Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 38, nummer 2 (september 2022), pag 8-11

Ontsierende moderne toevoegingen aan monumenten

Eric Bor en Gijs Vorstman

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting  

      
 
Voorbeeld van aanpassing ‘in stijl’: villa Helma aan de Koningslaan,
waar een tweede serre werd gerealiseerd

In de straten van Bussum zijn de busjes van bouwbedrijven die verbouwingen verrichten een vertrouwd beeld. Heel vaak zie je weinig van de resultaten van hun werkzaamheden, doordat die binnenshuis of aan de achterzijde van de woningen plaatsvinden. Verbouwingen aan de zijkant of de voorkant van de woningen zie je wel en het resultaat is niet altijd oogstrelend. Waar vroeger verbouwingen altijd nauwkeurig in de stijl van de woningen werden uitgevoerd, is dat nu niet meer altijd het geval. Zelfs bij monumenten en in de beschermde dorpsgezichten het Brediuskwartier en het Spiegel zie je aanbouwen die in stijl contrasteren met de oorspronkelijke woning. Een aantal huiseigenaren vertelde ons zelfs dat zij een aanbouw in de stijl van de woning hadden gewild, maar dat deze niet werd toegestaan! 

Wettelijke regels

Hoe zit dat? Er zijn in de welstandsnota van de gemeente toch regels opgenomen die aan duidelijkheid niets te wensen over laten? Die regels betreffen de ligging, de (bouw)massa, de architectonische uitwerking, de materialen en de uitwerking daarvan. Ze zijn gebaseerd op wetten die niet zomaar opzij geschoven kunnen worden: de Woningwet 2022, het Bouwbesluit 2012, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo 2010) en de Wet Ruimtelijke Ordening (WRO 2006).
In deze laatste staat dat de gemeente op basis van een algemene structuurvisie (deel)bestemmingsplannen voor gebieden opstelt. Op basis van de Woningwet dient de gemeente een bouwverordening vast te stellen (art. 8, lid 1) en een welstandscommissie samen te stellen of een stadsbouwmeester te benoemen (art. 8, lid 5). De welstandsnota 2019 van de gemeente Gooise Meren is een uitvloeisel van deze regels en dient dus te allen tijde toegepast te worden bij de beoordeling van aanvragen van omgevingsvergunningen voor sloop/nieuwbouw of uitbreidingen. De algemene regel is dat ‘nieuwe invullingen moeten passen in de oorspronkelijke bebouwingskarakteristiek van villa’s van hoogwaardige architectuur met representatieve gevels en zorgvuldige detaillering’.

     
Voorbeelden van hoe het volgens ons niet moet

Afwijkingen

De gemeenteraad heeft met de in de welstandsnota geformuleerde regels ingestemd en het gemeentebestuur is verantwoordelijk voor de handhaving van deze regels. Het laat zich daarbij adviseren door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en Erfgoed (CRK&E). Eigenaardig genoeg negeert deze commissie steeds vaker de regels. De architect die in 2018 op zich nam een afgebrande houten villa te herbouwen die in 1916 door de architecten Kruisweg en Van der Goot ontworpen was, kreeg van de gemeente te horen dat de bestaande villa niet op identieke wijze mocht worden teruggebouwd omdat het bestemmingsplan dat niet mogelijk maakte! Diverse architecten vonden de CRK&E aan hun zijde, als zij bij villa’s in het beschermd dorpsgezicht Spiegel een moderne aanbouw wilden realiseren.
De voorbeelden van afwijkingen van de regels zijn talrijk, zoals bijgaande foto’s mogen illustreren. Met name wordt niet voldaan aan de volgende criteria:

Algemeen:
– wijzigingen en toevoegingen in stijl, maat, schaal, detaillering, materiaal en kleur zorgvuldig afstemmen op het hoofdvolume.
Aanbouwen:
– oppervlak en plaatsing aanbouwen afstemmen op karakteristiek beeld pand en omgeving;
– aanbouw zoveel mogelijk achter het hoofdgebouw plaatsen;
– aanbouw bescheiden van maat en in architectuur afgestemd op hoofdgebouw.
Bijgebouwen:
– oppervlak en plaatsing bijgebouwen afstemmen op karakteristiek beeld pand en omgeving;
– in architectuur afstemmen op oorspron-Voorbeelden van hoe kelijke hoofdgebouw; het volgens ons niet
– maten van het boeiboord en overstek moet gelijk aan de oorspronkelijke maten;
– gevels zijn in hoofdzaak van baksteen of vergelijkbare steenachtige materialen.
Materiaal en kleur:
– materiaal en kleuren zijn traditioneel en in harmonie met de belendingen (of terughoudend eigentijds voor bescheiden toevoegingen);
– wijzigingen en toevoegingen in stijl, maat, schaal, detaillering, materiaal en kleur zorgvuldig afstemmen op het hoofdvolume.

Afwijken van de regels is niet aan de welstandscommissie, dat kan alleen het college van B&W. Het college moet voor een ieder kenbaar motiveren op welke gronden het de afwijking toestaat. Voor zover wij hebben kunnen nagaan is dat in geen van deze gevallen gebeurd. 

       Nog meer voorbeelden van hoe het volgens ons niet moet

Gebonden kunstenaar

Architectonisch ontwerpen is een kunstvorm. De architect is echter in tegenstelling tot de vrije, beeldend kunstenaar een gebonden kunstenaar. Hij is gebonden aan het programma van eisen van de opdrachtgever, constructieve en materiaal-technische eisen en wettelijke regelgeving. De architect die door een opdrachtgever wordt uitgenodigd een ontwerp voor een toevoeging aan een monument waardig gebouw te maken, heeft niet alleen een plan-technische opdracht maar ook een esthetische, waarbij de omgeving van het gebouw een belangrijke rol speelt. Zijn/haar ontwerp moet zodanig in materiaal, stijl en kleur aansluiten bij dat van de ontwerper van het oorspronkelijke gebouw, dat het er als het ware in opgaat. De architect heeft daardoor niet de vrijheid in zijn of haar eigen voorkeurstijl te ontwerpen en daardoor een element toe te voegen dat de aandacht afleidt van het oorspronkelijke ontwerp.

      
 
Niet passend in beschermd dorpsgezicht het Spiegel

Omgevingsplan

In het ontwerp Omgevingsvisie Gooise Meren, dat tot 2 juni ter inzage heeft gelegen, is de zorgvuldige omgang met het cultureel erfgoed nog onvoldoende geborgd. Dubieus is bijvoorbeeld artikel 10.3.2 uit die Omgevingsvisie Gooise Meren:
‘Het in standhouden van erfgoed is de kerntaak van gemeentelijk erfgoedbeleid. Dat is een kwestie van het borgen en beheren van het karakter en de overblijfselen daarvan. […] Tegelijkertijd willen we een eigentijds erfgoedbeleid, dat aansluit bij actuele ontwikkelingen zowel binnen het erfgoedveld als de samenleving. Om dit te realiseren, is het goed om te kijken hoe het huidige beleid functioneert en waar nodig het instrumentarium te actualiseren.’

Gooise Meren heeft de wettelijke verplichting om bewoners en diverse organisaties te betrekken bij de totstandkoming van het Omgevingsplan en de uitwerkingen daarvan met betrekking tot behoud en versterking van het cultureel erfgoed. Het is van het grootste belang dat de om-gang met erfgoed in het Omgevingsplan zorgvuldig wordt geregeld. Wat we nodig hebben is afgewogen regelgeving en een adviesorgaan met deskundigen op het vlak van stedenbouw, architectuur, cultureel erfgoed en natuur. Gooise Meren verdient een erfgoedbeleid dat het erfgoed in zijn waarde laat en het niet bederft door de latere toevoegingen contrasterend zichtbaar te maken.