Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift 24/2 (augustus 2008) pag. 27-28


P.M.R. Versteegh: officier en ruiter

 Eric de Ruijter

 Klik hier voor de pdf van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting. 

      
 
P.M.R. Versteegh, uit: Doodenboek Oranjehotel
1940-1945, p. 134.

P.M.R. Versteegh kreeg in 1948 postuum een straat naar zich vernoemd in Bussum-Zuid. Daarmee eerde de Bussumse gemeenteraad een van zijn verzetshelden. Versteegh was in 1942 gefusilleerd door de Duitsers vanwege zijn rol als bevelhebber van de Ordedienst (OD). Minder bekend is zijn optreden in de jaren ‘20 en ‘30 als dressuurruiter. Hij vertegenwoordigde Nederland onder andere op de Olympische Spelen van 1928 en 1936. 

Officier bij de marechaussee

Pierre Marie Robert Versteegh was geen Bussummer van geboorte. Hij werd op 6 juni 1888 in Kedoengbanteng, op Java, geboren, waarschijnlijk van half Indische afkomst. Pas in 1928 is hij in Bussum gaan wonen. Versteeghs activiteiten als ruiter waren onlosmakelijk verbonden met zijn militaire carrière.

Nadat hij in 1909 aan de Koninklijke Militaire Academie geslaagd was, trad hij in 1919 in dienst bij de Koninklijke Marechaussee. Versteegh werd eind 1919 meteen aangesteld als commandant van het district Groningen. Hij vervolgde zijn carrière als districtscommandant in Amsterdam en eindigde als commandant van de 4de divisie in Groningen.

De marechaussee bestond grotendeels uit bereden troepen, officieren hadden hun eigen paard en een districtscommandant zelfs twee. In de landelijke kranten is zijn deelname aan paardrijwedstrijden goed te volgen. Met name de Nieuwe Rotterdamsche Courant en Het Vaderland besteedden veel aandacht aan de paardenkoersen. Versteegh werd voor het eerst genoemd bij een concours in 1922, dan nog niet met zijn eigen paard. In 1923 en 1924 nam hij vooral deel aan jacht-of springwedstrijden met de (eigen) paarden Tarass-Boulba en Kubinke. Hij richtte zelf zijn paarden af. Eind 1924 kwam His Excellence II in beeld: een Trakhener warmbloed waarmee hij veel succes zou hebben. Met dit paard ging hij zich vanaf 1925 toeleggen op de dressuur. Vanaf dat moment kreeg zijn rijkunst ook meer persoonlijke aandacht in de krant. Bij het concours van Hilversum (juni 1925) werd zijn rust geprezen, maar de recensent meende dat als het paard zich meer zou verzetten de dressuur nog meer onder controle moest zijn. Die opmerking werd een jaar later nog eens herhaald.

In februari 1928 trouwde hij in London met Emmy Hijmans. Hij was eerder getrouwd geweest met Flora Oudshoorn en had met haar drie kinderen. Emmy was eerder gehuwd geweest met Floris der Kinderen. Mogelijk heeft hij haar via de paarden leren kennen. In 1927 werd in de kranten bericht dat Versteegh met het paard Matador, eigendom van Emmy der Kinderen, deelnam aan springwedstrijden. Het echtpaar vestigde zich op 12 maart 1928 in de woning aan de Burg. s’ Jacoblaan 16 in Bussum, die toen net gebouwd was. Het was een ruim huis, maar volgens het bevolkingsregister moest het dan ook onderdak bieden aan de drie kinderen van Versteegh en de twee van Hijmans. Waarschijnlijk bood het perceel ook mogelijkheden om een paard aan huis te hebben. 

De Spelen van 1928 en 1932

De periode van 1928 tot 1936 was zijn hippische glorietijd. Hij nam deel aan allerlei concoursen in het buitenland. In de jaren 1931-1933 hoorde Versteegh bij de weinige officieren die door de inspecteur der cavalerie aangewezen waren om deel te nemen aan buitenlandse wedstrijden. Het hoogtepunt was zijn optreden op de Olympische Spelen. Dat begon met de kwalificatiewedstrijden van mei 1928. Versteegh meldde zich aan voor de dressuur (met His Excellence II) en als hindernisruiter (met Mascotte en Matador). De recensent van de NRC verbaasde zich over de vooruitgang van de meeste ruiters. Ook Versteegh doet het goed, hij wordt derde en is daarmee een van de drie ruiters die naar de Spelen mag. Bij het springconcours gaat het niet zo goed, Versteeghs paard blijkt te onstuimig.

      
Versteegh tijdens de dressuur-wedstrijd op de
Olympische Spelen 1936 in Berlijn
 

 Op de Spelen zelf maakt Versteegh geen bijzondere indruk, hij wordt negende in het individuele klassement. Beter doen de drie Nederlandse ruiters het als team, in de landenwedstrijd worden ze derde. In een feestelijk Olympisch Stadion, in aanwezigheid van de koninklijke familie, werd de bronzen medaille aangekondigd.

Het is een raadsel waarom Versteegh niet meegedaan heeft aan de Spelen van 1932 in Los Angeles. Hij was nog steeds een van Nederlands beste dressuurruiters. In 1930 (Luzern) en 1931 (Vichy) werden door de internationale hippische federatie toernooien gehouden als voorbereiding op de Spelen. Versteegh deed aan beide mee, en werd in Vichy zelfs tweede. Bij de proef voor de Olympiade in april 1931 doet Versteegh het ook goed, ‘een wonderbaarlijk mooie rit’. Het grote toernooi in Berlijn van begin 1932 was echter geen succes. Het Vaderland sprak van de dressuurproef als onze zwakke plek, en dat het niet vlotte met Versteegh. Al eerder was in de kranten geklaagd over de slechte omstandigheden voor de ruiters: de moeite om aan goede paarden te komen, het gebrek aan tijd om te oefenen en de kosten van het vervoer. De ruiters kregen het vervoer van de paarden maar tot de grens vergoed.

      
 
Dressuurwedstrijden op Olympische Spelen Berlijn, 1936

Waarom Versteegh niet deelnam is onduidelijk. Terwijl de deelnemers aan de Spelen met de boot onderweg zijn, doet hij in juli 1932 in Aken met succes mee aan een concours. Ditmaal berijdt hij ook voor het eerst een nieuw paard Ad Astra, naast His Excellence II. Beide paarden deden het ook heel goed op het Concours hippique van Wenen in 1933. De verslaggever van het Vaderland zag “een aan het volmaakte grenzende zit”, al was de Oostenrijkse jury wat minder enthousiast. 

Optreden in Nazi-Duitsland

Versteegh had geen probleem in Nazi Duitsland wedstrijden te rijden. Bij het concours in Aken van 1933 waaraan hij deelnam worden de deelnemers door Goering ontvangen en zingen alle aanwezigen het Horst Wessellied. Ook bij de Spelen van Hitler in 1936 was hij present. Versteegh had zich in mei weer weten te kwalificeren bij de olympiadeproef. Hij reed met zijn echtgenote, die notabene joods was, met de auto naar Berlijn. Als hij op 13 augustus 1936 zijn opwachting maakt is de recensent van de NRC onder de indruk van rijder en zijn paard Ad Astra: “een genot om haar aan het werk te zien … De combinatie is ongetwijfeld de beste die wij in het veld brachten.” Toch eindigde hij slechts als achtste en het team als vijfde. De voorzitter van de Nederlandse Hippische Sportbond, Quarles van Ufford, meende dat Versteegh beter verdiend had. Hij noemde de beoordeling van de jury niet objectief, eerder chauvinistisch; Duitsland won alle 7 gouden medailles bij het paardrijden. Na de spelen reed hij met zijn vrouw door naar Aken om daar aan het Internationale Concours hippique deel te nemen. Hij wist met Ad Astra een vijfde prijs te veroveren.

Het feit dat Emmy Hijmans joods was werd echter steeds belangrijker. Versteegh was in 1937 Luitenant-Kolonel geworden en divisiecommandant in Groningen. Na de bezetting werd Versteegh teruggeroepen uit Groningen en moest hij zijn paard inleveren. De druk werd opgevoerd door de ariërverklaring die alle ambtenaren in oktober 1940 moesten ondertekenen. Versteegh weigerde vanwege zijn eigen Indische afkomst en de joodse afkomst van zijn vrouw. Diezelfde maand vroeg hij ontslag aan uit militaire dienst. Versteegh liet het daar niet bij zitten, hij meldde zich aan bij de Ordedienst (OD), een organisatie van militairen die Nederland wilden voorbereiden op de bevrijding. Hij werd in juni 1941 commandant van de OD. In september wordt hij opgepakt. Na een verblijf in het Oranjehotel wordt hij op de ochtend van 3 mei 1942, notabene in Duitsland, in Sachsenhausen gefusilleerd. 

Bronnen

  • Bevolkingsregister Bussum 1859-1940, Streekarchief Naarden
  • H.M. Walbrecht, Het paard bij de Koninklijke Marechaussee, Museumbrochure 13 (Buren, Stichting Vrienden van het Marechausseemuseum, 1999), p.28
  • E.P. Weber, Gedenkboek van het Oranjehotel (Amsterdam 1947) p. 165-168
  • http://oranjehotel.nationaalarchief.nl/gevangenen/zelf/versteegh.asp
  • http://kranten.kb.nl/, de archieven van Het Vaderland, 1920-1945 en Nieuwe Rotterdamsche Courant, 1910-1930