Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 23, nummer 2 (september 2007) pag. 26-28


Paul Berger: een tevreden inwoner van het Brediuskwartier

 Een bewoner aan het woord

Hendrien Landeweer en Adriaan Branderhorst

Klik hier voor de pdf van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting. 

Paul Berger is architect en directeur/eigenaar van architectenbureau Denc (Design, Engineering and Contracting) te Bussum. Het bureau houdt zich bezig met het ontwerpen van bedrijfsgebouwen, woonhuizen, renovaties en verbouwingen, en werkt ook geregeld samen met monumentenzorg. We waren natuurlijk heel nieuwsgierig naar zijn invalshoek, als het gaat om zijn woonervaring in het Brediuskwartier.

Paul en zijn gezin wonen sinds 1987 in een grote twee-onder-één-kapwoning, aan de achterzijde grenzend aan een van de parken. Paul is geboren in Nijmegen, studeerde bouwkunde aan de Technische Hogeschool in Delft. Tijdens zijn studie ging zijn bijzondere aandacht uit naar restauratiearchitectuur; de colleges van Bakema vond Paul buitengewoon inspirerend. Na hun huwelijk verhuisden Paul en zijn vrouw naar Breda-Ulvenhout, in de buurt van Pauls eerste werkgever. Een carrièrestap zorgde voor een verhuizing naar de Randstad, dichter bij de nieuwe werkgever en Schiphol. 

Lijst van wenswoningen

Aan het zoeken en vinden van een geschikte woning ging een onalledaags proces vooraf. Paul en zijn vrouw hadden eerst bepaald in welke gemeente ze zouden willen wonen. De locatie was belangrijk: een groene woonomgeving had hun voorkeur. Maar ook de faciliteiten (scholen, winkels, bibliotheek e.d.) en de bereikbaarheid speelden een belangrijke rol. Hun keus viel op Bussum. Daarna werd secuur tijd besteed aan het opstellen van een lijst met woningen die ze wel zouden willen kopen. Architectonische overwegingen speelden minder mee, het ging vooral om de omgeving. Het Spieghel viel af, omdat daar geen trottoirs zijn voor de kinderen om veilig op te spelen. Bovendien vond Paul de structuur van het Spieghel chaotischer, door de ontstaansgeschiedenis.

De keuze voor het Brediuskwartier was weloverwogen: het is een buurt met veel groen, brede trottoirs voor spelende kinderen en harmonie in architectuur en stedenbouwkundige opzet. De criteria voor hun toekomstige huis kwamen zorgvuldig tot stand: het moest een zuidligging hebben, een twee-onder-één-kap of vrijstaande woning zijn, eventueel moest het huis vervormbaar of aanpasbaar zijn. Dit waren echter geen woningen uit het actuele makelaarsaanbod, maar woningen waar hun voorkeur naar uitging.

Paul vertelde dat op hun lijst wel meer dan 20 woningen stonden. Zijn redenering was: de gemiddelde periode dat mensen in een huis wonen is zeven jaar. Daarna wordt verhuisd naar iets anders. Dat betekent dat, als je bijv. 21 woningen op je lijst zet, daar binnen één jaar drie van te koop zouden moeten komen. Volgens Paul is de koopsom van een woning niet zo interessant, zolang het natuurlijk binnen je budget blijft.

Belangrijk is de juiste woning te vinden. Verbouwen is veel minder kostbaar dan verhuizen.

Zo belde de makelaar kort na het verstrekken van de zoekopdracht enthousiast op, met het aanbod van een nieuw in de verkoop gekomen woning. Hij omschreef de woning, en prees hem uitbundig aan. Pauls eerste vraag was: “Staat de woning op mijn lijst? Zo nee, dan ben ik niet geïnteresseerd!” De makelaar moest daar erg aan wennen, maar enige tijd later werd inderdaad een van de woningen van de lijst ter verkoop aangeboden en de koop kon worden gesloten. 

Woonwensen

Paul en zijn gezin zijn de derde bewoners; de eerste eigenaren woonden er tot 1970, de tweede van 1970 tot 1987. Na de koop waren er natuurlijk wel een paar verbou-1970, de tweede van 1970 tot 1987. Na de koop waren er natuurlijk wel een paar verbouwingswensen die, deels direct en deels later, zouden worden uitgevoerd. Pauls belangrijkste taak als architect bij verbouwingen of aanbouwen is dat integraal en onopvallend te doen: alsof het altijd al zo is geweest.

Oorspronkelijke ontwerpen blijken vaak door de tijd heen heel goed te zijn in hun opzet. Dat principe heeft hij natuurlijk ook in hun eigen huis toegepast.

Zo was de keuken met de bijkeuken niet ontworpen als eetkeuken, maar voor de situatie van de opdrachtgever uit van 1927: het was een ruimte voor het huispersoneel. Daartoe was beneden ook een tweede toilet aanwezig. Dit tweede toilet werd verwijderd, en de keuken en de bijkeuken werden samengevoegd en verbouwd tot een grote woonkeuken, de centrale plek voor het gezin. Verder werden de gebruikelijke comfortwensen uitgevoerd aan sanitair, en noodzakelijk onderhoud aan leidingen gedaan. In de loop van de tijd (en de groei van hun vier kinderen) kwam er een vaste trap naar de derde verdieping en werd de tweede en derde verdieping aangepast.

Verder werd een bijzondere carport gerealiseerd: door de grond uit te laten graven ligt het dak ervan niet meer dan 1 meter boven het maaiveld. Zowel de auto als de carport vallen daardoor nauwelijks op. 

Maria BVO?

Naast de voordeur bevindt zich een gevelsteentje met een afbeelding van Onze Lieve Vrouwe van Genooi BVO. De betekenis van BVO, in bouwkundige taal bekend als “Bruto Vloer Oppervlak”, bleek hem pas later: Bid Voor Ons. In Venlo staat de kapel (1631) van O.L.V. van Genooi, het is een bekend bedevaartsoord in de Mariaverering. Daar is een bijzonder houten Mariabeeld te vinden uit 1630. De eerste bewoner, die de steen liet plaatsen, ging daar jaarlijks in retraite. Volgens zijn kinderen was dat echter een excuus om de locale wijn in te kopen.

De huizen in het Brediuskwartier zijn degelijk gebouwde huizen, die niet voor veel verrassingen zorgen. Verder dan ruimtes voor onderduikers, ongetwijfeld in de Tweede Wereldoorlog gebruikt komen we niet. Bijzondere historie is wel dat de oorspronkelijke bewoners, bijeen voor de honderdste verjaardag van hun moeder, een paar jaar geleden het huis bezochten en herinneringen ophaalden aan hun avonturen in het huis.

Wij konden Paul vertellen dat zijn huis is ontworpen in 1927 door Johan Negrijn, een architect die veel in het Brediuskwartier heeft gebouwd. De bouwstijl is late Amsterdamse School: er zijn grote variaties in plattegrond en vormgeving, verschillende formaten baksteen in verschillende soorten metselverband. De daken maken vaak eveneens op expressieve wijze deel uit van de totale compositie. Andere kenmerken zijn veel gebruik van beeldhouwwerk, afwisseling in raam- en balkonvormen, samengaan van hout en baksteengevels en toepassing van giet- en smeedijzer in hekken, lantaarns, opschriften en dergelijke.

Paul en zijn gezin wonen, in weerwil van de door hem gehanteerde statistische gegevens nu 21 jaar in hun huis. Het meest geniet hij van de unieke plek, het uitzicht over het park, de ruimte en de goede verhoudingen van de kamers zonder dat het als te groot wordt ervaren. In het Brediuskwartier voelt hij zich thuis. De sociale contacten zijn goed, het is een homogene groep. Gelukkig is er een proces van verjonging in de buurt gaande. Hoewel intussen de meeste kinderen het huis uit zijn is Paul van plan om nog lang in hun woning te blijven. Hij is een zeer tevreden bewoner.