van het Gooi was geworden, werd er in februari 1920 een simultaanseance gehouden. Op uitnodiging deed daar zelfs de wereldkampioen schaken, Dr. E. Lasker, aan mee.

Ook de politiek maakte gebruik van De Rozenboom. Toen men in Bussum een afdeling voor jonge liberalen wilde oprichten, werd er in De Rozenboom een vergadering belegd. De belangstelling was niet groot. Volgens de krant kwam dat doordat de Liberalen vaak werden uitgemaakt voor Paganisten, Godloochenaars en brandkastbeschermers. In 1920 kwam in De Rozenboom ook de vereniging Bussum’s Gemeentebelangen in actie, vanwege een wetswijziging die de toenmalige minister De Vries wilde doorvoeren. Deze wilde namelijk de forensenbelasting verhogen, en dat konden ze in Den Haag toch niet maken. Voor Bussum met zijn vele forensen, zou dat een ramp geweest zijn.

Zo waren er meer verenigingen die De Rozenboom kozen om er te vergaderen. Enkele zullen ons vreemd in de oren klinken, zoals de Bussumsche Reddings Brigade. De Volksbond tegen Drankmisbruik afdeling Bussum vierde in 1933 in De Rozenboom zelfs zijn 30-jarige bestaan. Het Nederlandsche Genootschap tot Verbetering der Gevangenen hield hier hun jaarvergadering. Net als de Harmonie Crecendo, die hier bij elkaar kwam om harde noten te kraken. Zo werd er in 1920 besloten om de contributie voor werkende leden van 7,50 gulden te verhogen tot 12,50 gulden per jaar.

Andere verenigingen waren: de Vereniging voor Aanleg en Onderhoud van Rijwielpaden, de Bussumsche Algemene Middenstandsvereniging, de Nederlandsche Montessori Vereniging en de Nederlandsche Reisvereniging afdeling Bussum. In 1928 kon men zich al in De Rozenboom inschrijven voor dansles bij Dans Instituut Sans-Sourci: 10 lessen à 10 gulden, dansles in een balzaal. De Frysk Selskip ‘It Pompeblet’ hielden hun gezellige bijeenkomsten ook in de balzaal. In 1934 was er zelfs een luchtvaarttentoonstelling in De Rozenboom met als attractie een abonnement op het vliegveld voor elke 50ste bezoeker en een gratis vliegles voor elke 150ste bezoeker. Niet te vergeten was er de in 1912 in Bussum opgerichte afdeling Gooi van de Nederlandsche Vereniging ‘Onze Vloot’, die eerst in Hotel Nieuw Bussum bij elkaar kwam maar later in De Rozenboom, waar ze in 1962 onder landelijke belangstelling hun gouden jubileum vierden.

      
 
Folder de Roozenboom, jaren '50
(coll. Mw. de Moel-Majoor, Eelden)
 

Na circa 6 jaar exploitant te zijn geweest van De Rozenboom, overleed Hendrik Arkenbout op 16 januari 1952 in het Majella-Ziekenhuis op 53-jarige leeftijd. Zijn weduwe Guurtje Arkenbout-Koopmans bleef in De Rozenboom, totdat Marten Castelein in 1953 met zijn vrouw de leiding overnam. De uit Leeuwarden afkomstige familie Castelein ging gelijk aan de slag en op 23 mei 1953 werd de geheel gerestaureerde Rozenboom heropend. De eigenaar was nog steeds de weduwe Maria Zweesaardt-van Doorneveld. Enkele maanden later, op 25 september 1953, overleed zij op 70-jarige leeftijd. De kinderen Johannes en Janna Zweesaardt werden nu eigenaar. De tijden waren veranderd, de economie was uit een diep dal geklommen.

Als vanouds werden er in de grote zalen door notarissen veilingen en openbare verkopingen gehouden. In 1958 werd onder grote belangstelling van onder andere radio en televisie, het Huizer zendercomplex geveild. De NTS, die zich in Bussum had gevestigd, liet haar gasten in De Rozenboom overnachten. Een van die gasten was Reinier Paping. Op vrijdag 18 januari 1963 won hij de elfstedentocht. En op zaterdag was hij in Bussum voor een interview op TV. Er was die dag zoveel sneeuw gevallen dat hij niet meer naar huis kon komen en hij overnachtte in De Rozenboom. Op zondagochtend woonde hij de H. Mis bij in de St.Vituskerk.

Een van de belangrijkste gasten (eind jaren ´50, begin jaren ´60) mogen we niet vergeten te vermelden: van eind november tot 6 december had Sint-Nicolaas zijn appartementen in De Rozenboom. Na zijn intocht en ontvangst door de Burgemeester op het raadhuis, ging de stoet naar De Rozenboom. Daar verscheen de Sint op het balkon om door vele honderden kinderen luid te worden toegejuicht, om zich daarna in zijn appartement terug te trekken.

Ook de Bussumse middenstand maakte steeds meer gebruik van de grote zalen, door er hun voorjaars-of najaarsexpositie te houden. Zo hield stoffenhuis Favori uit de Nassaulaan er in maart 1962 drie dagen lang een stoffenshow, die uniek was voor het noordelijk deel van het Gooi. Men vond er stoffen van Boussac, Del Mona, Milou, Avondale en Menko. Er was zelfs een Amerikaanse afdeling en in een andere zaal was de bruidsafdeling. Na het afschaffen van de weeldebelasting op koelkasten, was het hebben ervan geen luxe meer. De firma Klück speelde hier handig op in en presenteerde in april 1962 een voorjaarsshow. Hier werd vooral aandacht gevestigd op een koelkast van het Italiaanse merk Zoppas. Het wereldbekende ‘Camping Gaz’ ontbrak niet, net zomin als tuinstoelen en andere tuinartikelen.

Vier Bussumse firma’s hielden gezamenlijk een expositie: de firma Kort met de nieuwste mode op schoenengebied, met daarbij chique lederen handtassen; de firma Kleisen met mantelpakken, jassen van camel en tweed tot wollen mohair mantels en peau de suède jassen; de firma Buys met zijn bontjassen van persianer pâttes, nertz, ocelot, zeehond en nog veel meer wat nu niet meer denkbaar is; en om alles te vervolmaken, de firma Augras met hoeden met bijpassende sjaal en handschoenen, dameshoedjes onder andere handgemaakt met bont, fluweel of satijn en mutsjes voor de jonge meisjes.

De firma Croes & Co van de Landstraat hield in 1962 een voorjaarsexpositie, niet met auto’s maar met motorrijwielen, scooters, bromfietsen en fietsen. Voordat de huisvrouwen met de grote schoonmaak begonnen, kon men in De Rozenboom de firma Heeman met behang en gordijnstoffen vinden. 

Einde van Hotel Café Restaurant De Rozenboom

Nadat in de loop der jaren verschillende hotels in Bussum hun deuren moesten sluiten, zoals: hotel Nieuw Bussum, hotel Vlietlaan, Tanah Abang en Berenstein, gingen op 1 november 1971 ook de deuren van Hotel Café-Restaurant De Rozenboom dicht. Bussum verloor hiermee zijn oudste hotel en een stukje geschiedenis. Enige weken voor de sluiting hadden de erven-Zweesaardt het hotel te koop aangeboden. Dit alles moet vrij onverwachts zijn gebeurd, ook voor de familie Castelein, die het hotel gepacht had. Met een open brief met als kop EERE-SALUUT AAN MARTEN EN ANNIE CASTELEIN, reageerde hun collega Henk Voorman van hotel ‘De Gooische Boer’ op dit onverwachte sluiten. Een stuk hieruit:
“Volhardende collega’s, toen ik maandagmiddag 25 oktober j.l. weer ‘ns binnenstapte, was de directe aanleiding daartoe zo iets onnozels als verrekening van theeballen (voor de argeloze lezer: We lenen elkaar wel ‘ns wat). Op de tussen ons al zo lang bestaande collegiaal-vriendschappelijke wijze informeerde ik naar welstand, waarop ik op zowel hartgrondige als overtuigende wijze kreeg te horen ‘belazerd’. Toen ik je alvorens bij me te gaan zitten, op de leestafel naar een krant zag zoeken, werd mij de samenhang tussen ‘belazerd’ en het mij kort daarna voorgelegde bericht uit het ‘Goois Nieuwsblad’ al duidelijk, nog voor ik het onder ogen had gekregen, desondanks maakte dat voorpagina bericht op mij een diepe indruk. Want een zo radicaal en vooral abrupt einde had ik niet verwacht. Want wat hebben jullie gebuffeld. Dat het ten slotte niet meer lukte, niet meer kon: waarachtig aan jullie beide heeft het niet gelegen: parkeerruimte, personeelsproblemen, stijging van kosten en daling van omzet. Tot de moeilijkheden te groot werden, tot jullie er geen gat meer in zagen. Hard dan om een zo radicaal besluit te moeten nemen. Maar roemloos? Nee, om de weerga niet, dat velen met mij een diep respect hebben voor alles, wat jullie beiden in bijna 20 jaar ‘Rozenboom’ exploitatie is opgebracht. Daarom een eresaluut aan zulke tot het bittere einde volhardende collega’s. In ongeveinsd meeleven, jullie collega Henk Voorman.”

Deze open brief aan de krant beschrijft in het kort de gevoelens en de problemen die het hotel had ondervonden, door de plotselinge sluiting, parkeerproblemen en personeelstekort. In plaats van 14 man personeel moest men volstaan met vijf personeelsleden. Maar met dit probleem kampten ook andere hotels in het Gooi, er was veel vraag naar horecapersoneel. Tot het einde toe hebben de verenigingen van de zalen gebruik gemaakt.

Na enkele weken kwam er een aspirant-koper: de heer H.C.I. Boelen, die wilde proberen De Rozenboom voor Bussum te behouden. Hij had grote plannen. Geen hotel-restaurant meer, maar een sociëteit De Rozenboom. Zo zou hij de grote serrezaal (meer dan honderd vierkante meter) willen gebruiken als verkoop- of showruimte, met een eigen ingang. Daarnaast zou de sociëteitsbar komen, gezellig ingericht met tafeltjes, gedekt met Brabants bont. Om te voorkomen dat hij iedere middag of avond het tafelgeld à zesennegentig cent, zonder verplichte consumptie, zou moeten ophalen, was er gekozen voor een sociëteitskaart à ƒ 50.-per jaar. Na veel telefoongesprekken, besprekingen en brieven naar verenigingen en organisaties, reageerden er 38. Hiervan waren er 5 positief, de andere wilde meer informatie, vonden het te duur of hadden al vervangende ruimte gevonden. Er kwam een mededeling van een bestuur binnen, dat men wel akkoord ging met het gevraagde tafelgeld, onder voorwaarde dat er bediend zouden worden door een ober in zwart kostuum.

Het was de heer Boelen duidelijk geworden dat een gemeenschapscentrum niet haalbaar was. Dus besloot hij het commerciëler aan te pakken, met een Rozenboom Promenade, met delicatessen, kaarsen, bloemen, antiek, heren-en damesmode, een reisbureau en horeca. Dit plan werd enthousiast ontvangen. In eerste instantie waren er acht gegadigden, maar toen het erop aan kwam, vielen er toch drie af. De overgebleven vijf waren met te weinig om de plannen financieel rond te krijgen. Na drie maanden van praten, bellen en schrijven, besloot de heer Boelen er een streep onder te zetten en hij trok zich terug.

Snel daarna verkocht de heer J.T.M. Zweesaardt (junior), nadat het ruim 50 jaar in bezit van de familie was geweest, De Rozenboom in maart 1972 voor ƒ450.000.- aan de heer H. Smits, directeur-eigenaar van aannemersbedrijf Productiestroom NV te Bussum. De heer Boelen werd gevraagd de exploitatie op zich te nemen. Zo kreeg hij toch de gelegenheid om zijn gemaakte plannen verder uit te werken. Met de architect J. Leicher uit Maarssen werd bekeken hoe het gehele project moest worden aangepakt.

Er is intern niet veel verbouwd. De eetzaal werd fondue-restaurant, wat het nu nog altijd is. De andere eetzaal werd een boetiek-met-opslag, nu kantoor Baar en waar nu een dart-en poolcentrum is, was eerst de dansschool van Van der Voort. In het vroegere café kwam Makelaar Blesing met zijn kantoor. Het kantoor van Visser + Co is er nog steeds. De eerste verdieping werden kantoren. Op de bovenste verdieping werden de kamers voor bewoning verhuurd. Door de inzet en het doorzettingsvermogen van de heer Boelen en de heer Smids, is er een bijzonder gebouw bewaard gebleven met een eigen geschiedenis, een geschiedenis die zijn oorsprong vond in een ver verleden. 

Bronnen

  • Stad en streekarchief Naarden, Nieuw archief Bussum Inv. 6338
  • Stad en streekarchief Naarden, Nieuw archief Bussum Inv. 3536
  • Stad en streekarchief Naarden, Nieuw archief Bussum Inv. 7942
  • Stad en streekarchief Naarden, Nieuw archief Bussum Inv. 7939
  • Stad en streekarchief Naarden, Kadaster gemeente Bussum.
  • Stad en streekarchief Naarden, Kadaster, Bouwverguningen Gemeente Bussum
  • Stad en streekarchief Naarden, Gooi en Eemlander, Goois Nieuwsblad, Bussumsche Courant