Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum 18/3 (december 2002) pag. 7-29


Bensdorp Bussum (I)

Marcus van der Heide

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Het vervolgartikel (deel II en slot) is gepubliceerd in Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 19, nummer 3 (december 2003), pag. 3-21.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

Op 11 april 2002 meldde de Gooi- en Eemlander, dat Barry Callebaut dit jaar nog Bensdorp wil sluiten. Een adviesaanvraag daartoe werd ingediend bij de ondernemingsraad, de vakbonden en de Europese ondernemingsraad. Nu de sluiting van Bensdorp voor de deur staat, is een artikel over de grootste industrie van Bussum, sedert 1884 in Bussum gevestigd, op zijn plaats.

Van het bedrijfsorgaan Bitter en Zoet, dat van 1947 tot maart 1974 bestaan heeft, werd in 1997 een herdruk gemaakt, het werden drie dikke ingebonden banden. Het was het idee van de laatste directeur Bensdorp (de vijfde generatie van het familiebedrijf), die met meer dan 70 Bensdorpafstammelingen (kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen) op 5 september 1997 in de gloednieuwe fabriekshal, de allerlaatste nieuwbouw binnen het bedrijf, een rondleiding kreeg, Het doorwerken van de jaargangen levert, om in de sfeer van 'Bitter en Zoet' te blijven, een interessant stuk 'Lief en leed van een Bussums bedrijf op [noot 1].'

       

 
G.B. Bensdorp, de oprichter van het bedrijf.

Het geslacht Bensdorp gaat terug tot het begin van de achttiende eeuw: in Amsterdam oefenden de eerste 'Bensdorpen' toen het beroep van scheepstimmerman uit. Gerrit Bensdorp (geb. 27 juni 1728) bracht hier verandering in. Hij was 'brood-weger' en later broodbakker. Zijn zoon Gerardus Nicolaas (1789-1824) was ook broodbakker. Uit zijn huwelijk met Agnes Sinkel op 4-8-1811 werden negen zoons geboren, van wie er slechts drie in leven bleven. Twee stonden aan de wieg van het Bensdorp-concern, nl. Gerardus Bernardus (geb. 17 mei 1812) en Henricus Gerardus (22 augustus 1815). 

Gerardus Bernardus Bensdorp (1812-1882)  

Waarschijnlijk werkte Gerardus Bernardus aanvankelijk in de zaak van zijn vader. Hij was echter zeer ondernemend en trok op 19-jarige leeftijd naar het buitenland om zich in het vak te bekwamen en de nodige ervaring op te doen. Hij verbleef achtereenvolgens in Brussel, Parijs, Milaan, Rome, Napels, München en Wenen en kwam als volleerd confisseur en chocolatier in 1840 naar Amsterdam terug. Zijn getuigschriften staan afgedrukt in het jubileumalbum Bensdorp 1840-1940, aanwezig in de Documentatie HKBussum. In dit album is ook de annonce van december 1840 uit de Amsterdamsche Courant te vinden, dat hij met zijn broer Henricus Gerardus in de Kerkstraat 184 (thans no. 101) een FABRIEK VAN CHOCOLAAD had gevestigd, "alwaar de Chocolaad op Italiaansche manier wordt bearbeid".

In augustus 1843 trouwde hij en twee zoons, François Théodore (1847) en Louis François (1852) kwamen later ook in de zaak.
Henricus Gerardus trok zich in 1844 terug en Gerardus Bernardus zette de zaak nadien op verschillende adressen voort. In 1866 ontving hij ondermeer een oorkonde voor het conserveren van vruchten op een tentoonstelling in het Paleis van Volksvlijt. 

Bensdorp & Co. (1871)

Met ingang van 1 januari 1871 droeg Gerardus Bernardus de "Stoomfa-briek van en Handel in chocolaad en suikerwerken" over aan François Théodore. Zelf verbleef hij veel in zijn geliefde Parijs, waar toen al een depot bestond. In Parijs is hij op 5 oktober 1882 overleden.
In 1871 keerde broer Louis François terug uit Rome, waar hij als pauselijk Zouaaf het beleg van de stad door de Garibaldisten had meegemaakt. Hij werd de bedrijfsleider en fabricatie-chef van Bensdorp & Co.

Het contact in de nu volgende jaren met de koopman in koffie en thee G.C. van Veen zou van grote importantie blijken in verband met de toekomstige uitbreiding van het bedrijf in Bussum: Van Veen bezat hier grond aan de spoorbaan, een gunstige factor. Hij werd aanvankelijk "commanditaire deelhebber" van de firma en ging in 1877 "eene vennootschap aan onder de firma Bensdorp & Co., ten doel hebbende de voortzetting der Stoomfabriek van chocolade, suiker- en dessert-werken". Op 1 augustus 1877 doen de "Dw. Dienaren" daarvan kond met o.a. de volgende berichtgeving: "Eene geheel nieuwe en ruime inrichting, met machineriën van de laatste vinding op dat gebied voorzien, stelt ons in staat net en deugdelijk af te werken, met andere fabrieken, binnen- en buitenlands, te wedijveren, en alle orders, dit vak betreffende, prompt en spoedig uit te voeren" noot 2].

Waarschijnlijk is dus 1877 het jaar dat Bensdorp van de Staalstraat naar de Binnen-Amstel verhuisde. Naast de productie van chocolade en suikerwerken werd met de cacaopoeder-fabrikatie een begin gemaakt, de latere hoeksteen van het bedrijf. 

Ontwikkeling

In de negentiende eeuw was de ontwikkeling van het product snel gegaan. Aanvankelijk was het een Zeeuwse aangelegenheid geweest, nadat de Zeeuwse admiraal Crijnssen in 1667 Suriname veroverd had. In 1679 noemde Cornelis Bontekoe de cacao al een van de belangrijkste middelen om gezond te blijven!
De Zeeuwse cacaokoekjes (één koekje was geschikt voor een kan drinkchocolade, waaraan al dan niet suiker werd toegevoegd) waren een begrip. Sedert 1811 verrezen de cacaofabrieken als paddestoelen uit de grond: Korff  (1811), Boon (1813), Blooker (1814), Van Houten (1815), Grootes (1825) en Driessen (1826) enz.

De produktiemethode onderging een grote verandering door de baanbrekende, in 1828 geoctrooieerde, uitvinding van Koenraad van Houten. Hij had een methode ontwikkeld om de cacaomassa van het overtollige vet te ontdoen en uit het residu een goed oplosbaar poeder te bereiden, waarmee op eenvoudige wijze een smakelijke cacao-drank werd verkregen. Met de nieuwe producten cacaopoeder en cacaoboter maakte de Nederlandse industrie wereldnaam. Toen dit octrooi in 1838 verviel, kwam de kust vrij voor de andere fabrikanten. De industriële revolutie kwam met toepassing van stoom, elektra en het op de markt komen van allerlei machines in versneld tempo op gang. Als verdere ontwikkeling is bijvoorbeeld te noemen, dat Daniel Peter in 1875 de melkchocolade uitvond, de zgn. smelt-chocolade volgde in 1879 en firma's als Letang Parijs en Anton Reiche Dresden kwamen met een enorme collectie vormen en modellen aanzetten. De ontwikkelingen der cacao- en chocolade-industrie zou tot de eerste wereldoorlog ononderbroken doorgaan. 

      
 
3. "De initialen B & Co op een ovaal schild,
omgeven door twee evenwijdig lopende lijnen,
waartussen koralen, bovenop het ovaal een kroon."

Fabrieksmerk 1881

Op 16 november 1881 deponeerden Bensdorp & Co ter Griffie der Arrondissementsrechtbank een eigen Handels- en Fabrieksmerk.

Een gedeelte tekst luidde verder: "Het merk wordt gebruikt als stempel voor sommige in hun fabriek vervaardigd wordende chocolade- en pepermuntartikelen; als merk op hun kisten en om te worden gedrukt op etiketten in onderscheiden vormen en kleuren; om te worden geplakt op flesschen-busjes en pakjes poederchocolade; gepakte Hollandsche en Engelsche Pepermunt; op flesschen Suiker- en dessertwerken en op kistjes fijne bonbons en Chocolade artikelen".
Het deponeren was, getuige de uitvoerige omschrijving, een heel karwei. Vooral de vermelding van zo'n beetje het hele assortiment is interessant.

      
4 Titelpagina en Inhoudsopgave van de Prijscourant van 1902/1903. In deze "vernieuwde en meer
volledige Prijs-Courant" staat slechts 1 kleurenafbeelding uit het enorme Bensdorp-assortiment
[zie kleurafbeelding p. 19]. Op de titelpagina bevreemdt het jaartal 1836 als oprichtingsjaar.
 

 Bensdorp deed het goed getuige de vele onderscheidingen en attesten. Een prijscourant van 1902/1903 geeft een opsomming van maar liefst 28 bekroningen tussen 1883 en 1902, waaronder vele gouden medailles en een speciale medaille van de Koningin-Moeder in 1898.

Behalve de lijst van medailles en diploma's staan in het boekje ook 15 attesten van hoogleraren en directeuren. Mr. P. Truchot van de universiteit van Clermond-Ferrand schrijft dat "de cacaopoeder van Bensdorp & Co alleen de zuivere bestanddelen bevat. Het kenmerkt zich door de voortreffelijke qualiteit en bevat niet het minste bijmengsel vreemde bestanddelen, zoals meel, stijfsel of suiker. Om de reinheid en voedingskracht is het te verkiezen boven alle andere handelsmerken". 

Bussum 1884

In Amsterdam was er geen mogelijkheid tot uitbreiden van het bedrijf, vandaar dat er uitgeweken werd naar Bussum. Hier werd in 1884 een nieuwe cacao- en chocoladefabriek in gebruik gesteld, de architect van Everts, de aannemer Weitjens. Deze grensde aan de brikettenfabriek van Fock [noot 3] en was verrezen op de aan de spoorlijn liggende grond van Van Veen. De brandstof voor het bedrijf kon in elk geval niet dichter bij huis zijn!

       
 
De "pakkerij" van de brikettenfabriek

Het bedrijf begon met 20 werklieden en in 1917 waren er "omstreeks 500 personen werkzaam" [noot 4]. 

Jeugdherinneringen van Theo Thijssen

[noot 5]
In zijn laatste boek In de ochtend van het leven (1941) haalt de 61-jarige Thijssen tot in finesses zijn jeugdherinneringen, de ondertitel van het boek, op aan de periode 1883-1892. Hij eindigt met het afscheid van de lagere school op 13-jarige leeftijd. Thijssen schreef het boek tussen augustus en december 1940 en het verscheen bij zijn vaste uitgever Van Dishoeck in Bussum.

      
5. Op een koektrommel is afgebeeld een ansicht uit 1898: het tweede
huis van rechts is het bedrijfspand van Fock aan de Herenstraat.
 

Bensdorp neemt in de herinneringen een voorname plaats in en blijkt tot "de beste" bedrijven te behoren. Toen zijn vader bedlegerig werd, begon zijn moeder omstreeks 1890 een "koude koekebakkerij annex brood-dep't" in de Frans Halsstraat. In februari 1891 nam ze een kruidenierswinkel aan de Brouwersgracht over. In de betreffende hoofdstukken lezen we: "Er waren twee uitstalkasten. In de ene lag de voorraad brood. In de andere lagen dozen met verschillende soorten chocoladerepen van Bensdorp en stonden flessen met drups en suikerwerk en koekjes [...]. Een enkele keer moet ik naar Bensdorp op de Amstel om een doos repen of een kilo poeder. De juffrouwen die me daar helpen zijn erg verschillend; sommige geven me een handje bonbons, anderen vergeten dat" [hoofdstuk 34, en hoofdstuk 36:] "Poederchocolade, die probeerde [grossier] Mater [op de Rozengracht] altijd moeder aan te praten, ze moest er toch eens de proef mee nemen; maar wij haalden onze poeder bij Bensdorp, op de Amstel. Wel ver ... maar prachtige poederchocolade, zonder één korreltje meel. [onderstreping vdH]. Ja, moeder was kieskeurig op d'r leveranciers. Neen, wij verkochten alleen prima waar, daaraan was geen twijfel mogelijk, voor m'n moeder niet en voor ons, kinderen, niet: onvermoeid sjouwden wij in alle richtingen door Amsterdam, in onveranderlijke trouw aan de leveranciers, die moeder wist, dat de beste waren".
Met poederchocolade (cacaopoeder met een bindmiddel, heel vaak meel) werd in die tijd nogal geknoeid om de prijs te drukken. Zuivere cacaopoeder heeft geen bindmiddel. 

      
 
6. L.F. Bensdorp, directeur 1884-1924.
Hij zat ook in de gemeenteraad en is
wethouder/loco-burgemeester geweest.
Hij liet in 1900 aan de Graaf Wichmanlaan
12 de villa 'Maraca•bo' [belangrijke
cacaohaven in Venezuela] bouwen.

Louis François

werd de directeur van het nieuwe bedrijf in Bussum. Van Veen trok zich in 1892 om gezondheidsredenen terug als beherend vennoot. Zijn plaats werd ingenomen door zijn stiefzoon Egbert Slaghek en de dames Casparine Leonarda en Marie van Veen als commanditaire vennoten.

Er was in die tijd al een markt in de Verenigde Staten. Uniek (en in 1965 nog in familiebezit) is bijvoorbeeld de bestelling van Bensdorp Royal Dutch Cocoa, gedaan door het Witte Huis in Washington (president toen was Cleveland), gedateerd 13 december 1888. De "hoogste onderscheiding" op de Wereldtentoonstelling in Chicago in 1893 kwam dus niet helemaal uit de lucht vallen. De bestelling van 80000 pond cacao voor de tentoonstelling mocht er dan ook zijn. De herdenking van het 12,5 jarig bestaan der vennootschap op 9 mei 1893 werd opgeluisterd met een Cacaopoederlied, waarin de concurrenten Van Houten, Blooker, Korff, De Jong en Bont het aflegden tegen de beroemde Bensdorp Cacao

 
7. De bestelling van 1893 + vertaling daarvan in de Prijscourant van 1902/1903
 

Bijzonder goed waren de jaren 1896 en 1897, toen er cacaopoeder gemaakt werd voor een Engelse fabriek die tot de grond afgebrand was.

In de loop der jaren werd er heel wat bijgebouwd, volgens de Prijscourant van 1902/1903 werd er "8 maal vergroot".  In 1887 waren de vrijkomende terreinen annex opstallen van de brikettenfabriek aangekocht.

Het Bensdorpterrein maakte op de foto uit 1895 (zie omslag) een onoverzichtelijke indruk, maar dat komt door het aantal nevenbedrijen zoals blikslagerij, kistenmakerij, kuiperij en gasfabriek.

      

 
8. De nieuwe fabriek van 1897 [foto uit Bensdorp 1840-1940]

In 1897 kwam de bouw van een grote chocoladefabriek klaar, de architect was G. Vos, de aannemer wederom Weitjens.

      
De feestelijke eerste steenlegging van 2 juni 1897.
 

In 1898 werd de "firma" ontbonden en voortgezet als N.V. onder de benaming Hollandsche Cacao- & Chocoladefabrieken v/h Bensdorp & Co. De directeuren werden François Théodore Bensdorp en Egbert Slaghek. Opmerkelijk is, dat de prijscouranten het oprichtingsjaar 1836 vermelden,. De verklaring kan alleen zijn, dat er verwezen wordt naar een [van de] getuigschrift[en] van oprichter Gerard Bensdorp uit 1836. Dit moet dan het getuigschrift uit Rome zijn [afgebeeld in Bensdorp 1840-1940].

      
 
Bensdorp & [Co is niet leesbaar] ± 1900: er wordt geladen,
de duigenvaten met cacopoeder en balen cacaoboter staan
gereed voor verzending.
Geheel rechts staat directeur Louis François. 

In Amsterdam werd in 1899 begonnen met de bouw van een nieuw hoofdkantoor, dat in 1900 in gebruik werd genomen.
Kantoorbedienden in pandjesjassen zaten op krukken aan hoge lessenaars. Ze schreven met prachtig handschrift dikke boeken vol en maakten in veelvoud de Russische fakturen, waarop in extenso ook verpakking, papier om de bussen, kisten, touwtjes etc. moesten vermeld worden, dit alles vanwege de Russische invoerrechten. Rusland was toen nog een prachtig afzetgebied, de cacao werd er door een blinde vertegenwoordiger verkocht, die met een geleidehondje de klanten afging.

      
9. Russische affiche 1900
 

Kleef (Kleve)

In maart 1901 werd in Kleef een cacaofabriek in bedrijf gesteld, die onder supervisie van het hoofdbestuur voortaan de Duitse markt zou gaan bedienen.

      
 
10. 'Werbung' (reclame) uit 1906.

Het bedrijf werd opgericht, omdat de hoge invoerrechten die Duitsland ging heffen op de import van de cacaopoeder de export onmogelijk maakten. Door een eigen fabriek kon de belangrijke verkoop van de Bensdorp-cacao in Duitsland gewoon doorgaan. In 1906 werd de 22-jarige Louis François Marie (zoon van Louis François) in Kleef de bedrijfsleider.

François Theodore Bensdorp overleed in juli 1902, zijn zoon Gerard Anton volgde hem op 1 september 1903 als directeur op. Deze speelt verder in het Bensdorpverhaal in het geheel geen rol (meer). 

Bussum 1906 - Wenen 1907

      
11. De nieuwe fabriek 1906, foto uit Bensdorp 1840-1940.
 

Met de opening van een geheel nieuwe cacaofabriek in 1906 was Bussum uitgegroeid tot een hypermodern en goed geoutilleerd fabriekscomplex.

      
 
12. Ansicht nieuwe fabriek, uitgegeven door Het Kaartenhuis,
J. Schouten, Bussum (poststempel 1917).

Het fabrikageschema was toen zo, dat de handwerk-, suiker- en seizoenartikelen in Amsterdam vervaardigd werden. Bussum verschafte hiervoor de nodige half-fabrikaten, terwijl het zelf in toenemende mate cacaopoeder, cacaoboter, couverture, repen en tabletten in een grote verscheidenheid produceerde. De prijscouranten uit deze jaren zijn rijkelijk voorzien van kleurenreproducties van het enorme assortiment. De Prijscourant van 1907/1908 heeft 38 kleurenpagina's [zie hieronder na fig. 15] met voorin een gevouwen inlegvel waarop in kleur alle onderscheidingen en bekroningen staan afgebeeld.

       
Het paklokaal 1906.
 

In 1907 volgde uitbreiding met een fabriek in Wenen. Louis François Marie trok in november 1907 met een aantal Bussumse vaklieden naar Wenen om daar een nieuwe fabriek bedrijfsklaar te maken. Naast Kleef en Wenen waren over de hele wereld in de voornaamste steden depots gevestigd [zie titelpagina Prijscourant 1902/1903, ill. 4]. Het depot in Genua werd omstreeks 1930 zelfs de derde fabriek van Bensdorp, maar bleef een geheel Italiaanse aangelegenheid. Er werd alleen verpakt snoep gefabriceerd.

      
 
De vormerij (het vullen van de vormen), 1912.

 De operatie

De eerste wereldoorlog betekende voor het bedrijfsleven stagnatie. Mocht de binnenlandse markt zich daarna op kortstondig herstel verheugen, voor Kleef en Wenen lag de situatie anders. Met de export was het gedaan, aangezien de koopkracht van de oorlogvoerende landen laag was. Hoge invoerrechten en beschermende rechten maakten lonende prijzen praktisch onmogelijk. Ook was de invoering van de 48-urige werkweek in 1920 van grote invloed op het prijsbeleid. Met name was het enorme assortiment artikelen, zovele jaren de trots van Bensdorp, economisch niet meer verantwoord: talloze Bensdorp-specialiteiten verdwenen noodgedwongen van de markt.

        
13. Advertentie 1924.
 

L.F.M. Bensdorp (sedert 1916 directeur in Kleve) kwam in 1922 in de directie te Bussum en maakte in 1923 een reis naar de USA om de fabrikatie en de verkoopmethoden aldaar de bestuderen

      
 
14. Advertentie 1927. "Hoofd koel -
voeten warm! Weest wijs - drinkt anijs!"

In 1924 begon de onvermijdelijke grote operatie, de samensmelting van de Amsterdamse fabriek met die in Bussum. De operatie vond zijn voltooiing in 1926 met de overplaatsing van het hoofdkantoor van Amsterdam naar Bussum. De fabrieken werden verkocht, het oude hoofdkantoor domineerde met zijn fraaie contouren, het groene torentje en het gevelbeeld van de cacaoplukster nog vele jaren het stadsbeeld aan de Binnen-Amstel.

Het 'cacaovrouwtje' (2 meter hoog en 800 kg. zwaar) werd op 18 april 1972 door de nieuwe eigenaar van het gebouw,  de Nederlandse Middenstandsbank, aan de familie Bensdorp geschonken. Na restauratie door de Amsterdamse beeldhouwster Mevr. van Es kreeg het cacaovrouwtje op 29 maart 1973 een plaats op het fabrieksterrein in Bussum.

      
Het chocolademeisje van Bensdorp
 

Lonen

Interessant is de arbeidsovereenkomst van de Heer Heerschop uit 1926: als blikslager verdiende hij 50 cent per uur.

      
 
 15. Kwatta-advertentie,
Het Leven 31 juli 1926 (Jrg. 21, no. 31).

 In 1957 haalt de heer H. te Pas herinneringen op uit zijn begintijd bij Bensdorp. Op 23 juli 1906 13 jaar geworden werd hij als leerling geplaatst op de chocoladeafdeling voor een weekloon ('s morgens zeven tot 's avonds zes!) van f 1,25. Met ongeveer 19 jaar kreeg hij als volleerd vakman het volle loon van f 5,50 p.w. Toen hij naar boven, naar de fondantmachine werd overgeplaatst, werd het loon een stuk hoger, f7,50. Het hoogste loon dat hij voor de oorlog kreeg bedroeg f 26,- + f 2,50 premie (reiskosten moest je wel zelf betalen). Na de oorlog kwam je met meer loon en de sociale voorzieningen in een "hemel op aarde" [Bitter en Zoet Jrg. 11, september 1957, nr. 3].

De lonen aan het einde van de negentiende eeuw waren wel even anders. In 1896 had een sjouwer een maandinkomen van f 5,-. De chocolatier, de vakman in de fabriek 45 gulden, terwijl de toenmalige directeur zich maandelijks 250 gulden liet betalen. Twaalf jaar later waren deze bedragen resp. 15, 70 en 600 gulden. 

Crisisjaren

Nadat de directeur van het eerste uur, Louis François, in 1924 na veertig jaar afscheid genomen had van het bedrijf, kwam eindjaren twintig, beginjaren dertig de vierde generatie Bensdorp het bedrijf binnen om de eerste ervaringen op te doen, de vier zoons van L.F.M. Bensdorp: Lou [L.W.G.] in 1929, Brord [W.L.M.] in 1931, Hans [H.G.M.] in 1932 en Joop [J.E.M.] in 1933. Het waren de jaren, waarin  de algemene malaise en de grote werkeloosheid toesloegen; de export brokkelde steeds meer af en de binnenlandse concurrentie was moordend. Al eerder was er zelfs een "repenoorlog" uitgevochten. Er bestond een heel arsenaal repen, allemaal onverpakt. Met de verpakte reep kwamen de moeilijkheden. Kwatta kwam met zijn bekende verpakte Manoeuvre-repen, Bensdorp eveneens, maar moest van Kwatta een andere naam verzinnen.

Toen Bensdorp met de Padvinderreep kwam, vond dat weer geen genade in de ogen van Caspar Flick, die eveneens met een Padvinderreep was gekomen. Gevolg was een langdurig proces, dat door Bensdorp op grond van prioriteit werd gewonnen. Jarenlang heerste er de strijd tussen Kwatta en Bensdorp om de hegemonie op de verpakte repenmarkt [Bitter en zoet Jrg. 7, No. 7 november 1953].

De fabrikanten zelf maakten het soms ook te bont en verpakten als reclame geld bij de repen. Zo was er eens een winkelier bij wie f 100,- in een reep werd aangetroffen. Door middel van raambiljetten maakte hij daar flink reclame mee en hij zorgde er voor enige honderden dozen in voorraad te hebben, waarin nu geen f 100,- maar  - voor de goede orde - wel f 10,- of een losse gulden werd aangetroffen. Het is voorgekomen, dat chauffeurs van een vrachtauto tientallen dozen repen kochten en deze op straat openbraken, de repen voor de jeugd achterlatend.

       
Omslag prijscourant 1902/1903.
   
De enige pagina kleur in de Prijscourant 1902/1903 (boven).
 
Omslag  prijscourant 1908,
  16,5 × 24.2 cm, 64 pagina's.
 

 Voorbeelden assortiment Prijscourant 1907/1908



No. 846 Marsepain Blokken (Macaroons, dozen à 36 stuks, f 1.25. No. 9500 Noga Blokken (Montélimar Squares), Id. f 1,25.


Tablet-chocolade
No. 204 kistje van 12 dubbele tabletten à 110 gram f 4,50. No. 269 in pakketten à 6 tabletten, per tablet 22,5 cent [opdruk Bussum!]. No. 292 Koningin Chocolade met portret van H.M. de Koningin, pak à 500 gram (4 tabletten), f 1,85 per kilo.


No. 8060 Bâtons (Sticks) in dozen van 144 stuks, per doos f 1,80.
No. 8070 Melk-Bâtons (Sticks), id. f 2.-.


No. 272 Monopole groot, 100 gr / 1 tablet f 0.18.
No. 293 Bloemen, in pakken à 500 gr. / 6 tabletten, per kilo f 1,70.
No. 211 Dessert Santé (2 tabletten in vloeiband), in pakken van 400 gr. / 4 tabletten, per kilo f 2,-.


Bussen zuivere cacaopoeder: de bus van 500 gr (1) kostte f 1,20; de bus van 250 gr. (2) f 0,65.


No. 1746 Pastilles Haverstroo, bus van 2,5 kilo, f 0,70 per kilo.





Twee Bensdorp-ansichten. Het "Sommerhaus" blijkt Villa Gudela aan de Nwe 's-Gravelandseweg te zijn.

 


De serie "Kaarten van het eiland Marken bestaat uit 12 stuks." (No. 12 is afgebeeld).


Heel bekend was ook de serie van het Koninklijk Huis (afm. 4×5 cm).


No. 6 van de door Bensdorp uitgegeven serie plaatjes 'Geschiedenis van Robinson Crusoe' (afm. 7×11 cm).





Moderne verpakking van Bensdorp-artikelen, de Boomschors-chocolade (1977) en de Bens-o-matic, de cacaomix voor de drankenautomaten anno 1990.

 

 

 

 

      
16. De eerste winkel in Bussum 1932.
 

Na de crisiswinter 1929/1930 kwam de export grotendeels stil te liggen en de Nederlandse fabrikanten konden hun producten alleen nog in Nederland plaatsen. Gevolg: de markt werd overvoerd, en de prijzen gingen steeds verder omlaag. Om grip op de markt te krijgen c.q. direct contact met de consument te hebben kwam Bensdorp bij wijze van proef met 5 eigen winkels, 1 in Bussum en 4 in Amsterdam. De eerste werd in oktober 1932 in Bussum geopend!
Deze "klein-verkoop" bleek een gouden greep. In 1950 werd in Geleen de honderdste winkel geopend!

 
 
17. Bros-advertentie 1937

In deze moeilijke jaren kwam L.F.M. Bensdorp in 1934 met iets nieuws op de markt, de poreuze chocolade. Hij verzuimde echter op zijn uitvinding (er werd niet lucht aan de chocolade toegevoegd, maar er werd juist lucht aan onttrokken) patent aan te vragen, wat de nodige strubbelingen met de concurrentie opleverde. Als naam voor het artikel werd 'Sphinx' gekozen, maar dit mocht niet van een andere fabrikant. Overigens was deze grote 'luchtreep' van zegge en schrijve 5 cent ook niet zo succesvol. De nieuwe naam ervan werd toen BROS, het model werd kleiner en de prijs ook aantrekkelijker, "2 voor 5 cent", levering in mooie show-dozen van 100 stuks. Er werd een enorme reklame campagne op touw gezet met de leus "BROS als beschuit" en er werd een cadeausysteem (van zilveren lepeltjes, taartscheppen, onbreekbare glazen en handdoeken) aan vastgekoppeld. Jammer genoeg duurde dit succes in de geschiedenis van de reep maar tot de oorlog.

Per 1 januari 1934 werd de firmanaam veranderd in BENSDORP N.V. In 1938 werd Louis François Marie Bensdorp tot Algemeen Directeur benoemd. Daarnaast bleef hij als president-commissaris aan het bedrijf in Kleef verbonden .

Sociale zorg

Louis François Marie was zakelijk gezien de sterke man van Bensdorp, maar bovenal was hij een sociale persoonlijkheid. Met name ging zijn zorg uit naar de gepensioneerden, zodat al in 1933 begonnen werd met de opbouw van een pensioenreserve. In januari 1939 werd het Pensioenfonds Bensdorp officieel opgericht, waarmee een langgekoesterde wens van hem in vervulling ging. Van zijn andere sociale functies noem ik het voorzittersschap (vanaf 1932) van het bestuur van de Gerardus Majella Stichting; verder was hij bestuurslid van de Godelinde Stichting en van de Vereniging van Katholieke Ziekenhuizen in Nederland. Als groot sportman (hij was ook scherpschutter, ruiter en bergbeklimmer) heeft hij ook veel voor de voetbalclub A.W. (een der oprichters in 1903) en de tennisclub Het Spieghel gedaan.

Uiteraard was er in deze eerste eeuw van het bestaan van Bensdorp het nodige gedaan aan de sociale wantoestanden van lange arbeidstijden, slechte hygiënische toestanden, en de arbeid van vrouwen en kinderen. Daarom een paar voorbeelden van de evolutie op dit terrein. Met het Kinderwetje (1874) van Van Houten werd de kinderarbeid teruggedrongen. De eerste arbeidswet (ook voor vrouwen en kinderen) stamt van 1889. Naast deze bescherming kwam ook de 'verzekering' van de arbeider aan de orde: de Ongevallenwet is van 2-6-1901. In 1913 wist Talma de Ziektewet er door te krijgen. De Ouderdomswet-1919 bood de gelegenheid tot de V.O.V. [= vrijwillige ouderdomsverzekering. De Algemene Ouderdomswet trad pas op 1.1.1957 in werking!]. Een kinderbijslagwet en het ziekenfondsenbesluit kwamen in 1941. 

W.O. II

Vanwege de oorlog werd de jubileumviering van het honderdjarig bestaan van Bensdorp op 23 augustus 1940 sober gehouden. Er kwam een losbladige map Bensdorp 1840-1940, waarin facsimile's van alle getuigschriften van voor 1840 en de firmawijzingen tot 1900 opgenomen werden. De viering stond voornamelijk in het teken van de huldiging van 18 jubilarissen. Het was de eerste keer, dat een dame, verpakster Mej. H.J. Galis, een gouden jubileum vierde. De andere gouden jubilaris was de heer Van Solt. De heren W. Luberti, Houthuyse, Van Rhijn, J. Bakker en Van Tienen waren veertig jaar in dienst. Het personeel bood een fraaie kast aan, waarin de eerste generaties Bensdorp, Gerard, zijn zonen François en Louis, en Louis François Marie (zoon van Louis) gebeeldhouwd waren.

In de oorlog kwam de productie van cacaopoeder en cacaoboter al gauw stil te liggen. De in het land nog aanwezige voorraden cacaobonen werden geconfisceerd. Tot medio 1941 kon op bescheiden schaal nog chocoladeartikelen gefabriceerd worden, die 'op de bon' werden verkocht. Daarna werd het bedrijf zo goed mogelijk gaande gehouden met het vervaardigen van suikerwerkartikelen en allerhande surrogaten.

Het is een prestatie dat Bensdorp vanaf 1928 zeventien jaar achtereen, van 1928 tot en met 1945, kans zag om 5% dividend uit te keren. Bijzonder is vooral ook de winstuitkering sedert 1928 (een bewijs dat de beslissing van de verhuizing van Amsterdam naar Bussum een goede was geweest): zodra een uitkering aan aandeelhouders plaatsvond, werd ook een uitkering gedaan aan de werknemers, "gelijk staande aan een week loon of een kwart maand salaris" [BenZ Jrg.1, no. 5  september 1947].

De winkelketen had het zwaar te verduren in de oorlog, 14 winkels werden geheel verwoest en circa 10 geëvacueerd of ernstig getroffen door bombardementen. In 1943 moesten de winkels sluiten "als zijnde niet economisch. Met volledige medewerking van goedwillende Nederlandse autoriteiten is het ons na persoonlijke bezoeken gelukt onze winkels open te houden" [BenZ. Jrg. 4, nr. 6, oktober 1950].

Interessant is ook, dat er in 1943/1944 al een bedrijfsbrandweer bestond, bestaande uit 16 personen met J[oop] E.M. Bensdorp als commandant [noot 6].

In de hongerwinter liet L.F.M. Bensdorp zijn sociale gezicht zien. Van februari tot augustus 1945 werden in de Bensdorp-keuken, voor het I.K.O [Inter Kerkelijk Overleg] 230.700 liter warm eten bereid en uitgedeeld: "eerst kwam er de kinderkeuken, toen de babykeuken en tenslotte de bejaardenkeuken"
[noot 7]. Bovendien werd dagelijks apart gekookt voor het personeel en een twintigtal ondervoede kinderen. Daarnaast vonden wekelijks uitdelingen plaats aan het personeel van levensmiddelen en andere artikelen waaraan dringend behoefte bestond. De oudere Bussummers zullen zich zeker nog herinneren, dat radio's (het werden er meer dan honderd!) een veilig onderkomen in de magazijnen van Bensdorp vonden. 

      
 
Portret uit 1945 van L.F.M. Bensdorp,
directeur van 1922 tot 1949,
door Adrianus van der Plas.

Eerste opbouw

Het Nederlandse bedrijf kwam in tegenstelling tot met name de accommodatie in Kleve ongeschonden de oorlog uit. Op 3 juli 1945 arriveerden voor het eerst weer cacaobonen in Bussum. De prijs was wel 35 cent per kilo (voor 1940 was dit hoogstens 20 cent). Het bedrijfsklaarmaken van de installaties vergde veel inspanningen, maar in oktober kon weer gedraaid worden. De export werd door de overheid gestimuleerd met het oog op deviezen, de eerste order kwam januari 1946 uit Zwitserland.

      
Portret van L.W.G. Bensdorp, in 1958
aangeboden bij zijn 25-jarig jubileum
als directeur te Kleef, door Wim
Woerkom uit Nijmegen.
Foto's Theo Wijnekus.
 

Al in 1896 had Bensdorp de Bussumse St. Vitustoren (die na de bouw van de kerk in 1884 toen pas gebouwd werd) een bronzen klok geschonken. Deze werd in 1943 op last van de bezetter omgesmolten. Het verwondert niet al te zeer, dat de kerkelijk meelevende Bensdorpen in 1946 een nieuwe klok schonken.

In december 1946 vertrok Brord Bensdorp, die met twee broers sedert 1941 het directieschap deelde, naar de USA ten einde orde op zaken te stellen wat betreft de verkooporganisatie aldaar. Zijn plaats werd ingenomen door de vierde broer, Lou, die in Kleef directeur was [kleurportretten zie hierboven].

In mei 1947 werd een eigen bedrijfsorgaan in het leven geroepen. Er werd een prijsvraag uitgeschreven voor een naam van het blad, met als hoofdprijs een Fongersfiets, die naar Mej. Ine van Barneveld ging [noot 8]. Daarnaast waren er vier troostprijzen, een paar dameskousen, sigaretten, taart en een blik biscuits. Liefst 83 inzendingen met een totaal van 130 namen kwamen binnen.

      
 
18. Logo Bitter en Zoet.

Gekozen werd voor Bitter en Zoet, toepasselijk voor de grondstoffen (cacao en suiker zijn bitter en zoet), maar ook voor de inhoud van het blad, het 'Lief en leed' dat in een personeelsblad nu eenmaal aan de orde komt. Als illustrator voor het blad werd Carel Voges aangetrokken, de illustere tekenaar van Bomans' Pa Pinkelman en Tante Pollewop [noot 9].

      
 
19. Voges aan de tekentafel in Soest
  [Bitter & Zoet Jrg. 25, september 1971 nr. 4].

 

      
20. Advertentie jubileumboek
35 jaar voetbal AW (1938).
 

Probleem

In het tweede nummer van juni 1947 wordt door directeur J. Bensdorp een interessant na-oorlogsprobleem uit de doeken gedaan, de vrije zaterdag.

Al in 1935 voerde Bensdorp de vrije zaterdag in, met een werkweek van 5 × 8,5 uur. Na de oorlog was het regeringsvoorschrift, dat minimaal 48 uur gewerkt moest worden. Bensdorp dacht met 5 × 9 uur te kunnen volstaan, maar dit was ook nog in strijd met de Arbeidswet, die verbiedt dat langer dan 8,5 uur per dag gewerkt wordt. Ik citeer: "De zaak werd reeds ongeveer een jaar geleden [onderstreping vdH.; ja, die ambtelijke molens!] ter behandeling aan den Minister van Sociale Zaken gegeven. Eindelijk nu heeft deze na langdurige besprekingen met verschillende instanties en een uitvoerige correspondentie ten ongunste voor ons beslist. Hierdoor worden wij dus gedwongen de vrije Zaterdag, die zulk een groot sociaal goed was, prijs te geven. Wij betreuren dit ten zeerste [...], want met cijfers hebben wij aan alle instanties kunnen aantonen, dat de 45-urige werkweek absoluut geen vermindering van productie betekent tegenover de 48-urige werkweek, zodat ook economisch het werken van 5 dagen van 9 uur volkomen verantwoord is". De 45-urige werkweek zou pas op 1 mei 1961 ingevoerd worden. 

        
21. Het glas in lood raam, ontworpen en uitgevoerd door
H. Loontjes uit Amsterdam, leraar aan de Academie van
Beeldende Kunst aldaar. "In het midden onder: het
kantoorgebouw van de zaak in Amsterdam. Links en rechts
daarbovenuit rijzen de contouren van de gebouwen van
Wenen en Kleef. Beide steunen als het ware tegen de
vele groter afgebeelde gevel van Bussum, de zaak van
waaruit de andere bedrijven worden bestuurd."
       

L.F.M. Bensdorp 

In september 1947 werd op grootse wijze het 25-jarig hoofddirecteurschap van L.F.M. Bensdorp gevierd. Hij werd om zijn vele verdiensten benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau en Ridder in de Orde van St. Gregorius.

Met hem werden nog 33 jubilarissen gehuldigd, een gewoonte sedert 1930 (toen er 9 jubilarissen waren van wie er 5 veertig en 4 vijfentwintig jaar in dienst waren). De laatste huldiging was in 1940 geweest. Nu, zeven jaar later, waren er liefst 33 jubilarissen  (5 voor vijftig jaar, 15 voor veertig jaar trouwe dienst en tenslotte 13 zilveren jubilarissen) en ze krijgen allemaal een c.v.-tje in Bitter en Zoet [Jrg. 1, nummer 5 september 1947]. Van de zilveren jubilarissen noem ik speciaal Piet Knijn, die het van administrateur tot directeur van de fabriek in Genua  gebracht had.

De huldigingen vonden plaats in Concordia, waar ook het cadeau van het personeel werd aangeboden aan de jubilaris, een gedenkraam.

's Avonds verzorgde het Nederlands Volkstoneel de opvoering van het spel in drie bedrijven van Arnold Ridley, De Spooktrein. Uiteraard was de dag begonnnen met een H. Mis in de St. Vituskerk.

Op 8 november 1948 was het zover, dat voor Nederland de distributie en de prijsbeheersende voorschriften werden afgeschaft. Het zakendoen was weer vrij en alles ging weer wat gemakkelijker. Over de verdere 'wederopbouw' (om het na-oorlogse woord te gebruiken) zal het vervolg van dit artikel gaan. 

Met dank aan

L.W.E.M. Bensdorp, A. Bensdorp-Grond, Simonette Bensdorp, Documentatie HKB, Goois Museum Hilversum, Martin Heyne, en de oud-medewerkers van Bensdorp C.J. van den Bosch, E. Drooglever-Fortuyn en M. van Groenigen. 

Noten

  1. Naast Bitter en Zoet heb ik voor dit artikel het Bensdorp-knipselarchief van de Gooi- en Eemlander doorgewerkt.  Een waardevolle aanvulling op dit archief vormde de Bensdorpmap van de Documentatie Historische Kring Bussum.
  2. Citaat uit Bensdorp 1840-1940, aan de Historische Kring Bussum geschonken door Joop E.M. Bensdorp (1916-1992).
  3. De ligging van de brikettenfabriek is af te lezen op de Kaart van het bewoonde gedeelte der Gemeente Bussum, in 1884 door de VerfraaiingsVereeniging te Bussum uitgegeven [afgebeeld in Gerard Langemeijer, Het Spiegel in kaart gebracht, Vereniging Vrienden van het Spieghel 1990]. De aanbesteding van de fabriek was van 23-12-1881.
  4. A.N.J. Fabius, Geschiedenis van Bussum (1917), p. 88 en 90. De op pagina 9 genoemde prijscourant stamt van 1902/1903 (de laatstgenoemde bekroning is het Erediploma Olmütz van 1902) en meldt in het voorwoord zelfs: "Het getal onzer werklieden klom op tot over de 700 personen".
  5. 5. Het duurde dertien jaar voordat het boek weer herdrukt werd. De citaten komen uit de derde druk, de populaire Prismaserie (nr. 232, 1962). Agathon (opvolger van Van Dishoeck) verzorgde de 4e - 6e druk (1973 -1979). De laatste uitgave, 8ste druk, is van Querido in de serie Salamander Klassiek (1996).
  6. Johan Klijnman, Brandweer Bussum 1899-1999, p. 45/46. De 'officiële' bedrijfsbrandweer stamt van 1951.
  7. Aldus de 81-jarige Willibrord Bensdorp in de Gooi- en Eemlander van 1 april 1995, in de serie 'OVERLEVEN 1940-1945'. Zijn vader had de tegenwoordigheid van geest gehad om in 1939 veertigduizend kilo spliterwten in te slaan, waarvan  5 jaar later in de hongerwinter soep gemaakt werd. Zie verder het artikel van Ina de Beer, De centrale keuken, in Contactblad Jrg. 11, nummer 1 april 1995, p. 23/24.
  8. Een interview met haar in B & Z 25e jaargang, nummer 5 van oktober 1971 [Documentatie HKBussum]. "Ze at thuis een stukje bittere chocolade, toen ze over een idee voor een gepaste naam zat te piekeren. Het woord 'Bitter' stond al op papier, voordat de laatste restjes in haar mond waren gesmolten. De rest valt uiteraard niet moeilijk te raden. Niet alleen dat 'Zoet' een duidelijke tegenhanger is, maar toch zeker ook omdat bittere chocolade beslist niet smaakt zoals de letterlijke benaming zou doen verwachten," antwoordde ze op de vraag hoe ze op de naam gekomen was.
  9. Carol Voges kwam in 1945 naar Bussum, Huizerweg 19. Zie Contactblad Jrg. 2, nr. 1 van oktober 1985: Hans Stikkers, Pinkelman en Pollewop in Bussum.
    Een interview met Voges n.a.v. 25 jaar tekenen voor Bensdorp in B & Z Jaargang 25, nr. 4 september 1971 [Documentatie HKBussum]. 

Stamboom

(de 5 generaties Bensdorp in mannelijke lijn; -> = zoon)

Gerardus Bernardus (1812-1882)
    |
François Théodore (1847-1902)        ->  Gerard Anton (directeur 1903)
Louis François (1852-1934)
    |
Louis François Marie (1884-1958)
    |
Lou [L.W.G.] (1911-1994)        -> Lou Jr. [L.W.E.M.] (geb. 1937), kwam in 1960 het bedrijf binnen, sedert 1970 directeur en in 1974 na de overname door Unilever vertrokken.
Hans [H.G.M.] (1912-2000)   
Brord [W.L.M.] (1913-1999)   
Joop [J.E.M.] (1916-1992)