Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift 24/1 (maart 2008) pag. 4-5


Eten bij het 'Brinkie'

Chris Leenders

Klik hier voor de pdf van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting. 

Eén van markantste televisieplekjes in Bussum was café-restaurant ‘’De Brink’’, dat gevestigd was aan de Brinklaan. Begonnen in 1937 als café en lunchroom, werd het na de Tweede Wereldoorlog een café-restaurant, en sinds november 1951, een maand nadat de Nederlandse Televisie Stichting (NTS) zich in Bussum vestigde, het ‘televisiestamcafé’ van de NTS.

     
  Het Brinkje in 1963, collectie HKB

Wie binnen ging zag een vrij donkere pijpenlaatje met wanden diepbruin van kleur, niet door verf maar door de jarenlange inwerking van nicotine. Opvallend was de grote collectie van honderden foto’s van televisieomroepsters, presentatoren, showmakers, bekende actrices en acteurs, die op willekeurige plaatsen aan de muren van de zaak geprikt waren: inmiddels historische prenten uit de vaderlandse tv-geschiedenis.

De zaak werd gedreven door de familie Duller, vader Cees en zijn vrouw Bep, en later hun twee zonen Hans en Peter. Van ‘s morgens negen tot ‘s nachts twaalf uur was ‘De Brink’ open. De drukste uren vielen tussen half vijf ‘s middags en half negen ‘s avonds, de vrije uren tussen de repetities en de uitzendingen. Verder was er in de zomer een buitenterras open, waar vele televisiemensen hun bruine kleurtje opdeden.

Zeventig mensen konden een plaats vinden aan de tafeltjes in ‘De Brink’, als iedereen tenminste meewerkte. Per dag schoof Moe Duller zo’n slordige 150 tot 200 complete maaltijden door het keukenluikje (het record was meer dan zestig per uur), en dan werden de broodmaaltijden niet eens meegeteld. Een jonge cameraman van de NTS vertelde eens: nergens krijg je zulke grote glazen pils als bij ome Cees, er ging bij ome Cees 0.3 liter in één pilsje. Ome Cees en Moe stonden elke dag meer dan veertien uur in hun zaak; dat maakte dat zij in de loop der jaren haast vanzelf de vertrouwensmensen van veel televisiemakers waren geworden, de zorgzame pleegouders van honderden tv-mensen.

      
Cees Duller achter de tap, collectie Beeld en Geluid, Hilversum
 

Terwijl er in alle tv-studio’s op den duur kantines waren, ging men toch veel naar het ‘Brinkie’ toe om iets te eten. Zelfs uit Hilversum kwam men nog graag, ook toen daar de eerste tv-studio’s al geopend waren, om toch maar te eten bij het ‘Brinkie’. Dat kwam natuurlijk ook door de zogenaamde ‘etensbon’, die door de NTS gegeven werd aan haar personeel van de dagdienst, als men moest overwerken. Daarnaast was er het ‘billijke tarief’ dat de Dullers hanteerden, en speciaal voor hen die door een onvoordelig uitvallende dienst volgens de omroepwetten niet in aanmerking kwamen voor een gratis (etensbon) warme maaltijd. De directies van de eveneens aan de Brinklaan gelegen meer chiquere gelegenheden zoals ‘De Rozenboom’ en ‘De Harmonie’ konden wel eens jaloers kijken naar de dikwijls in beweging zijnde deur van ‘De Brink’ terwijl hun keurige kelners weinig om handen hadden.

      
 
Etensbonnen uit 1960 en 1957, afkomstig van Peter Duller

Behalve cameramannen, technici, producers, regisseurs, decorontwerpers en toneelmeesters, die tussendoor hun maaltijden altijd gehaast kwamen opeten, kwamen er natuurlijk ook gewone Bussumers om te eten. Ze probeerden een glimp op te vangen van de omroepster van dienst, die vrolijk een Duitse biefstuk met gebakken aardappelen verorberde, of men keek naar een presentator die zijn tekst voor de komende avond uit het hoofd probeerde te leren. Er waren tijden dat autobussen vol toeristen langs kwamen rijden om in het bekende showbusinessetablissement een diner te gebruiken. Ome Cees rende dan naar de parkeerplaats om van verre al te roepen dat het vol was, want hij wilde zijn vaste jongens en meisjes van de tv niet de deur moeten wijzen omdat zijn zaak bezet was door toeristen.

De sluiting van ‘De Brink’ kwam vrij plotseling in 1971. Vader Cees was kort daarvoor overleden en zoon Peter vertelde dat hij het jammer vond de zaak te moeten sluiten, maar dat de kosten te hoog geworden waren. Als familiebedrijf kon je dat nog een beetje opvangen, maar toen hij personeel moest aannemen was het economisch niet meer haalbaar. En zo werd een stukje televisiegeschiedenis afgesloten. Het pand ging naar Jan des Bouvrie. Helemaal stoppen deed Peter Duller niet. Naast zijn voormalige café-restaurant had hij, met een knipoog naar het televisiepersoneel, een bar geopend die hij ‘t Brinkie noemde. Helaas duurde dit avontuur maar een jaar, want mede door de brand in studio Vitus (maart 1971), vertrok het grootste gedeelte van het televisiepersoneel naar Hilversum. En zo verloor de bar veel van haar klandizie en kwam er een einde aan de horeca-activiteiten van de familie Duller in Bussum.