De omroepen kregen meer zendtijd met als gevolg dat de NTS het steeds drukker kreeg. Achter Studio Eltheto kwam in 1955 een grote garageloods vrij. Een ideale plek voor de garage van de NTS. In deze garage werden de eerste reportagewagens technisch klaargemaakt en in gebruik gesteld.
Niet alle apparatuur kon in één wagen. Zo ontstond de reportagetrein. Zo’n trein bestond uit een regiewagen en een aparte techniekwagen, aangevuld met een materiaalwagen. In 1961 kostte een reportagetrein 950.000 gulden. Ook op de Botweg en later verderop op de Laarderweg waren nog garages van de NTS.

De rol van Bussum als mediastad raakte echter uitgespeeld. De mediabedrijven verhuisden naar Hilversum en in april 1971 vertrokken alle reportagewagens in een lange colonne van twee km naar hun nieuwe behuizing in Hilversum.

TV-toren

In de toren van Studio Irene stond een dubbele zend- en ontvanginstallatie, die contact onderhield met de zender in IJsselstein (het latere Lopik). Een probleem was dat bij slecht weer het contact met Lopik behoorlijk werd verstoord. Dus moest men in Bussum de hoogte in. Dat werd uiteindelijk een nieuwe tijdelijke toren, die al snel de “Puist van Bussum” werd genoemd. Het gevaarte stond op een stukje grond van 8m bij 8m, was 30 meter hoog en bestond uit een soort steigerwerk  van ruim 7 km staalbuis. Voordat men in de cabine boven was moesten 154 treden worden beklommen.

In 1955 werd de toren in gebruik genomen en in 1960 weer gesloopt toen een soortgelijke voorziening in Hilversum klaar was.