Skip to main content
Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 9, nummer 1 (april 1993), pag. 18-24

Het Sint Josephgebouw 65 jaar

Johan H.M. Klijnman

Klik hier voor de pdf van dit artikel
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

Het Sint Josephgebouw aan de Singel 24 bestaat in 1993 65 jaar. Op donderdag 19 april 1928 werd de eerste steen gelegd. Vier maanden later, op zondag 19 augustus 1928, werd het gebouw feestelijk geopend. De Bussumsche Courant deed van beide evenementen uitgebreid verslag. 

Voorgeschiedenis.

Er was heel wat aan vooraf gegaan, voordat in 1928 de eerste steen kon worden gelegd. In 1899 werd in Bussum de Rooms Katholieke Werkliedenvereniging Sint Joseph opgericht. Na een lange werkdag van twaalf uur kwamen de werklieden regelmatig bijeen om te vergaderen over zaken als verbetering van de werkomstandigheden, kortere werktijden, hogere lonen, twee of drie dagen vakantie. De eerste vergaderingen werden in cafés gehouden. Later vergaderde men in een oud gebouwtje achter de Sint Vituskerk, gevolgd door een ruimte aan de Mariastraat die gedeeld moest worden met de Sint Vincentiusvereniging, die hier een spijskokerij verzorgde. Eén keer per week werden hier emmers met eten uitgedeeld aan de armen.

De huur die het kerkbestuur vroeg voor het onderkomen aan de Mariastraat was hoog: 400, later zelfs 600 gulden per jaar. En dan te bedenken dat de leden wekelijks een stuiver contributie betaalden aan de werkliedenvereniging: dus per persoon ongeveer f 2,50 per jaar. In 1913 verhuisde de vereniging naar het Sint Vitusgebouw, waardoor de huurkosten gehalveerd werden.

Door de toename van de aktiviteiten en de onderafdelingen werd het nodig om naar een eigen ruimte te gaan zoeken. In 1921 werd besloten om een nieuw gebouw te verwerven. Onder het motto: "Mannen, werkt mee voor het eigen gebouw!" stortten de leden wekelijks een bescheiden bedrag in het bouwfonds. In een tijd van lage lonen en grote gezinnen die moesten worden onderhouden, werd de bouw van het Sint Josephgebouw met vele dubbeltjes mogelijk gemaakt. In 1928 kon aan de 340 leden worden verteld dat er bouwgrond was gekocht. 

De eerste steen gelegd

"BUSSUM.- Aan het Singel naast de winkel der coöperatie "Helpt Elkander" werd Donderdagmiddag te 4 uur met enige plechtigheid de eerste steen gelegd van het nieuwe verenigingsgebouw voor de werkliedenvereniging St. Joseph", zo begint De Bussumse Courant van zaterdag 21 april 1928 haar verslag. De plechtige wijding van de eerste steen werd verricht door de adviseur van de vereniging kapelaan J.B. Kemper in tegenwoordigheid van het bestuur van de werkliedenvereniging, architect Herman G. van Eijden, de aannemer L. Kamer, verschillende genodigden en tal van andere belangstellenden. Nadat de door de Katholieke Kerk voorgeschreven wijdingsgebeden waren verricht en de steen was gelegd, zette kapelaan Kemper de betekenis daarvan met een kort woord uiteen.

Omdat de voorzitter van werkliedenvereniging Sint Joseph wegens ziekte verhinderd was, sprak daarna de heer G. Rigter. Hij zei, dat in het Sint Vitusgebouw de standsorganisatie met haar 18 onderafdelingen niet voldoende kon worden ondergebracht. Ook voor de jeugdorganisatie met haar 65 leden was daar niet voldoende plaats. Verder bracht spreker nog dank aan het bestuur van de Sint Vituskerk, dat zo bereidwillig was geweest, een jaarlijkse subsidie te verlenen voor "De Jonge Werkman" en aan de adviseur kapelaan Kemper, die de vereniging met zoveel toewijding ter zijde stond en nu weer deze eerste steenlegging verrichtte.

Ten slotte sprak de heer P.A. Wannemakers nog een gelukwens namens de coöperatie "Helpt Elkander", waarbij hij de hoop uitdrukte, dat men altijd goede buren zou blijven. Hiermede was de plechtigheid beeïndigd. 

De feestelijke opening van het nieuwe gebouw

In tegenwoordigheid van een groot aantal belangstellenden werd op zondagavond 19 augustus 1928 het nieuwe gebouw ingewijd en met een feestelijke bijeenkomst geopend.

     
Zo zag de grote zaal er vroeger uit. De foto is genomen van achter uit
de zaal naar voren toe. Het buffet is rechts achter te zien.
 

Vooraan in het verenigingsgebouw, dat werd ontworpen door architect Herman van Eijden, waren een bestuurskamer en een buffet gemaakt. Door een ruime vestibule kwam men in een zaal van 22 meter lengte en 9 meter breedte met daarin een biljart. Deze zaal kan met verschuifbare schotten in drie zaaltjes verdeeld worden, zodat eventueel meerdere vergaderingen tegelijk gehouden kunnen worden.
Naast het gebouw is aan de westzijde een breed open pad aangelegd, zodat men ieder zaaltje afzonderlijk van buitenaf kan bereiken. Iedere onderafdeling kon dus rustig vergaderen zonder door het passeren van anderen te worden gestoord.
Achter het gebouw beschikte men nog over enkele meters grond, zodat eventueel tot uitbreiding kon worden overgegaan.
Ook was er bij de bouw rekening mee gehouden dat later, zo nodig, boven de zaal een verdieping kon worden gebouwd.

De officiële opening werd bijgewoond door de beide pastoors van Bussum met hun kapelaans, terwijl verder in de kwistig met groen en bloemen versierde zaal nog aanwezig waren wethouder P.A.M. Brand, de raadsleden G.A. Schmidt en P.N. de Lange, afgevaardigden van de Katholieke Middenstandsvereniging, de heren C.C. Spruyt en J.W. Langendorff, afgevaardigden van de Katholieke Vrouwenbond, leden van het kerkbestuur van de Sint-Vitusparochie, afgevaardigden van de onderafdelingen en van zusterverenigingen uit de omgeving.

Na het zingen van het bondslied sprak de voorzitter, de heer A. Smeink, zijn vreugde uit over de opening van het nieuwe gebouw. "Dit gebouw was nodig om in alle behoeften van de vereniging te voorzien, zoals bij vergaderingen en cursussen. Nu kunnen wij aan onze jongens naast de arbeid gelegenheid geven voor ontwikkeling en gepaste ontspanning. Priesters en arbeiders moeten elkaar hier de hand reiken. Daarom moet de organisatie over flinke lokalen kunnen beschikken." Na de inwijding voerde pastoor E. Beumer het woord; hij wenste bestuur en leden geluk met dit mooie gebouw.
Gezamenlijk werd hierna een feestlied gezongen, waarna de bondsvoorzitter, de heer H. Brouwer uit Hilversum, een kort woord tot bestuur en leden richtte. Hij citeerde dr. Schaepman, die in een openingsrede in l897 had gezegd, dat een eigen gebouw is voor de werkman: "zijn tweede woning, zijn tweede kerk, zijn nieuwe maatschappij, zijn alles".
Volgens Brouwer vormde de arbeidersvereniging hier als het ware een kleine maatschappij op zich zelf met haar ziekenfonds, toneel, vakverenigingen, bouwvereniging, coöperatie, spaarbank enzovoort.
De voorzitter deelde mede, dat door de coöperatie "Helpt Elkander" een prachtig H.Hartbeeld was geschonken en dat bloemstukken waren ingezonden door alle onderafdelingen van de standsorganisatie, door verschillende Katholieke verenigingen en zusterverenigingen uit de omgeving, door de architect, de aannemer en tal van particulieren.
Het slotwoord werd uitgesproken door de geestelijk adviseur, kapelaan J.B. Kemper, die eveneens een gelukwens tot bestuur en leden richtte, in het bijzonder tot de heren A. Smeink en erevoorzitter Th.A. de Poel, die de grote stuwers zijn geweest bij de totstandkoming van dit gebouw. 

Beheerders

De eerste beheerder van het Sint Josephgebouw was Charles M.J. Klijnman (1875-1961), die gehuwd was met Elisabeth Out. Het gezin Klijnman was per 13 augustus 1928 verhuisd van Oosterpad 16 naar de dienstwoning Singel 22a op de eerste verdieping van het Sint Josephgebouw.

     
Charles Klijnman achter het buffet.
Volgens het reclamebord op de kast werd er Amstelbier getapt.
 

De baan als beheerder ofwel conciërge van het Sint Josephgebouw was niet voldoende om in het levensonderhoud van het gezin te voorzien. Daarom was Charles Klijnman 's morgens broodbezorger voor de naast het gebouw gelegen winkel van de R.K. Coöperatie "Helpt Elkander", Singel 26. Het brood mocht vanaf 10 uur worden verkocht. De bezorgers trokken dan met een handkar de wijken in om het dagelijks brood af te leveren. Van de in totaal elf kinderen van het echtpaar Klijnman-Out zijn er nog drie in leven: J.C.M. (Han), Antoinette J. en Charles F. Klijnman.

Han kan zich veel herinneren van de periode in het gebouw. Zo vertelde hij, dat in de crisisjaren werklozen eenmaal per week in het gebouw konden kaarten; zij kregen één kop koffie of thee gratis. Verder had het verenigingsgebouw veel aanloop van de leden. Er werd vergaderd door Sint Joseph en de vele onderafdelingen. Op zaterdagavond gingen de leden hun bondscontributie betalen. Zo ontmoetten zij elkaar, zij maakten een praatje of dronken er wat, legden een kaartje of speelden er biljart.
Door de opkomst, na de oorlog, van het giraal betalen nam de noodzaak om naar de Singel te gaan steeds meer af. En daardoor namen ook de sociale kontakten af. Het belang van het verenigingsgebouw als ontmoetingsplaats verminderde daarmee eveneens.
De begrafenisvereniging hield het met het betalen van de contributie in het Sint Josephgebouw het langste vol; in de jaren zeventig kon men er nog steeds terecht.

Han Klijnman kan zich nog heel goed voor de geest halen, dat er onder het wegdek van de Singel riolering werd aangelegd. Vanuit het zijraam van Singel 24 keek hij in de gegraven sleuf in de opgebroken weg, waarin de rioolbuis zou worden gelegd. Ter hoogte van de huisnummers 11 tot en met 15 zag hij in het zand van de sleufwand een stuk of zeven zeskantige silhouetten van kontrasterend rood zand. Volgens hem waren hier doodkisten begraven geweest, waarbij na ruiming de aarde met het andersgekleurde zand was opgevuld. Van die hoge zeskantige doodkisten die bijvoorbeeld in Duitsland gebruikt werden. Dit kan betekenen dat de vroegere begraafplaats dichter bij de plaats van het Sint Josephgebouw lag en niet helemaal aan dezelfde kant van de weg, maar enkele meters meer naar het noorden.

Nadat Elisabeth Out ziek was geworden en het traplopen voor haar zwaar werd, verhuisde het gezin Klijnman in oktober 1939. De volgende conciërge van het gebouw werd een bestuurslid van Sint Joseph, die v.d. Berg heette. Deze had het idee dat de conciërge van het gebouw schatrijk werd van de fooien die hij kreeg. Dit bleek in de praktijk bepaald niet zo te zijn. De conciërge moest hard werken voor een goede boterham en daarbij moest het hele gezin meehelpen. Han Klijnman vertelde dat alle gezinsleden werden ingeschakeld bij het lappen van de ramen, het schoonmaken van de toiletten en het schrobben van de zaal. Dit laatste gebeurde 's avonds laat nadat de laatste gast vertrokken was, zodat de vloer 's nachts goed kon drogen. Voor de oorlog beschikte men nog niet over de handige schoonmaakapparaten, zoals die tegenwoordig gebruikt worden. Met z'n drieën naast elkaar werd met luiwagens de vloer gedaan. Daarna werd de vloer, terwijl men gebukt liep, gedweild. In de Tweede Wereldoorlog nam de NSB het gebouw in beslag en plunderde de inventaris.

Na de oorlog trad E.P.M. (Bertus) Klijnman (1908-1977) in de voetsporen van zijn vader. Hij was bij dezelfde coöperatie broodbezorger, alsmede van 15 februari 1946 tot 31 december 1973 conciërge van het Sint Josephgebouw. Bertus Klijnman was getrouwd met Martha G. Bakker, die hem bij het werk hielp. Het gebouw was in deze periode bekend als het K.A.B.-gebouw: het gebouw van de Katholieke Arbeiders Beweging, die later opging in het Nederlands Katholiek Vakverbond (N.K.V.). Voor de fusie van N.K.V. en N.V.V. tot de vakcentrale FNV, is het beheer over het door de Bussumse leden bijeengespaarde gebouw ondergebracht in een Vereniging tot instandhouding van een verenigingsgebouw Sint Joseph Bussum. Hierdoor bleef het gebouw behouden voor de eigen leden.

Tijdens het beheer van E.P.M. Klijnman was het K.A.B.-gebouw ook het domicilie van SDO, voordat de sportvereniging bij haar voetbalvelden van sportpark De Kuil over een eigen clubhuis beschikte. Ook biljartclub Ons Genoegen Bussum en de Centrale Volksbank waren er thuis. Vanaf 1957 of 1958 was er in de achterste twee delen van de zaal een twee-klassige kleuterschool gehuisvest. Door de schuifwanden kon het voorste deel van de zaal overdag in gebruik blijven als ontvangstruimte bij trouwerijen en begrafenissen. Het podium achter in de zaal werd overdag afgeschermd met draaiende wanden. Later gingen de kleuters naar het nieuwe gebouw van de Fatimaschool aan de Dr.Schaepmanlaan.

Het echtpaar Klijnman-Bakker werd opgevolgd door mevrouw Theodora Johanna Krijnen-Bogaard en haar echtgenoot Hendrikus Antonius Krijnen (Blaricum 23 september 1931 - Bussum 10 december 1984). Zij beheerden het gebouw van 1 januari 1974 tot augustus 1976. Tijdens deze periode zijn dansschool Eijpe en de bridgeclub medegebruikers geworden van het gebouw. Hierna werd de heer G.A. Majoor de beheerder.

Bronnen

  • De Bussumsche Courant van zaterdag 21 april 1928, no. 4144, derde blad, kolom 2 en 3.
  • Idem van donderdag 16 augustus 1928, pagina 3, 5e kolom onder agenda, vergaderingen.
  • Idem van zaterdag 18 augustus 1928, 2e blad laatste kolom onder bevolkingsopgave van 9 tot 16 augustus 1928, verhuizingen binnen de gemeente.
  • Idem van dinsdag 21 augustus 1928, pagina 2.
  • De Gooi- en Eemlander van dinsdag 29 maart 1988.
  • Contactblad van de Historische Kring Bussum; nummer 1 van 1991, bladzijde 11 t/m 14 (over beheerders Ch.M.J. en E.P.M. Klijnman) en nummer 3 uit december 1991, bladzijde 93 t/m 97 (over de coöperatie "Helpt Elkander", Singel 26).
  • J.C.M. Klijnman en Joke Vos-Bogaard.

De schrijver bedankt beide bovenstaande personen voor hun hulp, alsmede mevrouw M.M. van Moorst, die hem op het 65-jarig bestaan van het Sint Josephgebouw attendeerde.