Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 23, nummer 1 (mei of juni 2007) pag. 48-52


Brand in de televisiestudio's

Johan Klijnman

Klik hier voor de pdf van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

 

Brand in Studio Irene

De omroep is in Bussum twee maal zwaar getroffen door brand. Op 6 april 1955 ontstond brand in de televisiestudio Irene op de hoek van de Kapelstraat en de Kerkstraat. De brand, die op deze woensdag voor Pasen 1955 uitbrak, verwoestte binnen een uur een deel van het gebouw en veroorzaakte een grote ravage waardoor de studio onbruikbaar werd voor de Nederlandse Televisie Stichting.

      
   

Om tien uur precies werd de brandweer gealarmeerd. Aanvankelijk ging men er van uit dat de oorzaak van de brand kortsluiting was, maar tegen de middag werd vastgesteld dat een lichtbak de brand had veroorzaakt. In een hoek van de studio, achter een gordijn en een drie meter hoog decor, stond een vergeten lichtbak met zes zware lampen. Toen de stroom werd ingeschakeld vatte het gordijn vlam door de grote warmteontwikkeling van de lampen. De technici ontdekten de vlammen toen ze boven het ....

 

Hulp van alle kanten

In allerijl trachtten de technici te redden wat er te redden viel. Losse apparaten werden naar buiten gesjouwd en overgebracht naar de Vitusstudio. De apparatuur die nodig was voor de verdere ontwikkeling van de televisie kon worden gered, dit betekent dat de nieuwste apparatuur dus tijdig uit het gebouw kon worden gehaald. De inhoud van de controlekamer en regiekamer ging echter verloren. Andere instrumenten liepen zware waterschade op.

      
De zolder in lichterlaaie
 

Een groot deel van de kostbare spullen kon worden gered mede dank zij de hulp van omwonenden en leerlingen van de Ambachtsschool, die rook en vlammen trotseerden om de “buren” zoveel mogelijk behulpzaam te zijn. De Ambachtsschool lag aan de achterkant van de Irenestudio op de hoek van de Landstraat en de Schoolstraat. Dit gebouw zou, na de bouw van de Lagere Technische School aan de Jan Bottemastraat, ook in gebruik worden genomen door de televisie.

 

Gelukkig pech

Dinsdagavond had de Haagse Comedie een uitzending van de NTS verzorgd. In de loop van de nacht en de vroege ochtend waren alle rekwisieten van de Haagse Comedie per vrachtauto naar de hoofdstad gebracht omdat men plaats moest maken voor de Toneelgroep Theater, die ’s morgens met de repetities voor de uitzending zou beginnen. De leden van dit gezelschap, die tegen half elf in Bussum arriveerden, rekenden er al op dat decors en kostuums verloren waren gegaan, maar dit was niet het geval. De wagen, waarmee de rekwisieten van de Toneelgroep Theater vanuit Arnhem naar Bussum werden overgebracht, had even buiten Arnhem pech gekregen, waardoor men pas om kwart over tien in Bussum arriveerde. Een uur later dan gepland was, maar na het uitbreken van de brand.

       
Redden wat er nog te redden valt
 

De tv-makers hebben koortsachtig gewerkt om het ongemak voor de televisiekijkers zo klein mogelijk te houden, zodat de uitzendingen redelijk normaal doorgang konden vinden. Voor de volgende avond, op 7 april, week men uit naar de AVRO-studio in Hilversum. Het Vitusgebouw aan de Bussumse Sint Vitusstraat was de eerste dagen niet beschikbaar, omdat deze studio van een nieuwe vloer werd voorzien. De oude vloer was juist die week opgebroken.

Direct op woensdagmiddag 6 april 1955 heeft de NTS voor enige tijd het jeugdgebouw Eltheto achter de Vredekerk gehuurd. Voorlopig wilde men daar een week bivakkeren. Vanuit noodstudio Eltheto werden ook de uitzendingen verzorgd. In de nacht van 6 op 7 april hebben technici van de NTS een kabel gelegd van het jeugdgebouw naar de straalzender, die intact gebleven was.

 

  

Brand in de Vitusstudio

Op de avond van zondag op maandag 21 maart 1971 brak grote brand uit in de Vitusstudio aan de Sint Vitusstraat. Tijdens de rechtstreekse uitzending van het Journaal werd er gemeld, dat er in de televisiestudio brand was uitgebroken. Onder de vrijwillige brandweermensen bevonden zich L.P. Verkerk en C.F. Hünd, die werkten als brandwacht bij de beroepsbrandweer van de Nederlandse Televisie Stichting. Verkerk ging met het eerste uitrukvoertuig, de Commer tankautospuit, naar de brand en zette het voertuig voor de Vitusstudio. Daar kreeg hij van commandant A. van der Kruit de opdracht om te zorgen dat iedereen het gebouw verliet. Brandweerman J.C. van de Luitgaren nam de bediening van het voertuig van hem over.

De brandweer ging van diverse kanten het gebouw binnen om te verkennen waar de brandhaard zich bevond. Verkerk, Van der Kruit, P.J.J.M. Kok, J.G.W. van ‘t Hull senior en enkele anderen betraden het gebouw via de voordeur. Op de begane grond zat een omroepster op een taxi te wachten; de vrouw had geen idee van de ernst van de situatie. Bij elke deur die de brandweermensen open trokken kwam rook naar buiten. Het gebouw had dubbele, soms wel drie-dubbele, plafonds met kabelgoten, waar doorheen de kabels liepen voor het doorgeven van de televisiesignalen en ook de buizen voor het afzuigen van de hete lucht. De kabelgoten zaten door het hele gebouw. Beneden opende de brandweerploeg een deur en direct daarop hoorden ze het gebulder van snel naderend vuur en zagen zij de vlammen op zich af komen. De deur werd snel gesloten. Van der Kruit begreep dat het gebouw door alle kabelgoten als één groot kanaal fungeerde, waardoor een brand zich door het hele gebouw kon verspreiden zonder dat de brandweer er bij zou kunnen om deze te bestrijden. Hij zei: “Gauw eruit; dit is een verloren zaak!” De ploeg ging het gebouw uit, de portier moest met hen mee naar buiten, waarna P. Kok de voordeur op slot deed.

      
Het hele gebouw staats in vuur en vlam
 

Een andere ploeg brandweermensen, die het pand aan de achterkant was binnen gegaan, kon maar ternauwernood over een plat dak ontkomen aan de zich zeer snel uitbreidende brand. Buiten hoorde Verkerk de commandant zeggen: “Het is gebeurd met Studio Vitus.” Het was hem op dat moment niet duidelijk waar Van der Kruit dat op baseerde, maar de commandant kreeg gelijk. Andere Gooise brandweerkorpsen werden ter assistentie opgeroepen, want naar schatting over één à twee uur zou het gehele gebouw uitbranden. Dit bleek juist; het gebouw brandde uiteindelijk helemaal uit.

Voordat het zover was vroegen de mensen van de televisie of het mogelijk was enkele Ampex-banden met daarop onvervangbare televisieopnamen, die in de kelder lagen opgeslagen, te redden. Door een menselijk ketting te vormen konden veel banden worden gered doordat brandweermensen voorzien van persluchtapparatuur in de kelder de banden pakten en deze aan buiten staande mensen doorgaven.

Studiopersoneel vertelde aan brandweerman J.J. Schuurmans dat de klok met de verspringende secondewijzer, die op de benedenverdieping stond en die altijd op het televisiebeeld kwam om aan te geven wanneer een programma begon, een onvervangbaar object was. Er zou niet snel een vergelijkbaar uurwerk te krijgen zijn. Tijdens de nablussing, in het begin van de ochtend, haalde Schuurmans op het laatste moment de klok uit het brandende gebouw.

Voordat de brand naar buiten sloeg zat er niets anders op dan te wachten, maar iemand die met hart en ziel bij de brandweer is krijgt van het toekijken de kriebels. Brandweerman J.R. Heerschop: “De knulligste brand was die van de Vitusstudio. Hoe harder wij spoten, hoe harder de studio brandde. We hebben de hele avond buiten moeten wachten tot de brand uitslaand werd. We mochten niet naar binnen, want het was er levensgevaarlijk in die wirwar van kamertjes. Toen het uitslaand werd konden we pas blussen. Dat was de enige brand, waarna ik dacht ‘ik hou ermee op’.”

 

Gedesoriënteerd

Toen de brand goed begon werd het buiten zó heet, dat Van de Luitgaren in verband met de hitte de tankautospuit moest verplaatsen. Ook de ladderwagen, die stond op de hoek bij de vroegere bakkerij, werd verzet naar een plek bij de smederij en het huis met rieten dak aan de Sint Vitusstraat. Verkerk kreeg van de commandant opdracht om op de galerijen van de Vituskerk na te gaan of door het overwaaiende vliegvuur de kerk in brand kon raken.

      
 
De brand gezien vanaf de hoek de Kapelstraat / St. Vitusstraat

Tijdens de bluswerkzaamheden wilde brandweerman Van ‘t Hull op een bepaald moment een indruk hebben welke vuurhaarden er nog waren en waar deze zich bevonden. Hij vroeg Verkerk, die als brandwacht bij de omroep de televisiestudio’s goed kende, om met hem en J. Lukas naar binnen te gaan. Met z’n drieën gingen ze naar de eerste verdieping. Op deze verdieping was een filmcabine, een ruimte die vroeger had bestaan uit een aantal kleine hokjes maar die vergroot was door de hokjes weg te breken. De deuren van de hokjes waren in de wand blijven zitten, zo’n zes deuren in een wand, waarvan er altijd maar één open was, de andere zaten op slot. Een ijverige portier had echter bij het begin van de brand alle deuren van het slot gehaald. Verkerk, die wist dat er altijd slechts één deur niet op slot was, ging met de twee anderen door de deur naar binnen. Omdat men bij een brand door de rook niets kan zien, leert elke brandweerman om na het binnengaan van een ruimte langs de wanden te lopen totdat men weer de deur bereikt waardoor men de ruimte kan verlaten. Zo ging het ook hier: de drie mannen verlieten de ruimte door de eerste deur die geopend kon worden en..... bleken op een heel andere plek in het brandende gebouw te zijn gekomen. Op datzelfde moment ging bij Van ‘t Hull het ‘terugtocht-signaal’: dit gaf aan dat de voorraad zuurstof in de cilinder op raakte en hij snel naar buiten moest.

      
Zelfs het verkeersbord lijkt brandschade te hebben
 

Verkerk ging voorop, omdat hij de weg in het gebouw kende. Met de twee kort daarvoor bij een brand omgekomen collega’s in z’n achterhoofd en vanwege de bijna lege zuurstofcilinder, raakte Van ‘t Hull lichtelijk in paniek. Verkerk zei hem op de plek te blijven staan, dan zou hij zich proberen te oriënteren. Hij voelde een herkenningspunt en leidde vervolgens de mannen via de kantine naar een noodtrap. Hierlangs kwamen Van ‘t Hull gevolgd door de twee anderen op een plat dak, het oude dak van de vroegere bakkerij van bakker Groen op de hoek van het blok gebouwen, bij het parkeerterrein van Klück. G. Bouma stond met een aantal andere brandweermensen op een plat dak aan de zijde van de Kerkstraat de achterkant van de televisiestudio te blussen, aan deze kant bevond zich onder andere de regiekamer. Toen het op het dak voor de ploeg te gevaarlijk werd, heeft brandmeester H. Vonk deze van het dak gestuurd.

Het nablussen duurde de hele nacht. De brandweermensen werden daarbij van koffie etcetera voorzien door de tegenover de studio gelegen snackbar Hoko. Omdat commandant Van der Kruit voorzag dat het korps de hele nacht zou moeten doorgaan, had hij ‘s avonds reeds de olie van de brandweervoertuigen bij laten vullen, zodat alle motoren de hele nacht zonder problemen konden doordraaien. Om 12 uur de volgende middag werd het nablussen overgenomen door de bedrijfsbrandweer van de NTS. Een aantal vrijwilligers bij het Bussumse korps zat bij de bedrijfsbrandweer van de omroep: H.M. Bijzen, P.H. Hagen, Ch.F. Hünd, Chr.A. Klaver en L.P. Verkerk. Daardoor zat het werk er voor hen na het inrukken van de brandweer nog niet op.

De brandweermensen herinneren zich deze brand als een mooie brand. Bij het produceren van de camerahuizen was gebruik gemaakt van aluminium, magnesium en diverse plastics; deze materialen, en ook het koper in de vele kabels, zorgden ervoor dat het vuur de prachtigste kleuren vertoonde.

Van het schakelcentrum bleef het kabeltje waar het Eurovisiesignaal op binnen kwam gespaard, waardoor op woensdagavond de voetbalwedstrijd Celtic-Ajax toch kon worden uitgezonden. 

      
 
De ochtend na de brand

 

Na de brand

De televisie heeft na de brand van 1955 nog jaren gebruik gemaakt van de Irenestudio, net als van zoveel andere gebouwen in Bussum waaronder het Elthetogebouw en de voormalige Ambachtsschool. De brand in 1971 betekende wel het einde voor de Vitusstudio, het gebouw werd gesloopt. Doordat alle apparatuur uit de verbrande Vitusstudio moest worden vervangen, kan men zeggen dat de brand in de Vitusstudio de opkomst van de kleurentelevisie in Nederland heeft bespoedigd.

 

Bronnen

  • De Bussumsche Courant, april 1955.
  • Johan H.M. Klijnman: Brandweer Bussum 1899-1999, 100 jaar vrijwillige inzet voor de Bussumse gemeenschap, Gooibergpers Bussum, 2000.