Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 38, nummer 2 (september 2022), pag 4-7

De renovatie van station Naarden-Bussum

Nol Verhagen

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting 

      
Tekening Willem Zijlstra
 

Het station Naarden-Bussum is het enige provinciale monument dat Bussum rijk is. Verder zijn er in Gooise Meren nog twee andere provinciale monumenten, de Weesperpoortsluis en de Keetpoortsluis, beide in Muiden. Dus zo’n provinciaal monument is best wel bijzonder, zeker als je weet dat er maar twee provincies  (Noord-Holland en Drenthe) provinciale monumenten hebben aangewezen en dat er in Noord-Holland maar 600 van zulke monumenten zijn, tegenover wel 14.000 rijksmonumenten en 8350 gemeentelijke monumenten. 

Status

Maakt het veel verschil of het een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument is? In de praktijk niet, zo blijkt als ik met Douwe Post praat over de omvangrijke renovatie die het station heeft ondergaan en die op het moment van dit gesprek (april2022) bijna is afgerond. Hoewel de laatste loodjes toch nog wel enige tijd in beslag zullen nemen. Maar het maakt wel verschil als je subsidie wilt aanvragen. Zo heeft de provincie Noord-Holland het herstel van het metselwerk gesubsidieerd.  

       
 
 Station Naarden-Bussum in de steigers

Slagveld

Het stationsgebied is al jaren een soort slagveld. Eerst was er de omvangrijke reconstructie van het spooremplacement, waarbij het hele rangeerterrein aan de westzijde werd opgeruimd en spoor 3 verdween. Het treinverkeer tussen Weesp en Hilversum moest er in de zomer van 2019 wekenlang voor worden stilgelegd. Ook de perrons werden aangepakt. De fietsenstalling aan de noordzijde werd tijdelijk pal voor de deur van het Documentatiecentrum van de HKB geparkeerd. Meteen daarna startte de operatie Renovatie Station Naarden-Bussum, die gepaard ging met veel steigerwerk en ingepakte gevels. Nu was het Documentatiecentrum niet alleen onzichtbaar, maar moest er een loopbrug aan te pas komen om de voordeur bereikbaar te houden. 

      
Cultuurhistorische waardestelling Station
Naarden-Bussum, Spoorbeeld
www. spoorbeeld.nl/databank/naardenbussum
 

Spoorbouwmeester

Douwe Post is de ontwikkelaar namens de dienst NS Stations, die deze fase van de werkzaamheden aan het stationsgebouw aanstuurt. De ontwikkeling wordt gefinancierd door ProRail, NS Stations en de provincie Noord-Holland. Financiering vindt plaats uit de onderhoudsbudgetten van ProRail en NS Stations en uit een aanvullende investering door NS Stations vanwege het voor verhuur gereed maken van de vleugels van het stationsgebouw. Er is een nauw omschreven taakverdeling tussen de organisaties NS en ProRail. Verder zijn er voor allerlei aspecten van zo'n onderhoudsproject handboeken beschikbaar. NS en ProRail hebben in 2001 samen Bureau Spoorbouwmeester opgericht 'als een onafhankelijk adviserend orgaan voor ontwerp en vormgevingsopgaven binnen de spoorsector'. Dit bureau speelt een belangrijke rol bij de voorbereiding van dit soort projecten.

Op de website www.spoorbeeld.nl  is onder de knop Databank een schat aan informatie te vinden over een groot aantal stations. Over het Bussums station is er een prachtig digitaal boekwerk van niet minder dan 144 blz. en het boekje over Bussum-Zuid telt nog altijd 50 blz. 

Een delicaat gebouw

Men is, kortom, niet over één nacht ijs gegaan bij de renovatie van het station. Het is dan ook een delicaat gebouw. De website van Spoorbeeld zegt er het volgende over: 'Station Naarden-Bussum is opgetrokken uit baksteen, in een Noors verband. De hoeken en gevelopeningen zijn benadrukt door de toepassing van bijzondere bakstenen en metselverbanden.
De vensters zijn alle op dezelfde manier vormgegeven met een nadrukkelijke roedeverdeling en blauwgeverfd staal.

      
 
Het station als 'foyer voor een villawijk': de zuidelijke entree

 

      
De klok kreeg ook een opknapbeurt
 


Het station combineerde een treinstation en een tramhalte voor de Gooische Tram naar Huizen (tot 1958 in gebruik).

Net als later bij het station Amsterdam Amstel (1939) organiseerde [architect] Schelling de reizigersstromen rond een monumentale hal met loketten en een kiosk. Dit is een hoge ruimte met glas-in-loodramen en geglazuurde bakstenen in allerlei kleuren. Ook de tunnel naar het perron is hiermee bekleed. De luxe en de verzorgde architectuur is overal in het station terug te vinden. Schelling maakte van station Naarden-Bussum een foyer voor de villawijk. Nog steeds is de sfeer van het lommerrijke wonen al op het in 1914 aangelegde Stationsplein te proeven.'

       
 
Onderdeel van het bouwhistorisch onderzoek:
de verschillende verflagen die zijn gebruikt

Niet blauw, maar groen

Niet voorgaande citaat dateert van 2013. Intussen is uit nader bouwhistorisch onderzoek gebleken dat de stalen ramen oorspronkelijk helemaal niet blauw geverfd waren, maar groen. Die kleur is bij de renovatie in ere hersteld. Dit is maar een van de details waaraan bij de aanpak van het project aandacht is besteed. Douwe Post legt uit wat de hoofdmoot van het project is geweest: de buitenkant en de vloeren. Het metselwerk is gerestaureerd en gerepareerd.

       
Vervanging van natuurstenen dakplaten
 

De dakbedekking is vervangen, waarbij isolatie is aangebracht en in de toekomst zullen zonnepanelen worden geplaatst. Ook is ruimte gecre‰erd om installaties zo op het dak te plaatsen dat ze vanaf straatniveau niet zichtbaar zijn. De ramen en deuren zijn hersteld of vervangen - zo zijn de toegangsdeuren van de hal net als vroeger weer van eikenhout. Verder zijn de natuurstenen afdekkers waar mogelijk hersteld en waar nodig vervangen.

Post legt uit dat niet-vervangen-maar-repareren ook een vorm van verduurzaming is. Als vervanging van dakplaten nodig was, is er natuursteen uit een groeve gehaald, zo dicht mogelijk bij die waar het oorspronkelijke materiaal vandaan kwam. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor bijvoorbeeld de bijzondere bakstenen die bij de bouw zijn gebruikt.

      
 
Beschadigd metselwerk

 

Zichtbare en onzichtbare veranderingen

Er zijn wel enkele onzichtbare veranderingen aangebracht, deels om het gebouw geschikt te maken voor hedendaags gebruik, deels om tegemoet te komen aan hedendaagse opvattingen over energiegebruik. Zo zijn in de noord- en de zuidvleugel voorzieningen aangelegd voor vloerverwarming en luchtverversing, die het mogelijk maken het gebouw te zijner tijd van het gas af te halen. De gevels zijn ge‹soleerd en beter waterdicht gemaakt. Waar vanwege de monumentstatus van het gebouw geen dubbel glas kon worden gebruikt, zijn of worden achterzetramen aangebracht.

      
Ramen van de voormalige fietsenstalling werden vergroot
 

 Ook zijn er in de zuidvleugel grotere ramen geplaatst - de enige ingreep van betekenis die het aanzien van het gebouw ook echt veranderd heeft. Die grotere ramen zijn nodig om voldoende daglicht in het gebouw te krijgen - het was vroeger de fietsenstalling.

Post vertelt dat over al deze ingrepen uitvoerig overleg heeft plaats gevonden met de gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Kwaliteit en Erfgoed (CRKE). Hij zegt onder de indruk te zijn van de kennis van zaken en kritische zin die de commissie toonde. 

Duurzaamheid

Hoewel de inmiddels geldende voorschriften voor duurzaam (ver)bouwen niet onverkort op monumenten van toepassing zijn, is volgens Post bij dit project geprobeerd daar zo dicht mogelijk bij te komen - zie bovenstaande voorbeelden. Goed onderhoud van bestaande gebouwen (en zeker van monumenten) is als zodanig natuurlijk al een vorm van verduurzaming.

Tegen de tijd dat dit artikel verschijnt zal het project zijn afgerond. Daarna resten nog wat kleinere klussen, voornamelijk aan de binnenkant van de grote hal: reparatie van beschadigde steentjes , wat stucwerk en wat schilderwerk. Ten slotte moet er installatietechnisch nog het een en ander worden afgehandeld. Aan het eind van het jaar moet alles klaar zijn. Daarna is het station voorlopig weer in goede conditie - en dat mag ook wel na deze grootste renovatie sinds de oplevering van het station in 1926.