Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 38, nummer 1 (april 2022), pag 32-35

Een fluitsonate als liefdesbrief, componist Dick Kattenburg in Bussum

Eric Bor

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting

 De fluitiste Eleonore Pameijer richtte in 1996 de Leo Smit Stichting op. Deze stichting was vernoemd naar de Nederlandse componist en pianist Leo Smit van Portugees-Joodse afkomst, die in 1943 in Sobibór werd vermoord. De stichting heeft tot doel werken van componisten, die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vervolgd, weer onder de aandacht van het publiek te brengen.

   
 Gezin Kattenburg
 

Sonate

In 2002 ontving Eleonore een muziek­manuscript met een briefje van de 82-jarige Ima van Esso, een Joodse fluitiste die in de jaren dertig van de vorige eeuw menig jongenshart sneller deed kloppen en die Auschwitz had overleefd.
Het was een sonate die de jonge Joodse componist Dick Kattenburg drie jaar voor de oorlog voor haar had gecomponeerd. Dick was in 1944 door de nazi’s vermoord en Ima had zich er nooit toe kunnen brengen de sonate te spelen. Zij vond dat de partituur bij de Leo Smit Stichting in goede handen was. Toen ze enige tijd later een geluidsopname van de sonate ontving en beluisterde, moest ze huilen. ‘Nu snap ik het pas, het was een liefdesbrief!’

Toen de dochter van Dicks zus Daisy, Joyce Bergman-van Hessen, in 2004 de aankondiging van een concert met de fluit­sonate van haar oom Dick Kattenburg op internet vond, herinnerde zij zich een doos met bladmuziek uit de nalatenschap van haar moeder. Ze gaf de doos met meer dan dertig composities mee aan Ima’s zoon, dirigent Ed Spanjaard, voor de Leo Smit Stichting. Veel daarvan is inmiddels op cd verschenen en de jazzy melodieën van Dick Kattenburg worden nu overal ter wereld uitgevoerd. 

  bht38 1z02t 
 
 Dick in de achtertuin van Corverlaan 9

Jeugd

Dick werd op 11 november 1919 geboren in Amsterdam als zoon van Louis Katten­burg en Heleen van Tijn en had een zusje, Daisy. Louis werkte voor het textielbedrijf Hollandia-Kattenburg, dat zijn grootvader in 1909 had opgericht. In 1922 kwam er een broertje bij: Tom. Opa en oma Van Tijn hadden zich in het gezonde Bussum gevestigd en in 1926 volgde het gezin van Louis en Heleen hun voorbeeld: zij kochten het huis Maria-Elisabeth op de Corverlaan 9,1 vlak bij de Graaf Florislaan, waar opa en oma op nummer 42 (nu nummer 52) woonden.
Dick en Tom bleken heel muzikaal: Dick speelde al jong viool en Tom piano. Daisy speelde geen instrument, desgevraagd zei ze altijd: ‘Ik speel grammofoon.’ Dick kreeg vioolles van violist-componist Hugo Godron, die behalve leraar aan de Muziekschool ook privéleraar viool en compositie was. Een van de vroegst bekende composities van Dick is Valse d’amour, een jeugdig werkje in een kinderlijk handschrift. Net als zijn zus en later ook zijn broer Tom ging Dick na de lagere school naar de Gooische HBS. Vanaf juli 1933 bezocht hij waarschijnlijk in de schoolvakanties daarnaast het Collège Musical Belge, een privémuziekschool in Antwerpen. In 1936 behaalde hij zijn hbs-diploma. Een jaar later – het jaar van de fluitsonate voor de aantrekkelijke Ima van Esso – behaalde hij het diploma Théorie et Violon van het Collège Musical Belge. In datzelfde jaar verhuisde het gezin naar Rembrandtlaan 15 in Naarden. 

bht38 1z03t   

Huisconcert

Bij de keuring voor militaire dienst op 7 april 1938 werd Dick ingeschreven als eerstejaarsstudent scheikunde. Vermoedelijk is hij na het eerste of tweede jaar met die studie gestopt. Op 19 december 1938 verscheen in De Gooi-en Eemlander een verslag van een huisconcert bij Hugo Godron. Dick speelde onder anderen samen met zijn vriend Theo Kroeze (altviool) een duet van Mozart. Op dit concert werd ook een strijktrio van ‘Godron’s gevorderden compositie­leerling’ Dick Kattenburg uitgevoerd.
De recensent schreef: ‘Een vrij beknopt werk, dat reeds van opmer­kelijke vakbeheersching getuigt en dat een zeer persoonlijk talent demonstreerde waarvan men de verdere ontwikkeling met groote belangstelling tegemoet kan zien.’
De partituur voor dit trio is bewaard gebleven. Er bestaat zelfs een voorblad met een tekening in inkt en waterverf, gedateerd 1938. Daarop staan de drie musici: rechts Dick Kattenburg, in het midden Theo Kroeze en met de cello vermoedelijk Anton Dresden, de latere dirigent van Toonkunst Bussum.

  bht38 1z04t 

Op 14 juli vond er opnieuw een muziekavond bij Godron plaats, deze keer betrof het een demonstratie van het systeem-Capet voor strijkers. Dit systeem hield een heel economisch gebruik van de strijkstok in met zo min mogelijk onnodige stokbewegingen.
De Gooi- en Eemlander schreef over Dick: ‘Hij is een violist met zeer veel talent en het effectieve van de Capet-methode, door Godron nog verder uitgewerkt en toegepast, is hier wel heel duidelijk aan den dag getreden. We hebben de beste verwachtingen van de verdere studie van Dick Kattenburg.’ Waarderende woorden waren er ook voor zijn begeleidster: ‘Mejuffrouw Itia Wahlburg-Schmidt, pianiste te Utrecht, leerlinge van Enderle, heeft uitmuntend begeleid: vooral in de subtiele Mozart-Sonate viel haar prachtig toucher op.’
Later zou Dick bij Ytia Walburgh Schmidt (haar naam werd in de krant verkeerd gespeld) in Utrecht onderduiken. 

bht38 1z05t  
Dick geschilderd door Theo Kroeze (gebruikt op cd-hoes)
 

Studie in Den Haag

Dick was van plan zijn vioolstudie in het najaar van 1939 te vervolgen in Parijs aan de École Normale bij een leerlinge van de beroemde Lucien Capet, maar zag daar wegens de oorlogsdreiging vanaf. Hij zette zijn studie voort in Den Haag, onder leiding van de componist Willem Pijper.

In augustus 1940 overleed zijn vader aan angina pectoris. Zijn zus Daisy trouwde in januari 1941, waarna haar echtgenoot bij het gezin introk. In dezelfde maand moesten alle Joden zich melden voor registratie.

Het lukte Dick zijn studie af te ronden: hij slaagde voor het Staatsexamen theorie en viool en behaalde ook een lesbevoegdheid. Zoals blijkt uit een advertentie in Het Joodsche Weekblad van 5 september 1941, begon hij ook vioollessen te geven in de ouderlijke woning op Rembrandtlaan 15. In die tijd schreef hij onder andere een Novelette voor piano, opgedragen aan een zekere Rita. Waarschijnlijk is dat zijn nicht Rita Kattenburg, een Bussumse viooldocente met wie hij regelmatig samenspeelde. 

Jodenvervolging

Vanaf 1942 begon de Jodenvervolging manifest te worden. Alle Joden moesten een ster dragen, overal doken bordjes ‘Voor Joden verboden’ op en niet lang daarna begonnen er ’s avonds razzia’s in Amsterdam. Mannelijke familieleden uit Amsterdam kwamen vaak ’s avonds naar de Rembrandtlaan, omdat het daar veiliger leek.

Vanaf de zomer van 1942 nam Dick compositieles bij Leo Smit in diens huis in Amsterdam, maar dit werden al spoedig schriftelijke lessen, omdat ontmoetingen te gevaarlijk werden. Ze stuurden manuscripten over en weer – waarschijnlijk per koerier – waarin Smit bijvoorbeeld aantekende ‘cello en bas klinken nadrukkelijk genoeg, trombone daarentegen als een stier in de porceleinkast’.

Toen de geruch­ten over razzia’s ook Naarden bereikten, sliepen Dick en Tom bij de zenuwarts dr. Schotman in zijn villa Brinklaan nummer 61 (nu 71). Dicks vriend Frans LeCoultre had voor dit schuiladres gezorgd.
Niet lang daarna dook Dick onder bij zijn vriendin Ytia Walburgh Schmidt, die met haar moeder en een jongere zuster in Utrecht woonde. Dit was waarschijnlijk al voordat alle personeelsleden van Hollandia-Kattenburg in november 1942 met hun gezinnen op transport waren gesteld. 

  bht38 1z06t 
 
Hoes tweede cd

Besef van Joodse identiteit

Voor Dick betekende deze confrontatie met zijn Joodse achtergrond, waar hij nooit zo erg mee bezig was geweest, een bewustwording. Hij begon Hebreeuwse melodieën te arrangeren, die hij voor de veiligheid als Palestijns, Roemeens of Mexicaans aanduidde. Hij signeerde de werken met schuilnamen, bijvoorbeeld C.J. van Assendelft van Wijck en KvD, ook wel K. van Drunen of K. van Dunsen. Van oudere composities knipte hij zijn naam weg.
Een compositie voor viool en piano gedateerd december 1942 is opgedragen aan YCWS (=Ytia) en gesigneerd KvD. In Utrecht bleef Dick in 1943 doorgaan met componeren.

Hij is om onbekende reden op een gegeven moment weggegaan bij Ytia en ondergedoken bij Jeanne Coolsma op Oudegracht 147 in Utrecht. 

Gearresteerd

Dick werd in eind april of begin mei 1944 vermoedelijk bij een razzia in een bioscoop gearresteerd. Op 8 mei schreef hij een briefje vanuit Westerbork, dat zijn nichtje Joyce nu in bezit heeft. Nog geen twee weken later werd hij op transport gesteld naar Auschwitz. Wanneer hij daar is omgekomen of vermoord is onbekend. Zijn overlijdensakte geeft als plaats Midden-Europa en als sterfdatum 30 september 1944 aan, maar dat is vermoedelijk de datum waarop zijn overlijden werd gemeld.

Op het hoesje van de cd D.K. Stolen Melodies staat het schilderij afgebeeld, dat Theo Kroeze van zijn vriend Dick Kattenburg maakte. De in 1916 geboren Kroeze werd een bekende schilder, tekenaar en aquarel­list en overleed in 1988. 

Bronnen

  • Carine Alders, Dick Kattenburg, Amsterdam 1919-Midden-Europa 1944 op dockplayer.nl
  • Wim de Vries en Jochem van der Heide, Dick Kattenburg op website Leo Smit Stichting
  • Auteur onbekend, De Liefdesbrief, op website Leo Smit Stichting
  • Gemeentearchief Bussum
  • Aantekeningen van Daisy van Hessen-Kattenburg
  • Mondelinge informatie van Joyce Bergman-van Hessen 

Noot

  1. Toevallig is dat het huis waarin ik sinds 1987 woon. E.B.