Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 38, nummer 2 (september 2022), pag 18-23

Huibert van Eijkenstraat, verduurzaming als bedreiging van historisch erfgoed

Christiaan Stam

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting  

Bij monumenten denk je niet als eerste aan de Naardense Keverdijk. Toch heeft ook deze wijk bijzonder historisch erfgoed dat bescherming verdient. Precies 100 jaar geleden werd hier met de oplevering van de eerste stenen huizen in de Verboden Kringen een aanvang gemaakt met de aanleg van een heus tuindorp. Gezien de historische waarde wordt er nu voor gepleit om van dit complex een gemeentelijk monument te maken.(1) De gemeente overweegt daarentegen juist om de eigenaar (Woningstichting Naarden) toestemming te geven over te gaan tot sloop. Aanleiding hiervoor is de noodzakelijke ‘duurzaamheidsopgave’. Kortom verduurzaming als bedreiging voor cultuurhistorisch erfgoed. In dit artikel wordt de ontstaansgeschiedenis geschetst van een bijzondere straat: de Huibert van Eijkenstraat. 

      
 
De krotten van Naarden. In deze vervallen kamer (St. Annastraat 16)
woonde een gezin van tien (fotocollectie Het Leven (1906-1941),
via geheugen.delpher.nl)

Woonomstandigheden omstreeks 1900

‘In de schaduw van ons mooi stadhuis leven menschen als varkens’, aldus het verslag van een gemeenteraadsvergadering van Naarden in oktober 1921.(2) Aan het eind van 19de eeuw en het begin van de 20ste eeuw waren de woonomstandigheden in de Vesting Naarden voor veel mensen ronduit slecht. Vooral de minder gegoede klasse had het zwaar te verduren in veel te kleine, bouwvallige, onhygiënische en dus onleefbare krotten.
Dit was overigens geen typisch Naardens verschijnsel. Door de snelle bevolkingsgroei en de landbouwcrisis aan het eind van de 19de eeuw ontstond een massale trek naar de steden, waardoor deze overbevolkt raakten. De woningbouw kon de bevolkingsgroei niet bijhouden, waardoor bestaande woningen met steeds meer mensen gedeeld moesten worden.
In de Vesting Naarden woonden 3160 mensen in 624 woningen, waarvan vele dubbel en sommige zelfs driedubbel bewoond werden. Ter vergelijking: momenteel telt de vesting ongeveer 1400 bewoners. 

Woningwet en de Gezondheidswet

In de laatste decennia van de 19de eeuw kregen de slechte woonomstandigheden in de steden steeds meer aandacht. Aanleiding was de volksgezondheid (hygiëne), maar ook de angst voor de vatbaarheid van het ‘lagere volk’ voor het rode gevaar: de socialisten. In 1901 leidde dit tot de Woningwet en de Gezondheidswet.(3) Deze twee wetten moesten een waarborg zijn voor minimale eisen van bewoonbaarheid en hygiëne van (goedkope) huurwoningen. De gezondheidswet maakte het mogelijk eigenaren van huurwoningen te verplichten verbeteringen aan te brengen of woningen onbewoonbaar te verklaren.
De Woningwet legde de basis voor rijk en gemeente om woningbouwverenigingen financieel te ondersteunen. Hiermee ontstond een nieuw type vereniging, gericht op verbetering van de volkshuisvesting. Door subsidies en goedkope leningen moest de bouw van relatief dure huurwoningen (die immers aan allerlei eisen moesten voldoen) rendabel worden gemaakt. 

Woningbouwvereniging Volksbelang

In de jaren die volgden was het Naardense gemeentebestuur zeer terughoudend om uitvoering te geven aan de nieuwe eisen met betrekking tot de volkshuisvesting. In mei 1914 leidde dit tot een oproep van de afdeling Naarden van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) aan de gemeenteraad om iets te doen aan de slechte woonomstandigheden. In een schriftelijke toelichting wezen de socialisten het gemeentebestuur erop ‘dat vele bewoonde perceelen niet voldoen aan de meest gematigde eischen van gezondheid en zedelijkheid en diensvolgens met het oog op de woningwet reeds voor lang onbewoonbaar behoorden te zijn verklaard’.(4) Deze oproep was ondertekend door 332 inwoners van de vesting.
Door deze massale oproep schrok het gemeentebestuur wakker. Uit angst voor het rode gevaar trokken leden van de gemeenteraad het initiatief naar zich toe en besloten 17 notabelen5 tot de oprichting van Woningbouwvereniging Volksbelang. Hiermee namen ze de socialisten de wind uit de zeilen en konden ze de woningbouw in eigen hand houden.

      
De straat in de jaren dertig (bron: rapport MAB, maart 2020)
 

Eerste Wereldoorlog

De oprichting van Woningbouwvereniging Volksbelang vond plaats op het slechtst denkbare moment. Enkele dagen voor de oprichting was de Oostenrijkse kroonprins in Sarajevo vermoord, hetgeen een maand later uitmondde in de Eerste Wereldoorlog. Uiteraard had dit verstrekkende gevolgen, zeker voor een vestingstad als Naarden. Hoewel Nederland neutraal bleef, werd het leger gemobiliseerd en moest Naarden, als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, in staat van verdediging worden gebracht. Dit betekende dat 2000 militairen in de vesting werden gelegerd.
Veel officieren werden met hun gezin ingekwartierd in woningen in de stad. Hierdoor nam het woningtekort nog verder toe, met als gevolg dat ook onbewoonbaar verklaarde woningen werden betrokken en nog meer woningen dubbel werden bewoond. De nood was zo groot dat sommige militairen zelfs gehuisvest werden in de onderaardse gangen van de bastions. Ondanks de oorlogssituatie kreeg Woningbouwvereniging Volksbelang het voor elkaar om in 1918 de eerste woningen op te leveren in de vesting. Het betrof een blok van 18 sociale huurwoningen aan het einde van de Kloosterstraat en Huizerpoortstraat (tegenover het Comeniusmuseum). Deze woningen gaven enige ruimte op de Naardense woningmarkt, maar waren bij lange na niet voldoende om de woningnood op te lossen. 

Holbewoners

Na de oorlog bleef de nood hoog en bleven de onderaardse woningen, met goedkeuring van de autoriteiten, in gebruik. Niet meer door militaire maar door burgergezinnen. Naarden had toen, zoals het in de volksmond heette, ‘holbewoners’.(6)
Hoewel de woningnood toen een algemeen verschijnsel was en de woonomstandigheden ook elders vaak heel slecht waren, werd de bewoning van de kazematten onder de wallen van Naarden algemeen gezien als een dieptepunt in de volkshuisvesting. Volgens een verslag van de gemeenteraad in oktober 1921 stond Naarden ‘met een zwart kruis aangetekend wat de woningbouw betreft’.(7) De slechte reputatie van Naarden werd natuurlijk regelmatig besproken door het gemeentebestuur, maar het probleem was zo groot dat men niet wist waar te beginnen met de oplossing. ‘Als we alle krotten moeten opruimen, kunnen we half Naarden slopen’, aldus een raadslid in 1923. 

Verboden Kringen

Naast de terughoudendheid van het stadsbestuur stond ook de militaire functie van de stad de oplossing van de woningnood in de weg. Binnen de vesting was geen ruimte, leegstaande militaire gebouwen mochten niet gebruikt worden en buiten de vesting mocht niet gebouwd worden vanwege de Verboden Kringen.
Na de oorlog ging Woningbouwvereniging Volksbelang daarom op zoek naar een tweede stuk grond voor de bouw van arbeiderswoningen. Hierbij viel de keuze op de Schapenmeent, het gebied ten noordwesten van de vesting.

      
   
 
   
  
 
Ontwerp woningtypen A, B en C (bron: rapport MAB, maart 2020)

Probleem hierbij was dat ook dit gebied onderdeel was van de Verboden Kringen. Daarom werd het ministerie van Oorlog om toestemming gevraagd. In eerste instantie werd dit geweigerd, maar nadat er zelfs in de Tweede Kamer vragen over waren gesteld, werd alsnog toestemming verleend. In december 1920 werd bepaald dat de Kringenwet niet meer van toepassing was op de Schapenmeent vanaf het verharde pad (tegenwoordig de Huibert van Eijkenstraat) dat van de trekvaart richting Keverdijk liep.(8) Hierdoor ontstond de benodigde ruimte om te bouwen en kon de gemeente de woningbouwvereniging de gewenste toestemming geven. 

De woningen

Volksbelang vroeg architect L. Streefkerk uit Naarden een ontwerp te maken voor 15 dubbele arbeiderswoningen. Dit was dezelfde architect die ook de woningen in de Kloosterstraat had ontworpen.
Streefkerk ontwikkelde drie verschillende woningen: type A, B en C. Type A en B waren beide geschakelde woningen van één bouwlaag (ca. 35m2) met een dwarskap en een kleine uitbouw tegen de zijgevel. Type C was een volledig afwijkend type van anderhalve bouwlaag met een hoge naar de straat gerichte gevel met langskap.
De vergunningaanvraag betrof acht woningen van het type A, zes van het type B en een van type C. Op 5 augustus 1921 werd de vergunning verstrekt, met als voorwaarde dat de bouw voor 1 juli 1922 moest zijn afgerond. Later werd deze vergunning uitgebreid met nog vier woningen van het type A en twee van het type B. Dit bracht het totaal op 21 dubbele woningen 

Een dorpse opzet

De architectuur van de woningen was eenvoudig, met een vleugje expressionisme zoals we dat kennen van de Amsterdamse School. Het meest bijzondere aan het plan was de dorpse opzet van het geheel: kleine dubbele woningen met relatief veel grond, een schuurtje in de achtertuin en verspringende rooilijnen. De woningen werden gebouwd op relatief grote percelen, zodat er ruimte was voor het houden van dieren en de aanleg van een moestuin. Hierdoor konden de bewoners goedkoop in hun eigen voedsel voorzien. Deze dorpse opzet paste in de tuindorpgedachte, die in die tijd overwaaide vanuit Engeland.(9) Centraal hierin stond het creëren van een groene en gezonde leefomgeving voor arbeiders, net buiten de stad. Kortom, een soort villawijk voor arbeiders..

       
 Dorpse opzet van de Huibert van Eijkenstraat (bron: verenigingvestingstad.nl)
 

Tuindorp Keverdijk

Hoewel het enige verlichting gaf, was de woningnood in de vesting hiermee nog lang niet opgelost. Het militaire juk dat op de vesting drukte, bleef een beperkende factor. Pas met de volledige buiten werking stelling (voor Naarden) van de Kringenwet in 1926 werden alle belemmeringen voor verdere uitbreiding van de wijk weggenomen.

Aanvankelijk werd de groei nog geremd door de economische crisis in de jaren dertig, maar na de Tweede Wereldoorlog werd de woningbouw echt op grote schaal aangepakt en werd de Schapenmeent helemaal volgebouwd. Met de groei van de wijk verwaterde de tuindorpgedachte: nieuwe straten werden efficiënt ingericht en bestonden vooral uit rijtjeswoningen met relatief kleine tuinen. Desalniettemin werd de wijk bekend onder de naam Tuindorp Keverdijk, refererend aan de oorspronkelijke gedachte en de opzet van de woningen in de Huibert van Eijkenstraat. 

      
 
De straat in de jaren zeventig (bron: rapport MAB, maart 2020)

Verduurzaming als kans

Hoewel de huizen en de straat de afgelopen 100 jaar de nodige aanpassingen hebben ondergaan, waarbij veel details verloren zijn gegaan (o.a. door verduurzaming van de woningen in de jaren tachtig!), is de oorspronkelijke dorpse opzet nog steeds goed herkenbaar. Het is vooral deze opzet die de Huibert van Eijkenstraat bijzonder maakt. 

       
Satellietfoto Google
 

Zo bijzonder zelfs, dat ze ‘het behouden waard zijn of zelfs bescherming verdienen’, aldus een rapport van het Monumenten Advies Bureau.
Deze conclusie wordt onderschreven door Erfgoedvereniging Heemschut en Het Cuypers Genootschap. In een gezamenlijke brief aan het college van B&W van Gooise Meren spreken zij hun zorgen uit over de voorgenomen sloop. Hoewel zij erkennen dat verduurzaming noodzakelijk is, adviseren zij met klem om in te zetten op herstel en behoud van dit waardevolle cultuurhistorische erfgoed. Kortom: verduurzaming als kans in plaats van bedreiging. 

 

Bronnen

  • F.A.C. Haans en J. de Jong, Woningbouwcomplex Huibert van Eijkenstraat Naarden. Cultuurhistorische Quickscan. Een onderzoek i.o.v. gemeente Gooise Meren door Monumenten Advies Bureau. Nijmegen, 31 maart 2020.
  • H. Schaftenaar, ‘Van Schapenmeent tot tuindorp Keverdijk’, in: De Omroeper, jrg. 10, nr. 3, juli 1997, blz. 94-100.
  • Paul Schneiders, Thuis in Naarden. 100 jaar Woningstichting Naarden. Van Volksbelang naar Woningstichting. Bussum 2014.
  • Gezamenlijke brief van Erfgoedvereniging Heemschut en Het Cuypers Genootschap aan B&W van de Gemeente Gooise Meren, 16 maart 2022.
  • J. Wagenaar, Vaderlandsche historie, deel 6. Amsterdam 1752.

Noten

  1. Haans en De Jong, 2020.
  2. De Gooi- en Eemlander, 29-10-1921.
  3. Voluit de ‘Wet bevattende wettelijke bepalingen betreffende de volkshuisvesting’ en de ‘Wet tot regeling van het staatstoezicht op de volksgezondheid’.
  4. De Gooi- en Eemlander, 2-5-1914.
  5. Zoals kweker J.A. van Eijken Nieukerk, J.P. Dudok van Heel (directeur Chemische Fabriek Naarden), Burgemeester Wesseling, de latere burgemeester Van Wettum en de arts J.A. le Coultre.
  6. De Gooi- en Eemlander, 25-3-1938.
  7. De Gooi- en Eemlander, 29-10-1921.
  8. Het besluit had betrekking op het hele gebied tussen Fort Ronduit en de verdedigingswerken aan de Karnemelksesloot. Bron: Koninklijk Besluit van 11 december 1920.
  9. In 1898 bedacht door sir Ebenezer Howard.

 

       
  Huibert van Eijken
De Naardense smid Huibert Willemszoon van Eijken verzette zich moedig met degen en kruk tegen de Spanjaarden die op 1 december 1572 het merendeel van de inwoners vermoordden.
Het mocht niet baten: eindelijk overmand en zwaargewond zeeg hij neer op de kruk, waarop hij werd doorstoken. Zijn warme bloed golfde over het gezicht van zijn dochter Johanna die op haar blote knieën gesmeekt had het leven van haar vader te sparen.
De oplevering van de eerste woningen aan de Huibert van Eijkenstraat in 1922 was precies 350 jaar na het ‘Bloedbad van Naarden’. Veel van de straten in de Keverdijk zijn vernoemd naar personen die een belangrijke rol speelden tijdens de verschillende bezettingen van Naarden, zoals de Evert de Bruijnstraat, de Anna Meursstraat en de Generaal Kraijenhoffstraat.
 
 
Huibert van Eijken verdedigt zijn werkplaats tegen de Spanjaarden. Johannes Christiaan Bendorp, 1827 (collectie van het Rijksmuseum