Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 37, nummer 1 (april 2021), pag 40-46

De geschiedenis van het Individueel Onderwijs in Bussum

Nol Verhagen

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting

 

Na de Tweede Wereldoorlog moest de samenleving weer op gang komen. Dat gold zeker ook voor het onderwijs. In de oorlogsjaren hadden de scholen grote moeite gehad om de normale gang van zaken een beetje in stand te houden. Veel schoolgebouwen waren gevorderd door de bezetter en alle scholen, zowel in het lager als in het voortgezet onderwijs, waren voortdurend op zoek geweest naar beschikbare leslokalen. Nu kon men weer terugkeren naar de vertrouwde routine van voor de oorlog. Maar de bezettingsjaren hadden ook sporen achtergelaten bij de leraren, en meer nog bij de leerlingen. Sommigen hadden moeite om weer in het gareel te raken. Dat gold ook voor de kinderen van de Christelijke School met den Bijbel.

 

Oorlogsjaren

De School met den Bijbel bestond in Bussum al vanaf 1895. Het eerste schooltje aan de Veldweg was in 1912 verhuisd naar de Havenstraat, waar het onder de naam Samuëlschool was ingekwartierd in de (openbare) Prins Hendrikschool. Het hoofd van die school was J. van Hummel, die met een van zijn onderwijzeressen, mej. E. Boon, al snel tot de ontdekking kwam dat er nogal wat kinderen niet goed mee konden komen in het gewone klassikale onderwijs. Zij kregen het lezen of het spellen niet onder de knie. Andere kinderen vertoonden gedragsproblemen, al dan niet onder de invloed van de oorlogsjaren of als gevolg van hun leerproblemen, die hen ontmoedigden en aanleiding gaven tot gebrek aan zelfrespect.

     

J. van Hummel in 1990 bij de presentatie (onder pseudoniem
Gerben van Ginder) van zijn autobiografisch boek Op weg
naar het leven aan majoor Boshardt van het Leger des Heils
 

 

De ‘bijwerkklas’

Juffrouw Boon, over wie we helaas niet veel hebben weten te achterhalen, was kennelijk een ondernemende maar ook bevlogen onderwijzeres. Ze had contact met een Amerikaanse collega, via wie zij heel wat te weten was gekomen over leerlingen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden. Lom-kinderen zouden wij ze nu noemen, hoewel juffrouw Boon nu juist op die special needs-kinderen geen etiketje wilde plakken. In haar klas van 46 kinderen zaten zo’n 12 kinderen die speciale aandacht nodig hadden. Al in 1947 wist ze Van Hummel ervan te overtuigen dat er iets voor deze kinderen gedaan moest worden. Ze kreeg de kans om een zogenoemde ‘bijwerkklas’ te starten, met 16 leerlingen. De school moest daarvoor zelf middelen vrijmaken. Van Hummel probeerde daarom op alle mogelijke manieren geld bijeen te schrapen, onder meer door een spaarbusjesactie. ‘Als elke inwoner een cent per maand geeft, zijn we gered’, liet Van Hummel in de plaatselijke pers weten – ook in het bewerken van de publieke opinie was Van Hummel een meester. Met de regelmaat van een klok verschenen er in de lokale pers artikelen waarin hij uiteenzet dat er veel kinderen zijn die extra aandacht behoeven en dat daar geld voor nodig is.

       
 
Juffrouw Boon aan het werk in de ‘bijwerkklas’
   

Steeds werd benadrukt dat het niet ging om kinderen die achterlijk of zelfs debiel waren – die termen werden destijds nog onbekommerd gehanteerd om moeilijk of zelfs zeer moeilijk lerende kinderen mee aan te duiden. Nee, het waren kinderen die speciale aandacht nodig hadden, individueel onderwijs. De naam Indon raakte dan ook al snel ingeburgerd. Dit ter onderscheiding van het buitengewoon lager onderwijs (blo). De naam Indon gaf overigens aanleiding tot misverstanden. Tot op de dag van vandaag denken sommigen dat het ging om een school voor kinderen van uit Nederlands-Indië gerepatrieerde ouders.

 

Indon

In Hilversum bestond al vanaf 1918 een (openbare) blo-school. En in 1939 was een initiatief gestart om ook een christelijke blo-school op te richten, dat echter door de oorlog in de kiem werd gesmoord. Juist in de tijd dat Van Hummel en Boon met hun ‘bijwerkklas’ begonnen, werd in Hilversum de draad weer opgepakt, zodat in 1949 de Wisseloordschool voor buitengewoon lager onderwijs kon worden geopend. Daar wilde Indon aanvankelijk echter niet mee worden vergeleken – Indon behoorde eigenlijk, zo betoogde Van Hummel, tot de ‘andere’ buitengewone scholen, zoals de school voor schipperskinderen of de sanatoriumscholen.

Van Hummel sprak liever van zwakbegaafd, ter onderscheiding van debiel en zwakzinnig. Van Hummel benadrukte dit op zichzelf zinvolle onderscheid onder meer om ouders niet kopschuw te maken voor de speciale behandeling die hun kind nodig had. Kennelijk wist hij hen daarvan te overtuigen, want Indon werd zo’n groot succes dat het de school bijna boven het hoofd groeide. In 1950 moest er al een tweede (nog steeds niet gesubsidieerde) leerkracht worden aangetrokken voor de ‘bijwerkklas’, die inmiddels zo’n 50 leerlingen bediende.Deze kinderen waren niet alleen afkomstig van de School met den Bijbel, maar ook van andere lagere scholen uit Bussum, of eigenlijk het hele Gooi.

Toewijding

Van Hummel en vooral Boon schreven in het Correspondentieblad Buitengewoon Onderwijs uitvoerig over het onderscheid tussen zwakzinnige kinderen, die op een blo-school thuis hoorden, en zwakbegaafde kinderen, die daar nu juist niet naar toe moesten worden gestuurd. De eersten waren niet in staat tot abstract logisch denken, de laatsten konden dat wel, maar moesten daarbij meer dan het normaal begaafde kind geholpen worden. Ze hadden een achterstand die kon en moest worden ingelopen.

Het Gewoon Lager Onderwijs’, zo schrijft Van Hummel, ‘mag het zwakbegaafde kind in onze huidige onderwijsconstellatie niet loslaten.’ We moeten daarbij bedenken dat men destijds nog niet de beschikking had over het hele arsenaal aan onderscheidingen in (zwak) begaafdheid, zoals wij dat nu kennen. Ook begrippen als schoolrijpheid, dyslexie en dyscalculie waren nog geen gemeengoed. 

Ter onderrichting van de ouders publiceerde Van Hummel in 1951 een brochure over ‘Moeilijke Ouders’, een doorwrocht werkje met een respectabele literatuurlijst, dat laat zien hoe diepgaand hij (en ongetwijfeld ook juffrouw Boon) zich in de materie hadden verdiept.

De toewijding van de leerkrachten is sowieso bewonderenswaardig. Van Hummel vermeldt in het Contactblad van De School met den Bijbel min of meer terloops dat hij in de loop van een jaar of tien als leerkracht en hoofd van de Samuëlschool niet minder dan 1200 (!) huisbezoeken heeft afgelegd. Een vader die zich beklaagde over gebrek aan aandacht voor zijn zoon, kon hij erop wijzen dat hij maar liefst 13 keer bij hem thuis was geweest om over de jongen te praten. Huisbezoek behoorde ook later tot de vaste taken van leerkrachten van de Indonschool. In de verslagen van de docentenvergadering wordt steevast vermeld wie van de leerkrachten bij welke leerlingen op huisbezoek zal gaan.

 
 
     
 
De Centrale School of Jan Ligthartschool in 1929
(Ill. Van Gooi en Vecht Historisch)

 

De Jan Ligthartschool

Wat in 1947 was begonnen als ‘bijwerkklas’ met een kleine 20 leerlingen, was in 1951 al uitgegroeid tot een zelfstandige tak van de School met den Bijbel. Er was voor de 74 leerlingen die voor individueel onderwijs in aanmerking kwamen, dringend behoefte aan een eigen schoolgebouw. Na wat geharrewar werd daarvoor door de gemeenteraad de Jan Ligthartschool aan de Albert Neuhuyslaan ter beschikking gesteld.

De Jan Ligthartschool was in 1927 opgezet als (openbare) school voor voortgezet gewoon lager onderwijs (vglo). Het idee was dat leerlingen van het vglo daar vanuit diverse (openbare) lagere scholen zouden worden ondergebracht, maar dat plan is nooit goed van de grond gekomen: de scholen hielden de kinderen uit de zevende klas gewoon bij zich en het vglo als apart schooltype was inmiddels overvleugeld door de mulo en de Ambachtsschool. Probleem was wel dat op deze manier een schoolgebouw voor openbaar onderwijs werd overgedragen aan het bijzonder onderwijs – niet voor de laatste maal overigens (zie onder meer de geschiedenis van de transformatie van de openbare Prins Hendrikschool naar de bijzondere Vondelschool in 1965, BHT jaargang 34, nummer 1, mei 2018).

 

De werkwijze van Indon

Hoe het op de nieuwe school zou toegaan, werd in de plaatselijke pers als volgt uiteengezet: ‘De leerlingen worden niet in klassen verdeeld, naar in vier groepen, naar leeftijd, aanleg en
vorderingen. De eerste groep omvat de leerlingen van 7 tot 9 jaar die lees- en schrijfmoeilijkheden hebben. De tweede, van 9 tot 11 jaar is bedoeld voor kinderen met moeilijkheden in lezen, schrijven en rekenen. De derde, eveneens van 9 tot 11, voor hen die moeite hebben met het abstraherend denken. De vierde, van 11 tot 14 jaar, is voor gevorderden.’

Een aantal vakken werd in groter verband aangeboden, om tijd te winnen voor individuele begeleiding en om het contact met een grotere gemeenschap niet verloren te laten gaan. Er werd contact gehouden met de school waar het kind vandaan kwam (ze waren zoals gezegd afkomstig van diverse scholen in de regio), zodat ze naar die school terug konden gaan als na een of enkele jaren ‘geschikt waren gemaakt voor de klassikale school’. Toen de school in augustus 1951 begon, had de school al 4 leerkrachten, een niet onaanzienlijk risico, aangezien er nog geen definitieve beslissing was genomen over de (rijks)subsidie voor de school. Die beslissing kwam uiteindelijk op 17 oktober van datzelfde jaar. De school moest overigens al in 1954 met enkele lokalen worden uitgebreid. Een van de eerste leerlingen was de onlangs overleden meubelontwerper en binnenhuisarchitect Jan des Bouvrie, die zwaar dyslectisch was. Hij vond, geheel volgens de principes van de school, al snel de weg terug naar het gewone lager onderwijs.

 

Christelijk buitengewoon onderwijs in het Gooi

Het afscheid van de Samuëlschool lijkt niet helemaal zonder problemen te zijn verlopen. Door het plotseling beschikbaar komen van de Jan Ligthartschool verdwenen er drie leerkrachten – onder wie het hoofd der school – naar een anderen locatie. Indon werd bovendien door de toekenning van de subsidie in oktober 1951 een zelfstandige school, zij het nog steeds onder de vleugels van het oude schoolbestuur. Maar ook daaraan kwam een einde. Van Hummels pleidooi voor het (ook bestuurlijk) handhaven van de band met het gewoon lager onderwijs vond bij de Inspectie geen gehoor. Daar was men van mening dat de nieuwe school beter ondergebracht kon worden bij de al bestaande Hilversumse Vereniging voor Christelijk Buitengewoon Lager Onderwijs in het Gooi.

Aldus geschiedde, want het was door de Inspectie als voorwaarde gesteld voor de toekenning van de subsidie. De school werd officieel Instituut Indon, christelijke blo-school voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden. Indon was achteraf gezien de eerste protestants-christelijke lomschool van Nederland. Hoewel het schoolgebouw al in september 1951 met enig ceremonieel in gebruik was genomen, volgde er in december 1951 nog een informeel afscheid van de leerkrachten die van de Samuëlschool naar de nieuwe school waren overgestapt. Op woensdag 10 september 1952 vond ten slotte
de officiële opening van de school plaats. De gebruikte terminologie rondom individueel onderwijs blijft wat verwarrend. In de uitnodiging voor de opening was sprake van ‘INSTITUUT “INDON” (Christelijk Individueel Onderwijs voor kinderen met leer- en opvoedingsproblemen)’. Niet veel later publiceerde de vereniging een ongedateerde brochure betreffende de Christelijke School voor Individueel Onderwijs ‘Wisseloordschool’ te Hilversum en de Christelijke School voor kinderen met Leer- en Opvoedingsmoeilijkheden ‘Instituut Indon’ te Bussum.

     
De Stimulansschool aan de Bloemhof in 1996.
De school is in 1997 gesloopt
 

De eigen zuil

J. van Hummel zou tot eind 1973 als hoofd aan de school verbonden blijven. Toen ging hij, waarschijnlijk moegestreden, met ziekteverlof, vooruitlopend op zijn pensionering in januari 1975. Wat er van juffrouw Boon is geworden heb ik niet kunnen achterhalen.Door de verbinding met de Hilversumse Wisseloordschool maakte Indon deel uit van een Stichting voor christelijk speciaal onderwijs dat in de daarop volgende decennia snel zou groeien. Het werd daardoor beter mogelijk om ieder kind dat voor speciaal onderwijs in aanmerking kwam op de goede plek te krijgen. Al in 1954 werd vanuit de Wisseloordschool een school voor zeer moeilijk lerende kinderen (zmlk) opgericht, de Klimopschool aan de Mozartlaan in Hilversum. In 1960 werd in Hilversum bovendien een tweede christelijke lom-school opgericht: de Schakel. Ten slotte ontstond in 1978 in Huizen, op initiatief van de basisscholen aldaar, een christelijke lom-school: de Wijngaard. Geheel in de geest van die tijd, vonden al die scholen een plekje binnen de eigen levensbeschouwelijke zuil.

Ook hier is het verhaal nog niet afgelopen, want naarmate het speciaal onderwijs op primair niveau zich uitbreidde, kwam er haast vanzelf ook behoefte aan speciaal onderwijs op secundair niveau. Tot 1980 werd dat nog vormgegeven in aparte afdelingen van de (christelijke) lts voor de jongens en de (eveneens christelijke) Huishoudschool voor de meisjes. Maar in 1981 werd in Bussum het Christelijk Instituut STIMULANS opgericht voor uitstromers van Indon. Volledigheidshalve vermeld ik ook nog de oprichting van een vervolgschool voor moeilijk lerende kinderen, de Wissel in Hilversum.

     
 
Breeduit in 2009 (foto Jaap van Hassel)

 

‘Weer Samen Naar School’

Eind jaren negentig van de vorige eeuw besloot de overheid dat het maar eens afgelopen moest zijn met de spectaculaire groei van het speciaal onderwijs. Onder de slogan ‘Weer Samen Naar School’ werden de diverse scholen voor speciaal (lager) onderwijs samengevoegd onder de titel speciaal basisonderwijs (sbo). De bedoeling was dat er meer kinderen met leerproblemen worden opgevangen in het gewone basisonderwijs en dat er minder wordt doorverwezen naar het speciaal onderwijs. Het ‘echte’ speciaal onderwijs (so), voor kinderen met ernstige lichamelijke en/of geestelijke beperkingen, werd apart gezet.

   '    
 De Indonschool in 2006 (foto Jaap van Hassel)
 

Indon maakt heden ten dage als school voor speciaal basisonderwijs deel uit van de Stichting Elan, die 8 scholen voor sbo en (v)so in Hilversum, Huizen en Bussum beheert. Daartoe behoren ook drie scholen voor voortgezet speciaal onderwijs, voor de oudere leerlingen dus. Naast de Indon-school vinden we in Bussum nog het Elan College Bussum, beter bekend als Elan College Breeduit,voor leerlingen op havo/vwo-niveau met een ‘Autisme Spectrum Stoornis’ (ASS).
Het ‘bijwerkklasje’ van Van Hummel en Boon uit 1947 heeft voorwaar een hoge vlucht genomen: dit jaar viert Indon zijn 70ste verjaardag!

 

 

Bronnen

  • Knipselmap Indon 1947-1966
  • Notulenboek van de personeelvergaderingen Indon 1969-1979
  • De Groene Draad, gedenkgidsje bij het 40-jarig bestaan van de stichting voor Christelijk Speciaal
  • Onderwijs in het Gooi en omstreken in 1979 (gerekend vanaf 1939)
  • De Groene Draad, idem bij het 50-jarig bestaan in 1989
  • Jubileumgids 50 jaar Christelijk Instituut Indon 1950-2000
  • Ada Fischer, vanaf 1989 directeur van Indon en thans bestuurder van de Stichting Elan, de opvolger van de Stichting voor Christelijk Speciaal Onderwijs in het Gooi