Skip to main content
Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 9, nummer 1 (april 1993), pag. 30

Vliegtuig neergestort bij gymlokaal 30-12-1942

Johan Klijnman

Klik hier voor de pdf van dit artikel

Naar aanleiding van het artikel over de bom die Bussum deed opschrikken, vertelde oud-inwoner de heer A. van de Heuvel, dat hij zich nog zeer goed kan herinneren dat er in de Tweede Wereldoorlog een vliegtuig is neergestort bij het schoolgebouw aan de Godelindedwarsstraat. Hij was toen nog een jongen en is daags erna vanuit de Sint Janslaan, waar hij woonde, ter plaatse gaan kijken – net als een groot aantal Bussumers.

Op 30 december 1942 is een vliegtuig neergestort bij gemeentelijk schoolgebouw D, het gebouw van de Prinses Marijkeschool. Tegenwoordig het gebouw van de openbare basisschool De Linde. Hierdoor is het aangebouwde gymnastieklokaal, Godelindedwarsstraat 34, afgebrand en de in de nabijheid staande woning van de familie Thiel beschadigd.

Na de oorlog werd het initiatief genomen om het gymlokaal weer op te bouwen. Het hoofd van school D was toen de heer R.H. Bax. In de vergadering van de tijdelijke gemeenteraad van 9 juli 1946 werd als agendapunt 34 een voorstel behandeld om voor de herbouw f 57.500,00 beschikbaar te stellen: hiervan was f 50.000,00 voor de bouw en f 7.500,00 voor de aanschaf van gymnastiektoestellen. Uit de notulen van deze vergadering blijkt, dat Bussum een totaal bedrag aan oorlogsschade heeft geleden van ongeveer f 160.000,00. Wethouder Bouma legde hierbij uit, dat elke gemeente een bepaald bedrag aan oorlogsschade, afhankelijk van haar belastingcapaciteit, voor eigen rekening moest nemen, De gemeente Bussum kreeg f 85.000,00 niet vergoed van het Rijk en moest dit bedrag zelf opbrengen.

De eerste jaren na de oorlog kon de herbouw van het gymlokaal niet worden uitgevoerd wegens gebrek aan materialen. Bouwmaterialen waren schaars en werden in de eerste plaats beschikbaar gesteld voor woningbouw.

De Minister van Binnenlandse Zaken stuurde op 28 januari 1948 alle gemeenten een circulaire, waarin hij er op aandringt, bij het onderhoud en de aanleg van openbare werken de grootst mogelijke soberheid, ja meer dan die, te betrachten. “Wanneer het achterwege laten van een werk of aanschaffing niet rechtstreeks de welvaart aantast, behoort het te worden nagelaten, of althans uitgesteld, ook al zouden andere belangen in het gedrang komen en bijvoorbeeld het uiterlijk aanzien van de gemeente daaronder lijden.”

Het zou tot 1951 duren, voordat met de herbouw (en gedeeltelijke vergroting) van het gymlokaal kon worden begonnen. Het lokaal werd in gebruik genomen op maandag 14 januari 1952.