Skip to main content

Elise Dammers

1921-1945
1921-1945

Dammers was student Geneeskunde en jaargenoot van Hannie Schaft in het Amsterdamse vrouwendispuut GEMMA. Ze bracht Joodse kinderen naar onderduik adressen en zorgde voor voedselbonnen en valse persoonsbewijzen. Ze werd verraden, evenals twee bij haar thuis ondergedoken Joden. Na zware mishandeling is Dammers op 13 januari 1945 in concentratiekamp Ravensbrück aan hersenletsel overleden.

 

Redelijk zorgeloze jeugd

Elise Dammers werd op 27 mei 1921 in Bussum geboren. Haar ouders woonden vanaf 1915 in de vrijstaande villa aan de Koningin Emmalaan 17a in de Bussumse villawijk Het Spiegel. Vader Otto was notaris in Amsterdam en forensde. 
Ruim een jaar na de geboorte van Elise overleed vader Otto plotseling, hij was pas 42 jaar. Zijn weduwe Anna Geertruida Dammers - Op 't Eijnde bleef achter met haar toen zesjarige dochtertje Willemina Anna en baby Elise.

Dispuut GEMMA. Elise zit vooraan, tweede achter haar is Hannie Schaft

Elise ging naar de Koningin Emmaschool om de hoek en vervolgens naar de Gooische HBS. Ze was intelligent, sportief, sociaal voelend en zat in het bestuur van de VCJC (Vrijzinnig Christelijke Jeugd Centrale).

Nadat ze haar HBS-diploma had behaald, ging ze Geneeskunde studeren in Amsterdam. Ze werd lid van de Amsterdamse Vrouwelijke Studenten Vereniging (A.V.S.V.).
Elise kwam in hetzelfde jaar aan als Hannie Schaft. Hannie zou door de bestaande disputen 'te saai' zijn bevonden, ze lieten haar niet toe. Samen met twee andere leden besloot ze daarop in 1939 dispuut GEMMA[1] op te richten, in september 1940 officieel erkend door de A.V.S.V..

Schrijnend om nu de foto's te zien van heerlijke dispuutsweekenden en van zorgeloze, talentvolle, pittige jonge vrouwen in de bloei van hun leven, die nog geen weet hadden van hoe hun levens kort daarna drastisch zouden veranderen. Voor vijf van de elf dispuutsgenoten van het eerste uur eindigde dit vroegtijdig met de dood. 

Fotoalbum dispuut GEMMA

Oorlog, verzet en verraad

De Tweede Wereldoorlog brak uit. In eerste instantie leek het leven min of meer onveranderd door te gaan. Maar langzamerhand keerde het tij. Met name de Joodse bevolking kreeg te maken met een toenemend aantal beperkende maatregelen, en erger. De deportaties en vernietiging van in Nederland wonende Joden was ingezet.

De loyaliteitsverklaring die de Duitse bezetter vanaf 1943 aan studenten oplegde, stuitte op verzet bij de leden van GEMMA. Een aantal van hen, waaronder Hannie en Liesje (zoals Elise door haar dispuutsgenoten werd genoemd) deden al verzetswerk en waren niet van plan daarmee te stoppen. Zo bracht Elise Joodse kinderen naar onderduikadressen en zorgde zij voor valse persoonsbewijzen en voedselbonnen.  

Haar moeder verborg in het ouderlijk huis aan de Koningin Emmalaan twee Joodse onderduikers: de studente Sophia Elzas uit Amsterdam, net zo oud als Elise, en de 33-jarige Amsterdamse textielinkoper Mozes Cohen.
Als gevolg van verraad werden Elise en de onderduikers op dinsdagochtend 18 april 1944 door rechercheur Spaans van de SD uit Den Haag op de Koningin Emmalaan 17a opgepakt. De drie zaten samen met de eveneens opgepakte Joodse Gonda Izaks een dag in een Bussumse politiecel waarna ze werden overgebracht naar het SD-kantoor in Den Haag. Sophia's ouders waren al op 5 maart 1943 naar Sobibor gedeporteerd en daar bij aankomst vermoord. Sophia en haar twee zusjes kwamen in Auschwitz om het leven. Mozes stierf op 20 januari 1944 in Dachau.
En wat werd Elise’s lot…

Lijdensweg

Elise werd eerst in het Oranjehotel in Scheveningen gevangen gezet. Ze zal daar flink zijn ondervraagd. Vandaaruit is ze op 5 juni 1944 naar kamp Vught gedeporteerd. Ze werd er te werk gesteld bij het Philips Kommando op de afdeling Voorschakel apparatuur.[2] 

Elise’s moeder trok op een dag haar verpleegster uniform aan en reisde naar Vught. Daar aangekomen vroeg ze of de Duitsers haar gevangen wilden nemen, in ruil voor de vrijlating van haar dochter. Daar werd niet op ingegaan.

Dat wat zij in maart 1933 in het poëziealbum van Elise schreef is met deze wetenschap nu schrijnend:

Neen ik vergeet je niet
Mijn kind in al mijn dagen
Waar ook mijn oog U ziet
Zal ik steeds Uw zorgen dragen.

 

brief van Elise vanuit Kamp Vught

Vanuit Kamp Vught schreef Elise op 16 juli 1944 een brief geadresseerd aan predikant H.J. Heering, predikant van de Remonstrantse Gemeente Naarden-Bussum. Zijn vrouw was bevallen van een dochter. In haar brief feliciteerde Elise hen. Een paar citaten uit deze brief:
'… dat dit kind maar veel mag vergoeden en verzachten... Ik zou het graag zien... Ook schrijf ik hier, Moeders brief, die ik 13 juli ontving... Geld niet ontvangen. Wanneer, hoe en hoeveel verzonden? Maag prima. Pakjes groot feest. Brieven nog meer. Kijk ik elke week naar uit... Maak je leven aangenaam, dan doen wij hier ook... God heeft zijn doel... Jullie Lies.
Deze brief werd pas een jaar later bezorgd bij de familie Heering.

Vanuit Vught werd Elise op 9 september 1944 naar Ravensbrück gedeporteerd, het grootste en beruchtste concentratiekamp voor vrouwen. In dit kamp stierf zij ruim drie maanden later op 13 januari 1945 volgens de officiële lezing aan tyfus. 
Het werkelijk verhaal is dat de Duitsers er in Kamp Hamburg-Lokstedt, waar Elise te werk was gesteld vanuit Ravensbrück, achter waren gekomen dat zij een medegevangene zou hebben geholpen bij het bedenken van een ontsnappingsroute. Voor straf werd ze urenlang met een knuppel geslagen. Vervolgens werd zij weer op transport naar Ravensbrück gesteld, waar ze een paar dagen na deze zware mishandeling aan hersenletsel is gestorven.

Eerelijstformulier Dammers

Eerbetoon

Gelukkig is Elise Dammers niet geheel in de vergetelheid geraakt. Er is het nodige aan documentatie over haar te vinden.

In het archief van de Historische Kring Bussum bevindt zich het poëziealbum van Elise.

In de Verzetsliedenbuurt in Bussum Zuid is in mei 2020 een herdenkingsplaquette bevestigd aan de muur van een woning aan de P.M.R. Versteeghstraat. Haar naam staat daarop vermeld, er is in die buurt een straat naar haar vernoemd:  het Elise Dammershof.

expositie Vrouwen in Verzet

Ook in de onlangs geopende permanente expositie Vrouwen in Verzet in het Noord- Hollands Archief in Haarlem ontbreekt haar naam niet. 

herdenkingsplaquette AVSV

In de sociëteit van de ASC AVSV hing al vanaf vlak na de oorlog een plaquette ter nagedachtenis aan de omgekomen manlijke leden van de vereniging.
Pas in 1995 is een herinneringsplaquette aangebracht voor de in de oorlog omgekomen vrouwelijke leden. Daarop staan de namen van Elise Dammers en haar dispuutsgenoten Hannie Schaft, Sonja Frenk, Phine Kits van Heijningen, Dora (Ossendrijver-) Korijn en haar zus Anna (de Vries-) Korijn.

 

Bronnen

  1. Margreet de Broekert, ‘Lies, lotgenoot van Hannie Schaft; Elise Dammers (1921-1945) Hoe de tijd het lot kan bepalen, Spiegelschrift mei 2022.
  2. Margreet de Broekert, GEMMA in oorlogstijd, Nos Iungit Amicitia, 2022.
  3. Vereniging Historische Kring Bussum, In Bussum hebben straten namen…, Europese Bibliotheek, 1995.
  4. Arolsen Archives, Nationaal Archief, Politiedagrapporten 1945 uit Archief Gooi en Vecht Historisch, Stadsarchief Amsterdam, Joods Monument, Nationaal Archief, Oorlogsbronnen, Historische Kring Bussum 

Noten 

[1] GEMMA staat voor 'Gemmare e minoribus appetinus'. Vertaald: 'Uit de kleine dingen streven wij naar het grote'. De meisjes van andere disputen noemden GEMMA spottend 'Geen Enkel Meisje Meer Alleen'.

[2] Met het Philips Kommando werd de groep gevangenen bedoeld die in Kamp Vught in de daar gevestigde werkplaats van Philips te werk werd gesteld.