Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift 29/1 (februari 2013) pp. 10-13


Cornelis van Norren, een ware bouwer.

Een ‛kleine luyde’ met betekenis voor Bussum 

Klaas Oosterom

 Klik hier voor de pdf
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting

Zie een eerder artikel over Van Norren: Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 11, nr. 3 (januari 1996), pag. 76-77.

Cornelis van Norren (1850-1935) was een bekende Bussumer in het begin van de vorige eeuw. Hij was niet iemand die wilde opvallen, meer een harde werker die je zou kunnen rekenen tot de ‘kleine luyden´, de aanhang van Abraham Kuyper, stichter van de Antirevolutionaire Partij (ARP). Van Norren behoorde als aannemer en bouwkundige tot de middenstand, was medeoprichter van de plaatselijke Gereformeerde kerk, lid van het bestuur van de School met Den Bijbel, abonnee van ARP-dagblad de Standaard, lid van de ARP, gemeenteraadslid en wethouder. En niet in het minst: hoofd van een groot gezin met negen kinderen.

     
 C. van Norren en zijn vrouw Alida de Jager
35 jaar getrouwd in 1911
 

Cornelis van Norren (Kees) werd op 27 mei 1850 in Naarden geboren. Op 24 september 1876 trouwde hij met de vijf jaar jongere Alida de Jager (geboren op 2 november 1855). Zij vestigden zich in Bussum. Alida raakte tussen haar 21e en 42e jaar maar liefst zeventien maal in verwachting. Vier zwangerschappen liepen uit op een miskraam en vier kinderen overleden op vroege leeftijd. Vier zoons en vijf dochters groeiden op in het gezinshuis aan de Bussumse Iepenlaan 19. De zonen traden in de voetsporen van hun vader. Moeder Alida wilde haar kinderen, ook op latere leeftijd het liefst dicht bij huis houden.En zo gebeurde: de meeste kinderen woonden in de buurt. Drie dochters, Maria, Adriaantje en Cornelia, oftewel Marie, Sjaan en Cor, bleven ongetrouwd, werden hoogbejaard en woonden met elkaar op een steenworp afstand, op Spoorlaan 15.

Cornelis van Norren (1850-1935) was een bekende Bussumer in het begin van de vorige eeuw. Hij was niet iemand die wilde opvallen, meer een harde werker die je zou kunnen rekenen tot de ‘kleine luyden´, de aanhang van Abraham Kuyper, stichter van de Antirevolutionaire Partij (ARP). Van Norren behoorde als aannemer en bouwkundige tot de middenstand, was medeoprichter van de plaatselijke Gereformeerde kerk, lid van het bestuur van de School met Den Bijbel, abonnee van ARP-dagblad de Standaard, lid van de ARP, gemeenteraadslid en wethouder. En niet in het minst: hoofd van een groot gezin met negen kinderen.

      
 
De woning aan de Iepenlaan 19; de werkplaats lag erachter

Eldorado 

Van Norren werkte aanvankelijk bij bouwbedrijf Blokhuis in een tijd dat een bloeiperiode voor Bussum aanbrak na de komst van de spoorlijn en een station in 1874. Rijke Amsterdammers kochten grote stukken goedkope zandgrond en lieten daar villa’s op bouwen. Bussum was een eldorado voor bouwers, dit in tegenstelling tot Naarden, dat moest voldoen aan de Kringenwet en slechts in beperkte mate houten huizen mocht bouwen buiten de vesting.

Toen de firma Blokhuis in 1882 ophield te bestaan, begon Van Norren samen met zijn collega Schipper op 1 oktober van dat jaar een aannemersbedrijf. Vanaf 1887 leidde hij het bedrijf alleen en later toen zijn zoon in de zaak kwam, ging de firma verder onder de naam C. van Norren & Zn. Van Norren heeft gebouwd onder bekende architecten als Klinkhamer, Berlage, Poggenbeek, Eduard Kuipers, Van Boven, Everts (vader en zoon), Kruisweg, De Bazel en Hanrath.

Sommige van zijn bouwprojecten zijn er niet meer, zoals Concordia (uit 1897, afgebrand in 1930), de villa Schwerin aan de Lindelaan en Columbia aan de Nieuwe 's-Gravelandseweg. Een reeks gebouwen en huizen die hij bouwde, bepalen nog steeds het beeld van Bussum: de NPB-kerk (Kruisweg), de schepping van De Bazel: Meentwijck aan de Groot Hertoginnelaan, de winkelpanden van Kleisen, Noordman en Albert Heijn (alle drie in het centrum) en het Gereformeerde kerkje aan de Iepenlaan. Ook elders in het Gooi en daarbuiten zijn bouwwerken van Van Norren te vinden.

       Bussums burgemeester
Van Suchtelen van de Haare
doet beroep op openbare orde
   

Scheuring

Op kerkelijk gebied was Van Norren zeer actief. Hij brak met zijn eigen kerk, maar bouwde een nieuw kerkgebouw! Abraham Kuyper was in de jaren tachtig van de negentiende eeuw predikant (later zou hij ook als politicus bekend worden) en kreeg landelijke bekendheid door de Doleantie (voetnoot 1). Bussum kende een confessioneel (voetnoot 2) / conservatieve Hervormde gemeente (in het kerkje, dat later de televisiestudio Irene zou worden) die zich niet door de ideeën van Kuyper aangesproken voelde. Een aantal kerkleden, mannenbroeders als Van Norren, zag meer in het gedachtengoed van Kuyper. De Bussumse gezinshoofden “ … wensten het geloof naar de belijdenis der vaderen te handhaven”. Zij namen begin maart 1887 het initiatief om aan hun kerkenraad een brief te sturen met het dringend verzoek ook hier “de Reformatie ter hand te nemen en weer de Gereformeerde kerk te openbaren overeenkomstig Gods Woord en met verwerping van de gehate reglementen.”.

De kerkenraad beschikte afwijzend en gaf de briefschrijvers drie dagen de tijd om berouw te tonen. Zij gingen hier niet op in. Twee dagen later kregen ze een persoonlijke brief aan elk der broeders met de mededeling dat zij (en hun gezinnen) hadden opgehouden te behoren tot de Hervormde kerk. Zware woorden vielen aan beide zijden; in die tijd was dat de stijl in delen van kerkelijk Nederland. En vooral Abraham Kuyper (‛De Geweldige’) zette daarbij de toon.

Het vonnis van de Hervormde kerkenraad kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Al vóór de Doleantie hield de groep aparte samenkomsten, eerst in een deel van een boerderij, maar al snel in een betere behuizing. De heer Arendsen richtte zijn huis aan de Iepenlaan 14, hoek Beerensteinerlaan, zodanig in, dat de bijeenkomsten voortaan daar konden plaatshebben. Het waren gedurfde stappen. De ‛afvalligen’ vervreemden zich hiermee van hun familie, dorps- en geloofsgenoten. De Bussumse burgemeester jonkheer Reinier van Suchtelen van de Haare meende op grond van de openbare orde te moeten ingrijpen bij die alternatieve kerkdiensten. Het liep uiteindelijk met een sisser af. In een vergadering op 17 mei 1887 werd de Gereformeerde kerk van Bussum geïnstitueerd en werden tot ouderlingen gekozen de broeders Arendsen en De Waal. Voor het diakenambt viel de keus op De Jager en Van Norren. Op 27 juli 1887 werden deze ‛mannenbroeders’ in hun ambten bevestigd. De kerk telde toen veertig zielen, verdeeld over tien gezinnen. Van Norren was twintig jaar lang diaken (voetnoot 3).

     
 
Iepenlaankerkje rond 1900

Kerktoren

Het gezin Van Norren woonde tegenover Arendsen in de Iepenlaan. Het ‛kerkje’ in huize Arendsen heeft ruim vier jaar dienst gedaan. In 1891 werd besloten tot de bouw van een echt kerkgebouwtje aan diezelfde Iepenlaan, die toen nog een zandweg zonder straatverlichting was. Sommige kerkleden wilden een toren erop, anderen vonden dit te begrotelijk. Cornelis van Norren, die de kerk zou bouwen en in zijn begroting geen toren had opgenomen, vond een oplossing. Hij zou de toren bouwen zonder extra kosten voor de gemeente. Aldus geschiedde. In hetzelfde jaar 1891, op 21 december, werd de kerk in gebruik genomen. Kosten: circa 5.000 gulden (2300 euro), inclusief inventaris. In 1911 werd de kerk naar twee zijden uitgebouwd.
Het kerkje werd na het gereedkomen van de Wilhelminakerk in 1926 van 1929 tot 2004 gebruikt door de Christelijke gereformeerde kerk van Bussum. Sinds 2011 is het een woonhuis.

 

      
C. van Norren in 1935, het jaar van zijn overlijden
 

Wethouder

Van Norren was 23 jaar raadslid voor de Antirevolutionaire Partij. Na het overlijden van burgemeester Van Suchtelen van de Haare in 1909 werd hij tijdelijk wethouder. Deze functie bekleedde hij definitief na de verkiezingen van 1911 tot 1915. Burgemeester s’Jacob verving hij als locoburgemeester tijdens diens ziekte. Lang maakte hij deel uit van het College van Zetters (voetnoot 4), een vertrouwenspositie. Bij zijn terugtreden als raadslid in 1920 had hij problemen met zijn stem en gehoor.

      
 
Advertentie in De Standaard van
18 september 1926

Van Norren heeft ook de oprichting van de School met den Bijbel krachtig bevorderd. In 1890 werd hij penningmeester van de vereniging en hij bleef dat tot 1905. De overheidssubsidie was zeer gering. Van Norren gaf persoonlijk jaarlijks geld om de school te laten voortbestaan. De eerste School met den Bijbel stond aan de Veldweg. Het gebouw bestaat nog steeds.
In 1902 richtte Van Norren de afdeling van de Nederlandse Aannemersbond op. Hij werd voorzitter en nadat hij zich in 1919 had teruggetrokken bleef hij erelid. 

Laatste levensjaren

In 1926 vierde het echtpaar Van Norren hun vijftigjarige echtverbintenis. In ARP-dagblad De Standaard, verscheen een advertentie. Het echtpaar was een jaar eerder, in 1925, gaan wonen in een door het eigen bedrijf gebouwd huis aan de Gooiberg 36, vlakbij Iepenlaan 19. 

Op 1 oktober 1932 bestond het bedrijf 50 jaar. Van Norren was toen 82 jaar en was opgevolgd door zijn zoon, Johan (Han). Alida van Norren sukkelde met haar gezondheid en overleed op 22 december 1932.

In een interview in de Bussumsche Courant naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van zijn bedrijf vertelde Van Norren dat “zijn firma nog nooit één conflict met haar arbeiders heeft gehad, nooit één dag staking heeft gekend! Dat wil wat zeggen, wanneer men bedenkt dat er soms meer dan 85 werklieden tegelijk aan de slag waren”.

     
De woning Gooiberg 36 waar het echtpaar Van Norren tot
hun overlijden woonde
 

In zijn laatste levensjaren kon men Van Norren nog met zijn ongebogen gestalte op zijn dagelijkse wandelingen door het dorp zien, het vriendelijke gezicht omkranst met een wit baardje, aldus de interviewer van de krant. “Zijn grote populariteit bleek toen hij in 1923 tot de tien bekendste Bussumers behoorde”. Een kleinzoon schreef dat in het persoonlijk contact het praten Van Norren niet zo goed afging. Hij kwam moeilijk uit zijn woorden, sprak ongearticuleerd, had een zachte stem en een licht boers accent. Zodra hij een toespraak hield, waren deze problemen verdwenen. Het accent bleef hij wel houden, maar dat gaf er dan juist een leuk tintje aan.

Cornelis van Norren overleed op 85-jarige leeftijd op Oudejaarsdag 1935 en werd op de Algemene Begraafplaats van Bussum begraven. Zoon Johan van Norren, die het bedrijf al geruime tijd leidde, overleed in 1942. Het bedrijf werd daarna korte tijd voortgezet door een werknemer, totdat het ter ziele ging.

Inmiddels zijn we vier generaties verder. Negen kinderen Van Norren werden volwassen, zes kregen er nageslacht. Talloze nakomelingen wonen her en der verspreid over Nederland of in emigratielanden. 

 Over de auteur
Klaas Oosterom verwoordt en verbeeldt sinds zijn pensionering de historie van Bussum. Hij is secretaris van de Historische Kring Bussum.

Bronnen

  • Artikelen in de Bussumsche Courant uit 1926 en 1936.
  • Boekje: 100 jaar Gereformeerde kerk van Bussum (1887-1987), waarin stukjes uit de memoires uit 1950 van zoon Hendrik van Norren (1884-1961).
  • Jeroen Koch. Abraham Kuyper, een biografie. Boom 2006
  • Familieleden Karssen en Van Norren, die ook de meeste afbeeldingen leverden.

 Noten

  1. Doleantie is de benaming voor een kerkscheuring die vanaf 1886 plaatsvond onder leiding van dominee Abraham Kuyper. Een aantal plaatselijke kerkenraden brak met het bestuur van de Nederlandse Hervormde Kerk. Ze noemden zich de Nederduits Gereformeerde Kerk, maar hanteerden als bijvoegsel de term 'dolerend' (Latijn voor 'klagend'), omdat naar hun mening de kerkelijke organisatie een nieuwe reformatie van de kerk in de weg stond, en omdat hen het recht werd ontzegd op de kerkelijke goederen.
  2. De confessionele stroming binnen de Hervormde kerk was een rechtzinnige groep die stond tussen de toenmalige vrijzinnigen en de orthodoxen.
  3. Een diaken is een ambtsdrager die voor de armen zorgt.
  4. Uit Wikipedia, de vrije internetencyclopedie. Het College van Zetters was een gemeentelijk bestuurslichaam dat tot taak had de burger te beschermen tegen de macht en mogelijke willekeur van de fiscus. Het college is in 1808 opgericht en heeft bestaan tot 1914. Tot zetters werden belastingplichtige ingezetenen benoemd die goed op de hoogte waren van de plaatselijke situatie en van de persoonlijke omstandigheden van de belastingschuldige.