Skip to main content

Bussumse Blondjes

De VVD kende vroeger een bekend kamerlid de heer van Riel. Deze markante persoonlijkheid was vrijgezel en toen journalisten hem roegen naar zijn relatie met vrouwen gaf hij een humorvol antwoord.  Hij had een amoureuze verhouding met drie vrouwen ! Wie waren dat dan wel werd vrijpostig gevraagd. Van Riel antwoordde: “mijn moeder, de H. Maagd Maria en Elisabeth Bas'
De laatste dame was het icoon van een sigarenmerk dat de politicus rookte. Beschaamd  en verslagen vertrokken de journalisten, 'overruled' door dit spitsvondige antwoord.

Tijdens mijn jeugd in Bussum groeide bij mij geleidelijk de aandacht voor het andere geslacht. Natuurlijk had je genegenheid voor je moeder en je zussen maar die relatie was toch anders.
Zoals bij van Riel speelde ook de Maagd Maria wel een rol maar die heilige vrouw in lang blauw-wit gewaad stond toch wel heel ver af van aardse liefde vol emotie en hartstocht.

Niet ver van de bekende automatiek “Aurora” op de Huizerweg bevond zich in mijn tijd een sigarenwinkel. In de etalage stond een grote reclameplaat die wat weg had van een triptiek. Die plaat trok bij het voorbijgaan steeds mijn aandacht. De centrale afbeelding werd gevormd door een prachtige blonde vrouw die wat hautain en onverstoorbaar een sigaret rookte. De twee zijplaten lieten woeste, zwaar bewapende piraten zien, die overbluft staarden naar deze sigaret rokend, femme fatale. Haar verschijning sloeg in als een bom ! Ook ik werd als jongen gegrepen door deze blonde schoonheid op karton. Ik meen dat de reclame stond voor het sigarettenmerk “Miss Blanche” !

Naast deze blonde schoonheid was in de vierde klas van de Lagere School mijn oog gevallen op een meisje uit de klas. Ze was de dochter van de eigenaar van een bekende schoenwinkel in de Nassaulaan en ondanks haar korte achternaam had ze prachtig lang, blond haar. Als ze mij aankeek bonsde mijn hart op de frequentie zoals die door de eerste letter van haar voornaam werd gevormd. De letter M !
Ik begeleidde haar wel eens naar de bushalte vanwaar ze naar huis vertrok. Veel verder kwam het niet.

Toch bleek ik een 'zwak' te houden voor blonde vrouwen. Ik trouwde veel later met een blondine uit Rotterdam. Het Gooi en Bussum waren voor haar onbekend en ik leidde haar rond. Tegenover de Crailose hei zette zij het Kralingse bos, tegenover de Nassaulaan zette ze de Lijnbaan, tegenover boekhandel Los zette zij boekhandel Donner en voor Barneveld Zaken had zij Jungerhans. De wereldhaven en stad Rotterdam waren inderdaad anders maar zij zwichtte tenslotte toch voor mijn avances.
“Waar je werk is is je vaderland” en daardoor zouden we beiden in West-Friesland een nieuwe woonplaats vinden. Bussum en Rotterdam zouden in onze harten blijven bestaan.