Jan Thijssen
‘Lange Jan’, zo genoemd vanwege zijn lengte, was een van de landelijke kopstukken van het verzet. Hij leidde de ondergrondse radiodienst, zorgde voor een ondergronds radionetwerk en had contact met de Nederlandse regering in Londen. Thijssen speelde een belangrijke rol in de mede door hem opgerichte Raad van Verzet. Op 8 maart 1945 werd hij bij de Woeste Hoeve gefusilleerd als represaille voor de aanslag op SS’er Rauter.
Jan Thijssen werd op 29 december 1908 in Bussum geboren. Hij bezocht de Gooise HBS en de MTS. Hij slaagde met lof en werd militair. Thijssen ging vervolgens aan de slag als elektrotechnisch ambtenaar bij de PTT in Den Haag. Hij was belast met het opsporen van clandestiene zenders en was zelf een enthousiast radiozendamateur.
Illegaal radionetwerk
Eind 1941 begon Thijssen met het opzetten van een illegaal binnenlands radionetwerk. In 1942 kwam hij in contact met jonkheer J. P. Six, het hoofd van de OD (Ordedienst).
Een radionetwerk was precies wat Six nodig had en Thijssen trad toe tot de OD. Zijn bijnamen waren Lange Jan (hij was bijna twee meter lang) en Karel Grootegast.
Begin 1943 was het hele radionetwerk klaar en was er verbinding over heel Nederland en met Engeland. Thijssen had een zeer uitgesproken mening over de manier waarop verzet tegen de Duitse bezetting moest worden gepleegd: actief verzet in de vorm van sabotage, overvallen op distributie kantoren enzovoorts.
Thijssen ergerde zich enorm aan de afwachtende houding van de leiding van de OD. Die richtte zich vooral op het verzamelen van inlichtingen en wilde geen gebruik maken van haar radionetwerk totdat het kon worden ingezet om de geallieerden na een invasie te helpen.
Oprichting van de Raad van Verzet
Thijssen vond dit wachten zinloos en belegde een vergadering met zeven anderen[1] die hij uit het verzet kende. Samen besloten ze tot de oprichting van een nieuwe organisatie: de Raad van Verzet (RVV). Deze Raad werd een van de belangrijkste organisaties die het verzet tegen de Duitse bezetter coördineerde. Thijssen was bereid met iedereen samen te werken die actief verzet wilde plegen, ook met communisten. Hij werd commandant van de RVV. Door Thijssen waren de RVV en de radiodienst van de OD nu één geheel geworden.
Onverzettelijk karakter
Six was er niet van gediend dat Thijssen zijn eigen gang ging. In oktober 1943 kwam het tot een hevig conflict dat leidde tot een volledige breuk.[2] Thijssen werd uit de OD gezet en was zijn eigen radiodienst kwijt.
Hij zat echter niet stil en had in de zomer van 1944 al weer een nieuwe radiodienst in bedrijf. Ook had hij actiegroepen gevormd, brigades, die in een groot deel van Nederland actief verzet pleegden.
In 1944 domineerden in het verzet vooral drie landelijke organisaties: de OD (Ordedienst), de LKP (Landelijke Knokploegen) en de RVV (Raad Van Verzet). Onder druk van de regering in Londen werd boven deze illegale verzetsgroepen een overkoepelende organisatie geplaatst: de Binnenlandse Strijdkrachten (BS), in bezet gebied onder leiding van kolonel Koot, maar met als opperbevelhebber Prins Bernhard.
Al snel had Thijssen een conflict met Koot omdat hij ook bij de BS-leiding een te afwachtende houding proefde. Bovendien ging hij niet akkoord met de ondergeschikte positie die Koot hem aanbood binnen de BS. Op 3 november 1944 werd hij door Koot uit zijn eigen RVV gezet, ondanks het feit dat Prins Bernhard aangaf dat Koot hiermee te ver ging.
Woeste Hoeve
Enkele dagen later op 6 of 8 november werd Thijssen, die in een als Rode Kruisauto vermomde wagen zat, aangehouden. Hij werd herkend en door de Sicherheitsdienst (SD) gearresteerd. Hij werd vele malen verhoord, maar heeft nooit de naam van een ander genoemd. Uiteindelijk werd hij gevangengezet in het Huis van Bewaring in Zwolle.
Op 8 maart 1945 werd Thijssen samen met 116 anderen[3] in buurtschap Woeste Hoeve bij Apeldoorn gefusilleerd. Weerbaar als hij was probeerde hij als enige nog te vluchten.
Deze massa executie was een represaille voor de op 6 maart 1945 door het verzet gepleegde ‘aanslag’ op Hanns Albin Rauter, de hoogste Duitse politie-generaal en hoofd van de SS in Nederland.[4]
Eervolle uitvaart
Op 14 september 1945 werd Thijssen onder enorme belangstelling en met militaire eer begraven op de Algemene Begraafplaats in Bussum. Er waren kransen van onder andere Koningin Wilhelmina, Prinses Juliana en Prins Bernhard. Koningin Wilhelmina schreef zijn weduwe vanuit Paleis Noordeinde op 9 september 1946 een condoleancebrief.
Op verzoek van zijn weduwe[5] is zijn stoffelijk overschot in april 1990 overgebracht naar het Ereveld te Loenen (gemeente Apeldoorn).
Eerbetoon
Postuum is aan Thijssen in 1949 de Bronzen Leeuw toegekend en in 1953 de Medal of Freedom, de hoogste burgerlijke onderscheiding van de Verenigde Staten.
Zijn naam is vermeld op het Monument voor Radiozendamateurs in Hilversum en op de plaquette in Amersfoort, die is aangebracht op de plek waar de RVV is opgericht.
Bij de bouw van een naoorlogse wijk in Bussum Zuid is ervoor gekozen om negen straatnamen naar elf verzetsmensen te noemen. De Jan Thijssentraat is een daarvan.
Ook in de gemeenten Oss, Vlaardingen en Zwijndrecht zijn straten naar hem vernoemd.
Bronnen
- Apeldoorn – Woeste Hoeve’
- Historiek.net
- In Bussum hebben straten namen… De Bussumse straatnamen verklaard. Uitgave van de Vereniging Historische Kring Bussum, 1995.
- Nationaal Archief
- Oorlogsgravenstichting
- Paul Schneiders, ‘Onvergetelijk Bussumers.’ Tadorna Media, 2012.
- Website van Stichting Monument Woeste Hoeve. (Tekst geplaatst door Jan Thijssen op 4 mei 2014)
Noten
[1] De Raad van Verzet werd op 20 april 1943 opgericht in Amersfoort. De andere zeven oprichters waren Willem Santema, Johan Doorn, Gerrit Kleinveld, Dick van der Meer, Jan Brouwer, Andries Graafhuis en Johan Engel.
[2] Dr. Lou de Jong omschreef Thijssen in zijn standaardwerk over de Tweede Wereldoorlog als ‘een gedreven illegale werker, een heerszuchtige activist, een echte leidersfiguur, rusteloos werkzaam, een commandant die op alle fronten de Duitsers wilde treffen. Daardoor kwam hij in conflict met mensen die een andere visie hadden’.
[3] De 117 slachtoffers waren veelal verzetsmensen en onderduikers uit gevangenissen in Apeldoorn en Doetinchem. De jongste was 17, de oudste 75 jaar.
[4] Rauter raakte bij deze aanslag zwaargewond. Zijn wraak was gruwelijk: in heel Nederland werden 263 gevangenen geëxecuteerd, waarvan 117 op de Woeste Hoeve. Het is de grootste massa-executie in de Nederlandse oorlogsjaren. Op 25 maart 1949 werd Rauter op 54-jarige leeftijd op de Waasdorpervlakte bij Scheveningen gefusilleerd. Hij wekte daar nog de nodige verbazing door zelf, in het Nederlands, het commando ‘Vuur!’ te roepen.
[5] Jan Thijssen was getrouwd met Cornelia Catharina Hermina Wilhelmina van de Weijer, geboren te Nijmegen op 19-02-1914.