Skip to main content

Contactblad van de Historische Kring Bussum,  jaargang 4, nummer 3, december 1988) pag 17-21


Straatnamen in de 19e eeuw

M.J.M. Heyne

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting 

Niemand hoeft er bij na te denken als er gevraagd wordt waar je woont. Het antwoord is dan in die of die straat, laan of weg. Elke straat heeft immers een naam, waarbij het niet uitmaakt of dat binnen de bebouwde kom is of er buiten. Dat is niet altijd zo geweest. Als we op oude kaarten kijken en deze hoeft nog maar ruim een eeuw geleden gedrukt te zijn dan blijken er veel wegen geen naam te hebben.

De oudste kaart van Bussum waarop straatnamen vermeld staan is de kaart van Ketelaer uit 1769. Er staan zeven wegen op vermeld, die nader bezien geen naam hadden omdat er woningen langs stonden, maar omdat het verbindingswegen waren die buiten het dorp voerden. De namen waren nog niet officieel vastgelegd maar moeten in de volksmond bestaan hebben.
Deze wegen waren:
1) de Meersteeg die naar het Naardermeer leidde en later de Meerweg zou gaan heten.
2) de Wittenbergse weg door de Wester eng, die we nu kennen als Boslaan,
3) de Melkweg die naar de Hilversumse Meent voerde en daarom nu Meentweg heet,
4) De Huizerweg die door de Bussumer Eng naar Huizen liep en ook nu nog bekend is,
5) Een voetpad dat door dezelfde Bussumer Eng richting Laren liep,
6) de Kerkweg die de Bussumse gelovigen naar de kerk in Naarden liet gaan en nu Lambertus Hortensiuslaan en Brinklaan heet en
7) De Zwarteweg op de grens van de afgravingen tussen Naarden en Bussum en die nu nog bestaat als Comeniuslaan en Zwarteweg.
Zelfs de Brink had officieel nog geen naam. Die komt pas in beeld op de kadasterkaart van 1824.

Dit ontbreken van straatnamen is nog van kracht als Albertus Perk in 1843 zijn kaart van Gooiland tekent.Ook daarop zijn alleen een aantal buitenwegen benoemd. In geschriften zoals kranten en publicaties uit de tweede helft van de vorige eeuw duiken soms straatnamen op die echter van dien aard zijn, dat het voor de hand ligt dat het om volkse benamingen gaat. Als de post een spaarzame brief moet bezorgen ging dat aan de hand van het huisnummer. Elk woonhuis had een nummer in een zodanige volgorde dat niet alleen de postbode, maar ook de belastinggaarder via een vastgestelde route langs zijn "klanten" kon gaan.

Bussum was nog klein, had nog een 1.000 inwoners, zo rond het midden van de negentiende eeuw, maar het werd toch al wat moeilijker om iedereen te kennen. Men ging van lieverlee straten benoemen, met namen als Achterweg (Kapelstraat), Voorweg (Brinklaan bezuiden de Brink), Kattensteeg (Kerkstraat), Willemsstraat (Schoolstraat), Krabbesteeg (Veerstraat), Gangetje (Raadhuisstraat), Middenlaan Langs de Molen (Nieuwe Englaan), Varkenslaantje (Meentweg tussen Spoorlijn en Gr. Wichmanlaan), Baaie Rokkenbuurt (tussen Landstraat en Kapelstraat) en verder Landstraat, Veldweg, Dorpsweg (Brinklaan) en Havenstraat. Officieel waren deze namen zeker niet erkend, velen zouden het ook nooit worden.

Nieuw aangelegde wegen, die na 1873 b.v. door Bouwmaatschappij Nieuw Bussum werden aangelegd, kregen wel meteen een naam. Meestal was deze dan al door de Bouw Mij. voorgesteld, zoals b.v. in 1878 het Nassaulaantje en later Lindenlaan en Beukenlaan (tussen Hotel Nieuw Bussum en de Middenlaan= nu Nieuwe 's Gravelandseweg). Het was daardoor mogelijk de ligging van huizen en percelen aan aspirant kopers resp. bewoners goed aan te duiden. In 1883 besluit de gemeenteraad om ook een aantal oude wegen in het dorp van een waardige naam te voorzien. Op de kaart die in 1884 door de Verfraaiings vereniging wordt uitgegeven, staan de straten en wegen genoemd, die al officieel een naam hadden. Maar er zijn daarnaast nog heel wat niet van een naam voorziene wegen aan te wijzen. Met name in het Spiegel hadden vele oude landwegen en paden nog geen echte naam. Dit waren de paden die nu bekend staan als Berensteinerlaan, Boslaan, gedeelten van de Graaf Wichmanlaan, de Iepenlaan, Meentweg en Plaggenweg.

Maar ook in de oude dorpskern kwamen nog onbenoemde wegen voor zoals de Eslaan, die in 1881 door de grondeigenaar Bredius Oud Bussummerlaan wordt genoemd, en verder de Driestweg, Nieuwe Englaan, Oud Bucsummerlaan (die toch al van ouds de Hooge Bussummerweg heette), een deel van de Raadhuisstraat, de Veerstraat, Veldweg en Visserstraat. Deze wegen werden nog met de onofficiele namen aangeduid. Hoewel in 1880 de Veldweg al wel zo wordt genoemd. Bij de bouw van het raadhuis wordt per 29 december 1884 het Gangetje omgedoopt in de wijdsere naam Raadhuisstraat. Vijf jaar later verviel de naam Krabbesteeg en werd Veerstraat naar de in 1883 overleden Simon Hendrik Veer, die tussen de Veerstraat en Nassaulaan zijn buitenplaats Delta had.

In het gemeentearchief krijgen we een aardig beeld hoe de gemeente gebruik maakte van bouwmaatschappijen. Op 1 maart 1889 stuurt J.C. Loman Jr. een adres aan de raad om aan hem af te staan de holle weg tussen villa Rustoord en Anna's Hoeve (d.i. de latere H.J. Schimmellaan). Dit wordt hem toegestaan onder beding dat hij evenwijdig aan bedoelde weg een nieuwe aanlegt en aan de gemeente overdraagt (d.i. de Peterslaan  en dat deze weg door adressant hard en effen wordt gemaakt en beplant en tevens dat Loman de weg tussen Sophia Cottage en Beukenoord tot Klein Delta (d.i. de Graaf Wichmanlaan tussen Meerweg en Nieuwe 's Gravelandseweg) door hem op breedte moet worden gebracht. Loman wilde die holle weg waarschijnlijk hebben omdat het de toegangweg was vanaf het dorp naar zijn villa Petersburg aan de'Nieuwe 's Gravelandseweg. Op 3 oktober 1891 neemt de gemeente van de Hollandse IJzeren Spoorweg-mij. de Parallelweg over.

Dit zijn echter nog maar incidentele naams-wijzigingen resp.-gevingen. Het jaar daaropvolgend komen in de gemeenteraad een reeks straatnamen ter sprake en wordt de gemeente plattegrond verrijkt met namen als Beerensteinlaan, Driestweg, Florislaan, Gudelalaan, Meentweg, Schoolstraat en Wichmanlaan. De Floris- en Wichmanlaan zouden pas jaren later met het voorvoegsel Graaf worden uitgebreid, Na de korrektie van de gemeentegrens met Hilversum in 1887 ging Bussum zich in die richting uitbreiden. Dat is de reden dat in 1896 een groot aantal nieuwe straatnamen moet worden vastgesteld. Langs de Huizerweg wordt dan gesproken over de Noorderweg, Gildestraat, Barle-Postweg (langs de Leerfabriek) en de Voormeulenlaan (op de kaart van Perk al zo genoemd) tussen Huizerweg en Voormeulenweg. Het Singel tussen Brinklaan en Laarderweg kreeg zijn naam. In het Spiegel verschijnen de Breedeweg, Ericaweg, Fransche Kampweg, Koedijklaan, Melkpad bij Cruysbergen (door Utelaar als Weiweg aangeduid), Melkweg, Oude 's Gravelandseweg, Plaggenweg en Spoorlaan, en nog datzelfde jaar de Heidelaan en de Heuvellaan.

Ook komt er een merkwaardige naamsomzetting tot stand: Het verlengde van de Kapelstraat wat in de volksmond Zwarteweg werd genoemd krijgt de naam Laarderweg. Dit was van ouds de Doodweg vanaf de  Brink naar het St.Janskerkhof. Aan de rand van het Spiegel werd het Noordeinde omgedoopt in Zwarteweg, zoals die weg eigenlijk al van ouds had geheten. Op enkele oude prentbriefkaarten werd de naam Noordeinde nog vermeld.
Buiten de kom van het dorp werden twee wegen ook van een naam voorzien. De weg die door de Bosjes van Verbeek liep van de Hooge Bussummerweg naar de Gooische Boer kwam Turfsteeg te heten. Hierin herkennen we nu een deel van de Burg.'s Jacoblaan. "De weg van de heide ten Zuiden van de aschbelt oostwaarts naar de heide" werd Schapendrift genoemd. Welke weg hiermee wordt bedoeld is voorlopig nog een raadsel.
In juli 1889 worden de Havenstraat en de Visserstraat in raadsstukken genoemd als er gesproken wordt over een overdracht aan de gemeente van deze straten met gronden door de Bouwmaatschappij Nieuw Bussum. Opmerkelijk is dat negen jaar later de naamgeving wordt vermeld van de Hoogeweg liggende tussen de Oud Bussurnmerweg en de Havenstraat. Mogelijk wordt hier een deel van de Molenlaan bedoeld, hoewel op kaarten van rond 1900 de Molenlaan ook als Visserstraat wordt aangeduid. Weet iemand hoe dit precies zit?

 In hetzelfde jaar wordt het deel van de Boschlaan tussen de Meentweg en de Nieuwe's Gravelandseweg in eigendom gegeven aan de heer J.J.W. Meijer c.s. en komt als weg te vervallen door villabouw  (Columbia).

Naamswijzigin.gen in de 20e eeuw.

- Het voert veel te ver om in dit artikel verder alle naamgevingen die in deze eeuw gebeurden op te noemen. Interessant is het te zien welke straten in deze eeuw van naam zijn veranderd. Wij zagen al dat in 1896 de Laarderweg ontstond, maar wist u dat de Kapelstraat vóór die datum doorliep tot de grens van de bebouwing bij het Oosterpad?
- Dat zelfde gold ook voor het eerste stuk van de Cereslaan dat tot 1902 bij de Nieuwstraat behoorde.
- Toen na de grenswijziging van 1902 op de eng nieuwe wijken verrezen kwamen een aantal straten voor naamswijziging in aanmerking. Zo werd de Voormeulenlaan om deze goed te onderscheiden van de Voormeulenweg omgedoopt in St. Janslaan en doorgetrokken de Eng in.
- De Koopweg is genoemd naar een oud pad dat er dwars overheen liep en Koopwegje heette.
- De Koopweg zelf sloot aanvankelijk met een flauwe bocht aan op de Voormeulenweg. Door het Singel door te trekken vanaf de Laarderweg en vervolgens naar de Voormeulenweg kwam de aansluiting van de Koopweg op de Voormeulenweg te vervallen en te liggen onder een hoek van het Eendrachtspark.
- Men liet de naam van le en 2e Achtermeulenlaan vervallen door de laatste de naam Meulenwiekenlaan te geven. Tussen beide straten liep eertijds nog het Doornenlaantje als verbindingspad.
- Na het afbranden van de Leerfabriek "De Koelit" en de afbraak van de bedrijfsruines in de jaren daarnd werd in 1938 prinses Beatrix geboren. Dit was een goede gelegenheid om de onbegrijpelijke naam Barle Oostweg te veranderen in Prinses Beatrixplantsoen, waar villa's langs kwamen te staan.
- Ook bij het station werden namen gewijzigd. In 1902 werd het gedeelte van de Stationsweg vanaf de spoorlijn tot de Brinklaan Generaal de la Reylaan genoemd als hulde aan een dappere Boerengeneraal. Bovendien werd de naam Stationslaan door het Prins Hendrikpark omgezet in Prins Hendriklaan, toen ook de andere lanen van deze wijk met naamswijzigingen naar de Prinsgemaal van de jeugdige Koningin Wilhelmina werd uitgerust.
- Reeds voor het dempen van de haven werd de ervóbr lopende weg omgedoopt in "de Genestetlaan", waar deze aanvankelijk Verlengde Oud Bussummerweg heette.
 -Ook in het Spiegel bleef niet alles bij het oude. Velen uwer kennen de literaire blunder toen om de schrijver Schimmel te eren de Kastanjelaan zonodig Majoor Franslaan moest gaan heten. Majoor Frans kwam echter voor in één der boeken van A.L.G. Bosboom Toussaint. Jaren later is de laan toch maar H.J. Schimmellaan genoemd.
- Anders was het gesteld met de Prinsenlaan. De De P.T.T. verwisselde deze straat zo vaak met de Prinsenstraat dat de naam moest worden veranderd. Wethouder Molenburgh had een briljant idee: De laan komt uit op de Groot Hertoginnelaan. Zo'n laan kent men ook in Den Haag en welke weg loopt daar ook ergens. U raadt het al, de Statenlaan: En zo geschiedde. Het is daarbij toch wel opvallend dat men niet meteen de moeite nam om de andere laan op de korrekte manier Groot Hertoginnelaan gaan noemen. Misschien wilde Bussum zich hiermee toch van Den Haag onderscheiden.
- Het buurtje achter de Plaggenweg heette in de volksmond Vlooienburg, maar kreeg de naam Gooiberg, hoewel de aloude Molenaarsberg er vlakbij gelegen daarom een betere benaming zou zijn geweest.
- De Spiegellaan verloor zijn naam aan Prins Maurits, terwij1, toen het nieuwe wat van de Nieuwelaan afwas en Prinses Juliana ging trouwen, dit een unieke kans was om de laan voortaan Prins Bernhard te noemen.
- De Gudelalaan die aanvankelijk tot achter de gasfabriek doorliep verloor een deel, dat P.J. Lomanlaan werd.

Na de Duitse inval in 1940 moesten een aantal aanduidingen uit het straatbeeld verdwijnen. Het ging om de namen van nog in leven zijnde leden van het koningshuis en van joodse kunstenaars. Om die reden kreeg het Wilhelminaplantsoen zijn oude naam "Veerkamp" weer terug. De Prins Bernhardlaan kreeg de oude naam Nieuwelaan weer. Maar voor het Beatrixplantsoen moest wat anders worden bedacht. Dat werd het Willem de Zwijgerplantsoen. Dat kon, evenals Koningin Emma, Koningin Sophie en Juliana van Stolberg. Die waren lang genoeg overleden en daarbij in Duitsland geboren net als Prins Hendrik. Als joodse straatnamen moesten Jozef Israëls en Isaac da Costa verdwijnen. Zij werden vervangen door Herman Gorter en Jacob van Lennep.

Naamsveranderingen na de tweede wereldoorlog

Uiteraard werden de straatnamen uit 1933 na de bevrijding weer meteen in ere hersteld. Daar bleef het niet bij. De Juliana van Stolberglaan had in Naarden een equivalent wat de posterijen nog weleens vergissingen bezorgde. De Bussumse naam is daarom verdwenen en vervangen door de vlak vóór de oorlog geboren Prinses Irene. Wat afgelegen, had men vlak voor de bezetting een straat in de eng aangelegd, dwars op de Laarderweg die eenvoudig Engweg heette. Toen na de oorlog daar de eerste nieuwbouwwijk ging verrijzen met de namen van omgekomen verzetstrijders, kreeg deze straat de naam mee van P.M.R. Versteeghstraat.

In 1933 was de kolonel Palmkazerne gereed gekomen die gelegen was aan de Beukenlaan. Dat was niet dezelfde Beukenlaan die we als een deel van de Nwe 's Gravelandseweg al zijn tegengekomen. Maar dit was een uitloper van de Beukenlaan over Crailo dwars op de Museumlaan. Ook op het Bussumse stuk stond het straatnaambordje "Beukenlaan". Door de aanleg van de verbrede Amersfoortse straatweg, met verhoogd tracé en vangrails hadden beide delen niets meer met elkaar te maken en heeft men het Bussumse stuk van de Berkenlaan laten vervallen en is de huisnummering opgenomen in de Amersfoortse Straatweg.

Eind zestiger jaren werd over het terrein van de afgebroken gasfabriek de Slochterenlaan aangelegd. Deze werd doorgetrokken naar de spoorwegovergang, waardoor zowel van de Parallelweg als van de Laan van SuchteLen van de Haare een stuk werd afgenomen.

Het St. Jozefpark is ook aan de secularisatie ten offer gevallen en heet nu deels de Dennen en deels de Peppels, dankzij doorbraken naar de Dennen. Aan het doortrekken van de Iepenlaan voorbij de Plaggenweg met een onlogische knik naar rechts is een groot deel van de Gooiberg opgeofferd. Een ander stuk is bij de Meijerkamplaan getrokken.
Ook de dr. Fockstraat tussen de Raadhuisstraat en Havenstraat mocht in '86 niet terugkomen maar heet nu kneuterig Achterom en voert naar een dwarsstraat die, oh wonder, Nieuwe Brink heet. Wat zou het een verademing zijn als de naamgeving eens
met een historisch verantwoorde visie ging gebeuren. Want er is zoals u gemerkt zult hebben al heel wat afgeknoeid. Denk ook maar eens aan de Blekershoek van de Clinge.