Skip to main content

Gerrit Ruys

1888-1945
1888-1945

Na de arrestatie van zoon Hugo volgde een huiszoeking bij het gezin Ruys. Daarbij werd belastend materiaal gevonden waaruit zou blijken dat vader Gerrit als notaris en advocaat Joden geholpen had hun bezit veilig te stellen. Zijn doodsvonnis werd omgezet in gevangenschap. Vlak voor of tijdens een transport vanuit concentratiekamp Neuengamme is hij op 5 april 1945 overleden.

Familie van notarissen

Gerrit Ruys werd op 2 juli 1888 in Amsterdam geboren. Generaties lang waren de mannen Ruys notaris. Notariskantoor Ruys bestond al vanaf 31 juli 1856 en zetelde aanvankelijk aan de Binnenkant in Amsterdam. Later verhuisde het kantoor naar de Keizersgracht 167. Vanaf de oprichting maakten de heren van Notariskantoor Ruys zich niet alleen op hun vakgebied verdienstelijk, maar ook het gebied van ‘Kerk, Staat en Maatschappij’.

Op 22 maart 1918 promoveerde Gerrit op een proefschrift ‘De voorlopige koopacte’. Op 13 juni 1918 werd hij beëdigd als advocaat. Vlak na de dood van zijn vader in april 1922 werd Gerrit tot notaris benoemd. Dit ambt nam hem dusdanig in beslag dat er voor een advocatenpraktijk weinig tijd overbleef.

Op 14 mei 1918 was Gerrit in het huwelijk getreden met de zes jaar jongere Hannie Bavinck. Haar vader Herman Bavinck was een bekende gereformeerde predikant, theoloog, pedagoog en politicus. Het echtpaar ging wonen op de Parklaan 17 in Bussum. Daar werden hun drie zonen geboren. In juni 1926 verhuisde het gezin met hun drie kinderen naar Villa Oldeberm op de H.J. Schimmellaan 1 in het Spiegel (nu omgenummerd naar nummer 9).

Villa Oldeberm

Naast zijn drukke baan als notaris was Gerrit vooral actief binnen de Spiegelkerk in Bussum. Jarenlang was hij daar voorzitter van de Commissie van Beheer. En hij bespeelde het orgel, hij was ‘een bekwaam organist’.
Ook zat hij in het bestuur van de Julianaschool en later was hij voorzitter van het Christelijk Lyceum (nu het Willem de Zwijger College) in Bussum.
In een In Memoriam van de kerk werd Gerrit omschreven als ‘een levenslustig mens, opgewekt, hartelijk, meelevend, maar ook notarieel zakelijk. Een gevoelsmens, die zich zo kinderlijk gelukkig voelde in zijn gezin dat zo rijk was aan humor, waarin de ene kwinkslag de andere volgde’.

Vader en zoons in het verzet

Vanaf de eerste oorlogsjaren was zoon Hugo Ruys actief betrokken bij de Paroolgroep. Zoon Herman Ruys hielp aanvankelijk mee met het verspreiden van de illegale krant Het Parool en was enige tijd betrokken bij de verzetsgroep Dienst Wim.

In 1943 sloot Herman zich aan bij de verzetsgroep De Vliegende Brigade. Zij kwamen vaak samen in de Jeugdkapel aan de Meentweg 54 in Bussum. Op 9 september 1943 werd de 21-jarige Herman daar, na verraad, samen met zes anderen opgepakt door de SD onder leiding van Friedrich Christian Viebahn en Emil Rühl. Een zogenaamd proces volgde. Op 23 oktober 1943 werden de zeven jonge mannen gefusilleerd in de Bloemendaalse duinen.

Onverschrokken ging Hugo na de dood van zijn broer verder met zijn werk voor Het Parool. Op 12 januari 1945 ’s avonds ging het mis. Hij werd aangehouden omdat hij zonder licht fietste. In zijn fietstassen vonden de Duitsers exemplaren van Het Parool en, naar verluidt, een lijst met adressen van onderduikers die valse persoonsbewijzen hadden. Hugo werd gearresteerd en overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam.

Nog diezelfde avond volgde een huiszoeking in zijn ouderlijk huis. Op de H.J. Schimmellaan 1 werd ‘bezwarend materiaal’ aangetroffen waaruit bleek dat vader Gerrit als notaris Joodse mensen had geholpen hun bezit veilig te stellen. Gerrit en zijn vrouw Hannie werden gearresteerd. Theo, de oudste zoon, wist op het nippertje te ontsnappen.

Op 7 maart 1945 werd de 20-jarige Hugo samen met veertien andere mannen op de Haarlemse Dreef gefusilleerd, als represaille, voor de door Hannie Schaft en Truus Oversteegen in Haarlem gepleegde moord op de opperwachtmeester der Staatspolitie Willem Zirkzee

Na zijn arrestatie op 12 januari 1945 werd Gerrit overgebracht naar het Huis van Bewaring I (Weteringschans) in Amsterdam en van daaruit op 8 maart naar kamp Amersfoort gedeporteerd. Zijn ter dood veroordeling werd omgezet in gevangenisstraf.
Zijn vrouw Hannie werd vastgezet in het Huis van Bewaring II (Amstelveenseweg) in Amsterdam. Na ruim drie maanden werd zij vrijgelaten.

Nog geen week na de arrestatie van de leden van het gezin Ruys hadden de Duitsers het grootste deel van de inboedel ‘meegenomen’, drie vrachtwagen ladingen vol. Een deel van de inboedel werd gebruikt om de dienstgebouwen van de SD aan de Amsterdamse Apollolaan te stofferen. Het huis aan de H.J. Schimmellaan werd daarna door derden nog verder geplunderd.

Hannie vertrok na haar vrijlating naar de Meentweg 64, vlakbij de Jeugdkapel aan de Meentweg 54 waar haar zoon Herman was opgepakt.

Kamp Hanau

Op 15 maart 1945 werd Gerrit samen met collega-notaris Adriaan Diederik van Bergeijk met de laatste trein vanuit kamp Amersfoort naar kamp Hanau, een buitenkamp van concentratiekamp Neuengamme, gedeporteerd.
Beiden overleden op 5 (of 6?) april 1945. Gerrit  overleed volgens de officiële lezing aan dysenterie of aan uitputting. 

Over de doodsoorzaak van Van Bergeijk is de tekst van de rouwadvertentie overduidelijk: ‘Vermoord door de Duitschers’.

Op 6 april 1945 werd kamp Hanau door de Duitsers geëvacueerd vanwege het oprukkende Russische leger. De gevangenen die nog konden lopen moesten naar het concentratiekamp Bergen-Belsen marcheren. Ongeveer vijftig gevangenen bleven in het kamp achter omdat ze te ziek waren voor de lange mars. Zij werden op 6 april 1945 met een nekschot doodgeschoten door teruggekeerde SS-bewakers. De zieken waren tenslotte getuigen geweest van nazi-praktijken die niet naar buiten mochten komen.  Het is niet onwaarschijnlijk dat niet alleen Van Bergeijk , maar ook Gerrit Ruys tot de slachtoffers behoorde van deze brute moordpartij.
Achter het orgel, waar hij getuigde, is de plaats waar hij naar eigen getuigenis het liefst had willen sterven… Op een transport, midden in de gruwelijkste ellende, niet onder harmonische klanken, maar onder het rauwe gekrijs van barbaren heeft God hem Zijn heerlijkheid binnen geroepen’.

Hannie Ruys kreeg pas in augustus van dat jaar te horen dat ook haar man de oorlog niet had overleefd.
Het Parool, waar Hugo zich zo voor in had gezet, had een opsporingsbericht laten plaatsen. De familie was wanhopig op zoek naar Gerrit, die voor het laatst eind maart in Neuengamme gezien zou zijn.
Zijn stoffelijk overschot is nooit gevonden. Hij is waarschijnlijk gecremeerd of in een massagraf terechtgekomen. Zijn naam is bijgeschreven op de grafsteen van zoon Hugo, op de Eerebegraafplaats Bloemendaal.

Binnen twee jaar verloor zij twee van haar zoons en haar echtgenoot. Uit documenten in het familiearchief blijkt dat haar diepe religiositeit en de grote steun van haar naasten maakten dat zij haar leed kon dragen:
…. De wetenschap dat hij, hereenigd met onzen Herman en Hugo – die beiden hun leven gaven voor het Vaderland – nu tezamen met hen, zich veilig en geborgen weten mag in zijn Heer een Heiland, is onze eenige maar groote troost’.

Na de oorlog werd de materiële schade die mevrouw Ruys had geleden geschat op fl. 32.620. Zij liet echter weten niet in aanmerking te willen komen voor enige vergoeding.

Eerbetoon

Meneer De Vree, vader van een gezin met dertien kinderen, was chauffeur en tuinman bij de familie Ruys. Twee zoons die na de Tweede Wereldoorlog waren geboren, werden uit respect voor Herman en Hugo naar hen vernoemd.

Herdenkingsplaquette Spieghelkerk

In de Spieghelkerk aan de Nieuwe Hilversumseweg in Bussum hangt een gedenkplaat voor de omgekomen gemeenteleden, waaronder de mannen Ruys.

Herdenkingsplaquette Willem de Zwijger College

In de hal van het Willem de Zwijger College in Bussum bevindt zich een herdenkings plaquette met daarop de namen van Gerrit, Hugo en Herman Ruys.

In 2012 is op de Dreef in Haarlem een monument onthuld ter nagedachtenis aan de vijftien mannen (waaronder Hugo) die daar op 7 maart 1945 waren gefusilleerd.

Bij de bouw van een naoorlogse wijk in Bussum Zuid is ervoor gekozen om negen straatnamen naar elf verzetsmensen te noemen. De Ruysstraat is een daarvan.

In Amsterdam Slotermeer is een straat vernoemd naar Hugo Ruys.

 

Bronnen

  1. Privéarchief van de familie Ruys.
  2. Margreet de Broekert. ‘Verzet in de oorlog trof de familie Ruys zwaar. Spiegelschrift, april 2023.
  3. Martijn Rip. 175 jaar KNB. SDU(2018) Een stukje geschiedenis; Notarissen in het verzet’, 9/2018 pag. 37.
  4. Paul Schneiders, ‘Het Spiegel; geschiedenis van een villawijk 1874 – heden, uitgeverij Van Wijland, 2010.
  5. Paul Schneiders, Buitengewoon Bussum deel 2. ‘Een villadorp in benarde tijden 1914 – 1945’. Boekhandel LOS BV, 2006.
  6. Paul Schneiders, ‘Onvergetelijk Bussumers.’ Tadorna Media, 2012.