Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift 27/3 (december 2011) pag. 27-29


De dwarsliggers

 

Nel Krijnen-Van Gog

Klik hier voor de pdf van dit artikel

Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

De ontwikkelingen rond de Gemeentelijke herindeling van Bussum zijn voorlopig nog niet op zijn eind gekomen. Zal Bussum dan toch nog zijn 200-jarige onafhankelijkheid vieren? Bussum had op 4 december 1816 bij Koninklijk besluit, eindelijk officieel toestemming gekregen om zich af te scheiden van Naarden. Hier was echter een strijd van circa 22 jaar aan vooraf gegaan. Aandacht voor de mannen die daarin een hoofdrol speelden.

Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap

   
   
 Paspoort Jan van Thienen
 

Waarschijnlijk hebben de legering van de Fransen in en om Naarden, en de ideeën van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap, hiervoor een belangrijke impuls gegeven. Bussum kreeg in 1795 een eigen Municipaliteit (bestuur). Ysaak Kaarsgaren werd president (schout), Jan van Thienen, Tijmen Krijnen en Wessel Martensz van de Berg werden schepenen. Zij zorgden onder andere voor de transport-en de hypotheekakten. Verder waren Claas Jansen Majoor en Lambert Jansen Majoor, die de eerste (en tevens de jongste) secretaris van Bussum werd, erbij betrokken. Het waren de notabelen van het dorp, allen waren een of meerdere malen buurmeester en armmeester geweest.

De heren maakten het de Naarders erg moeilijk. De belastinggelden, die anders naar Naarden gingen, bleven nu in Bussum. Naarden zag dat de Bussumers het serieus meenden en begonnen te protesteren. Ze schreven de ene brief na de andere aan de Provisionele Representanten van Holland. Ze schreven dat Lage Bussum eeuwenlang een gehucht was geweest en onder de jurisdictie van Naarden viel (voetnoot 1). Ze vonden dat Bussum weer onder het bestuur van Naarden moest komen.

Toen Naarden gehoor kreeg in Den Haag, stuurde men een bode naar Bussum. Deze moest alle personen die hoorden tot de zogenaamde Municipaliteit van Bussum, uit naam van de Baljuw van Gooijland aanzeggen:
“dat zij zich voortaan zullen hebben te onthouden van alle daden van gezag hoe ook genaamd zig geene regeering over Bussum weer aan te matige, en zich als burgers te gedragen. Al zo ingeval van ongehoorzaamheid tegens hen lieden zal worden geprocedeerd als na regten Naarden 11-03-1796 was get/ G.G.van Loon Baill. Van Gooijland.”

De reacties van de Bussumers waren niet mals: “Ik ontwerp mij nergen aan niet hoegenaamd aan de geregte van Naarden” (Ysaak Kaarsgaren); “Ik houw mij in mijn qualiteit” (Wessel Martens van de Berg); “Ik zal voort werken” (Tijmen Krijnen); “Ik kan mij daar aan niet onderwerpen (Jan van Thienen) (voetnoot 2). Ze verzochten om een kopie van het decreet [brief] die zij niet ontvangen zeiden te hebben. Claas en Lammert Majoor zeiden: “Ik houw mij aan de placate” [een van de overheid uitgaande open brief].

Om de Bussumers toch in kennis te stellen van de inhoud van de open brief, kwam de Baljuw met drie Naarders naar Bussum om de brief voor te lezen. Ook werden plakkaten opgehangen. Dit viel niet in goede aarde; de plakkaten werden met messen bewerkt en gescheurd. De Baljuw en het comité van justitie van Gooiland waren zeer verontwaardigd. Zij loofden een premie van 50 gulden uit – wat voor die tijd een groot bedrag was – om de dader of daders aan te brengen, zodat ze gestraft konden worden. De aanbrengers hadden niets te vrezen, hun naam zou geheim blijven. (voetnoot 3)

De dwarsliggers

 
   
Paspoort Ysaak Kaarsgaren

Maar wie waren nou die dwarsliggers, die het de Naarders zo moeilijk maakten? Men zou denken jongelui die geboren en getogen waren in Bussum. Maar niets is minder waar. Met uitzondering van Lambert Majoor waren het middelbare mannen, die allemaal al een belangrijke functie bekleed hadden. Ze hadden duidelijk wat te winnen bij Bussums onafhankelijkheid. De zes opstandelingen op rij:

      • Wessel Martenz van de Berg (1730-1811) was de enige geboren Bussumer van het stel. Hij was boer, erfgooier en had in 1786 toestemming gevraagd en gekregen van Naarden tot de verkoop van koffie, thee, chocolade, tabak, snuijff, azijn en verdere kruidenierswaren.
      • Jan van Thienen (1749-1830), geboren in Amersfoort, kwam via Kortenhoef en ‘s-Graveland naar Bussum. Hij was bleker en huurde eerst de oude blekerij voor 80 gulden per jaar en kocht hem in 1815. Later was hij eigenaar van twee blekerijen: ‘De oude blekerij’ en de blekerij ‘Nooit gedacht’. Op 28 oktober 1812 vroeg hij een binnenlands paspoort aan, de reis ging naar Utrecht. Zijn signalement luidde: groot 1.55, blauwe ogen, grijze baard en hij droeg een pruik (voetnoot 4)
      • Tijmen Krijnen (1731-1812), kwam uit Blaricum, was boer en erfgooier en getrouwd met een Bussums meisje.
      • Claas Jansz Majoor (1741-1814), kwam uit Laren, was boer en erfgooier en koopman.
      • Lambertus Jansen Majoor (1770-1811), de jongste van het stel, kwam ook uit Laren en trouwde ook een Bussums meisje. Hij was winkelier en eigenaar van een jaagschuit op het veer Bussum-Amsterdam en vice versa, die later werd verhuurd aan Jacob Bus voor 3 gulden per week.
      • Ysaak Kaarsgaren (1751-1819), geboren in Laren, was schoonzoon van Wessel van den Berg, zwager van Claas Majoor en stiefvader van de latere eerste burgemeester Hendrik Banis. Over hem is het meest bekend. In 1782 had hij toestemming gevraagd en gekregen tot de verkoop van koffie, thee, chocolade en andere kruidenierswaren. Zijn aanvraag voor flessiaan (klein brandewijnverkoper) liep op niets uit, hij kreeg daar geen toestemming voor.4 Samen met Lambert Jansen Majoor had Yzaak ook een winkel in laken, linnen en garen. In 1790 kwam de gildemeester van het Kleermakers en Lakenkopers Gilde van Naarden om het jaarlijkse gildegeld te vorderen. Ze waren wel genegen om te betalen, maar zij stelden daar tegenover dat personen buiten de jurisdictie van de stad Naarden niet met soortgelijke waren bij de ingezetenen van Lage Bussum mochten venten. Omdat die personen onder het gilde behoorden en zij daardoor benadeeld werden (voetnoot 5).


Ysaak Kaarsgaren (1751-1819), geboren in Laren, was schoonzoon van Wessel van den Berg, zwager van Claas Majoor en stiefvader van de latere eerste burgemeester Hendrik Banis. Over hem is het meest bekend. In 1782 had hij toestemming gevraagd en gekregen tot de verkoop van koffie, thee, chocolade en andere kruidenierswaren. Zijn aanvraag voor flessiaan (klein brandewijnverkoper) liep op niets uit, hij kreeg daar geen toestemming voor.4 Samen met Lambert Jansen Majoor had Yzaak ook een winkel in laken, linnen en garen. In 1790 kwam de gildemeester van het Kleermakers en Lakenkopers Gilde van Naarden om het jaarlijkse gildegeld te vorderen. Ze waren wel genegen om te betalen, maar zij stelden daar tegenover dat personen buiten de jurisdictie van de stad Naarden niet met soortgelijke waren bij de ingezetenen van Lage Bussum mochten venten. Omdat die personen onder het gilde behoorden en zij daardoor benadeeld werden (voetnoot 5).

Ysaak Kaarsgaren was koopman en fabrikant maar hij moet ook een zakenman geweest zijn en heel ondernemend. Want in 1812 vroeg ook hij een binnenlands paspoort aan om naar Emden te kunnen gaan, een oude handelsplaats, gelegen in Oost-Friesland (Duitsland). Emden was in 1806 weer Nederlands geworden. In 1810 werd Emden net als de rest van Nederland bij Frankrijk gevoegd, om in 1813 weer heroverd te worden door het leger van de Pruisen. Yzaak koos dus niet zo’n rustige tijd uit voor deze reis. Zal hij de reis met de postkoets van Naarden naar Delfzijl en met een bootje over de Eems hebben gemaakt, of zal hij over land naar Emden zijn gereisd? Op zijn paspoort stond ook zijn signalement: hij was 1,70 m lang, had bruin haar maar een zwarte baard en blauwe ogen, een bijzondere combinatie . . . (voetnoot 5).

De Bussumers zullen onderling wel uitgemaakt hebben dat het na zoveel jaar strijd tijd werd voor zelfstandigheid. Men stuurde op 6 augustus 1816 een petitie naar de Koning met een verzoek dat als volgt luidde (voetnoot 6):


 
 
Petitie aan de koning van 6 augustus 1816
 

“Maijesteit zal gelieve te behagen, ten einde in zo ….. onspoeden als waar mede deze gemeente heeft te strijden, haar geluk en voorspoed door uwe Koningklijke Maijesteit gunstige uitspraak spoedig moge bevestigd zien. Het welk doende
Was getekend  

Bussum, 6 aug. 1816.

 

J. Thierens Municipaliteit van Naarden, woonagtig te Bussum
Besanqon, Burgem/ad/ te Bussum
Roel Distelblom, W(ille)m Klarenbeek, Mewis Krijnen,
Hendrik Raven, Hendrick Ruijjer, Teunis Ruijsendaal,
Elbertje Majoor, Hendrik van den Bergh, Gijsbert van Thienen,
I. Kaarsgaaren, Evert van Eijden, Lambert Krijnen,
Jan Bleekendaal, Gerrit Kreijnen, Jacob Kreijnen,
De Wed, K. Fokker, Marten van den Bergh, Lambert Huisman,
C. Becancon, Jacob de Beer, Pieter Ruiter,
De W. Dirk Pauw, Jan Raven, Gerrit Hazelager,
  Jan Ruijsendaal, Tijmen Majoor .

 

Van de zes personen van het eerste uur waren alleen Ysaak Kaarsgaren en Jan van Thienen bij de onafhankelijkheid nog in leven. Beide werden Assessor (wethouder) tot aan hun dood in resp. 1819 en 1830. In 1820 verving Jan bovendien regelmatig de afwezige schout J. J. Thierens Jz en leidde hij de raadsvergaderingen. Na herhaalde klachten van de voornaamste inwoners van Bussum en na regelmatig tot de orde geroepen te zijn, werden de klachten over hem op papier gezet en verzonden naar de Gouverneur, met het verzoek dit ter kennis te brengen van Z. M. den Koning.

Dit resulteerde uiteindelijk in het ontslag van de heer J. J.Thierens Jz. als schout van Bussum. Het besluit viel op 4 november 1820. Thierens werd verzocht al zijn papieren over te dragen. Nog een enkele keer zat Jan van Thienen de vergadering voor. In de vergadering van 4 maart 1821 werd Hendrik Banis, de stiefzoon van Yzaak Kaarsgaren schout en de eerste burgemeester van Bussum. Jan van Thienen legde zijn functie als provisioneel schout neer (voetnoot 7).

Bronnen / Noten

1. OAN 141.
2. OAN 40.
3. Criminele rol Inv. 3051-15-03-1796
4. OAN 41 blz 122-123.
5. NAN. 1278.
6. Nationaal Archief Inv. No. 2.02.01 Nr. 5283
7. Notulenboek van de Raad van Bussum 1817-1842

Nel Krijnen-van Gog is sinds 1979 medewerkster bij de Nederlandse Genealogische Vereniging en sinds 1984 lid van en medewerkster bij de Historische Kring Bussum.