Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 37, nummer 1 (april 2021), pag 32-39

Plan Gooioord, een nieuwe Bussumse forensenwijk uit het begin van de 20ste eeuw

Hans Jonker

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldngen zijn aanklikbaar voor vergroting

 

Op de woningmarkt voor jonge gezinnen zijn de huizen in de Godelindestraat, de Lothariuslaan en de Waltherlaan (aan het eind van de Huizerweg) erg in trek. Zeker na een verbouwing beschikken de kopers over ruime woningen in verkeersarme straten, met scholen en plantsoenen in de buurt. Dit aantrekkelijke huizenaanbod ontstond zo’n honderd jaar geleden als Plan Gooioord.

 

Uitbreidingsplan

Aan het begin van de 20ste eeuw werd het grondgebied van de gemeente Bussum door een grondruil met Hilversum flink uitgebreid in zuidelijke richting. Bussum kon de beschikbaar gekomen ruimte maar in beperkte mate bestemmen voor woningbouw. De zogenoemde Kringenwet verbood immers de bouw van (stenen) huizen rondom de vestingwerken. De gemeente gaf niettemin aan architect K.P.C. de Bazel opdracht tot het maken van een stedenbouwkundig plan. In zijn ‘Uitbreidingsplan der gemeente ten Zuiden van den Huizerweg en den Singel’ (1903) tekende De Bazel de hoofdlijnen van een wegenplan met een globale toedeling van bebouwingmogelijkheden (inclusief de woningtypes) en van ruimte voor parken en plantsoenen.

     
 
Luchtfoto uit 1925

De bouw van arbeiderswoningen had in die jaren echter hoge prioriteit en was door nieuwe rijkssubsidies ook mogelijk geworden. Tot de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) beperkte de nieuwbouw in het zuidelijk deel van de gemeente zich tot de omgeving van de Laarderweg (zoals de Koopweg, de Bijlstraat en de Hamerstraat) en het begin van de Huizerweg (bijvoorbeeld de Korte Singel en de Batterijlaan). In de oorlogsjaren lag de woningproductie door gebrek aan materiaal nagenoeg stil. Na het vredesakkoord van 1918 kwam deze productie weer op gang (o.m. met het oudste deel van de Godelinde buurt).

 

J.G. Griffioen

Na deze wereldoorlog was er een geheel nieuwe situatie ontstaan. Het bouwverbod rond de forten bleek door nieuwe inzichten in defensietechniek niet langer houdbaar en werd in 1926 dan ook opgeheven. Het oude uitbreidingsplan werd van stal gehaald en de gemeente ontwikkelde aangepaste ideeën over de invulling van het gebied ten zuiden van de Huizerweg. ‘Ook over het terrein van Gooioord zijn eenige wegen ontworpen’ meldt de Laarder Courant in 1923. 

     
J. Griffioen
 

Niet alleen de plaatselijke overheid reageerde op de veranderde omstandigheden, ook particulieren werden actief. Lokale investeerders hadden kennelijk voorkennis over de beleidswijziging op het ministerie van Oorlog en kochten percelen landbouw-, bos- en heidegrond in de Verboden Kringen. Een van hen was J.G. Griffioen

     
 
Het Algemeen Handelsblad van 21 augustus 1920.
Door geldnood gedwongen moest Griffioen al na een
jaar de door hem aangekochte villa in de verkoop
zetten. Het bleek bij nader inzien toch niet nodig

Zoals elders in dit tijdschrift wordt beschreven, was de Bussumse slager J.G. Griffioen in 1919 in het bezit gekomen van villa Gooioord met een uitgestrekte siertuin, moestuin, boomgaard en bospartij aan de Amersfoortsestraatweg. Griffioen had er groot belang bij om zijn investering binnen korte tijd te gelde te maken. Hij kocht steeds met geleend geld en vervulde zijn financiële verplichtingen met de opbrengsten van eerdere investeringen. Een ingewikkeld en riskant spel van koop en verkoop en soms ook van ruil van percelen. De gemeente Bussum werd door Griffioen voortdurend onder druk gezet om haast te maken met de uitwerking van het herziene uitbreidingsplan. De herbestemming van de voormalige akkerlanden was namelijk cruciaal in zijn speculatiespel.

Verhitte correspondentie

Een kleine bloemlezing uit een dik gemeentelijk dossier vol verhitte correspondentie. Notaris Scheffelaar Klots verzoekt op 2 oktober 1922 de bevriende architect De Bazel om ‘medewerking voor eene aangelegenheid, waarin mogelijk met niet te veel moeite groote schade van een voorgenomen executie kan worden voorkomen’. Zolang het uitbreidingsplan niet vaststaat liggen de besprekingen tussen de gemeente en de ontwikkelaar stil. ‘Zoo lang dit (…) het geval is blijven echter alle onderhandelingen hokken en zal waarschijnlijk tegen 8 november a.s. de executie moeten doorgaan, hetgeen in de eerste plaats voor Griffioen doch ook voor verdere betrokkenen een groote schade kan opleveren.’ De Bazel had het razend druk en zal zich weinig hebben aangetrokken van deze pressie ter wille van de speculerende slager. De architect overleed vervolgens volkomen onverwacht op 28 november 1923. De uitwerking van het plan werd door gemeenteambtenaren overgenomen.

     
Stratenplan behorende bij de overeenkomst van 23 november 1927
 

Er volgden nog vele jaren duwen en trekken, de verhoudingen verslechterden, de toon van de brieven verscherpte. Eind 1927 (we zijn vijf jaar later) schrijft Griffioen bijvoorbeeld aan B&W:
‘Den 19en April j.l. had ik een onderhoud met den directeur van Gem. Werken, en vroeg hem hoeveel geld ik moest betalen voor de aanleg van wegen op bovengenoemde perceelen. De directeur antwoordde mij “Griffoen, geef mij 2 maanden de tijd om het uitbreidingsplan in orde te maken”. Ik was zoo welwillend en stond hem dit toe. Maar nu is het geen 2 maanden; maar bijna 8 maanden en ik ben nog niets gevorderd.’ De directeur Gemeentewerken reageert op zijn beurt in een notitie aan B&W: ‘Ik meen niet nader behoeven in te gaan op de opmerkingen van den heer Griffioen. Uiteraard is door mij geen enkele belofte gedaan, hetgeen ik dan ook niet kon doen, gezien de langen weg, dien een uitbreidingsplan heeft te doorlopen. Hoe eigenaardig de opvatting van Griffioen is blijkt wel (hieruit), dat hij meent welwillend te zijn geweest door te wachten op het uitbreidingsplan.’ En: ‘Ik moge er U opmerkzaam maken, dat Griffoen alle medewerking is verleend tot aanleg van wegen tusschen Huizerweg en Amersfoortsestraatweg, opdat hij bouwterreinen kon verkoopen. Thans echter blijft hij in gebreke de noodige gelden te storten.’ (19 december 1927)

 

Plan Gooioord II

In januari 1928 werd dan toch de overeenkomst getekend waarin de overdracht van de voor de wegen bestemde Gooioordgrond aan de gemeente wordt vastgelegd. De bedoeling was om de Godelindestraat door te trekken en deze met twee haakse bochten te laten uitkomen op de Waltherlaan. Het al vaker in Bussum toegepaste ‘hofjespatroon’ zonder doorgaand verkeer (Eendrachtspark, Hildegondestraat) zou zo worden herhaald. Bij nader inzien kreeg de verlenging van de Godelindestraat echter een eigen straatnaam: Lothariuslaan.

Het was geheel in de stijl van Griffioen om zichzelf in te halen en alvast een nieuw bouwproject en daarmee een nieuw spanningsveld in het leven te roepen: Plan Gooioord II. Ten zuiden van het nog niet eens gebouwde eerste plan moet een uitbreiding van de nieuwe wijk worden ontwikkeld. Onmiddellijk zijn de rapen gaar. Op 4 mei 1928 schrijft het gemeentebestuur: ‘… deelen wij U mede dat het terrein, ’t welk Gij wenscht te bebouwen, in verband met de voorwaarden waaronder de gemeente bij raadsbesluit van 12 mei 1919 de villa “Gooioord” c.s. aan U heeft verkocht, niet mag worden bestemd voor de stichting van arbeiderswoningen, zoodat wij Uw verzoek om te bevorderen dat aan U voor de bouw van arbeiderswoningen aangrenzende gemeentegrond wordt verkocht, moeten afwijzen. Wij verklaren ons echter bereid met U onderhandelingen te openen over de verkoop aan U van bedoelden gemeentegrond voor de stichting van middenstandswoningen.’ Een boze brief van Griffoen volgde. Burgemeester De Bordes noteerde in de kantlijn ‘even wachten. Niet beantwoorden’.

 

‘Een frisschen vrolijken indruk’

Inmiddels was door de Bussumse architect Jan Wilke (eerder verbonden aan het bureau van Karel de Bazel) een ontwerp getekend van het eerste Plan Gooioord. De Gooi- en Eemlander beschrijft zijn ontwerp op 18 januari 1928 als volgt: ‘Het ligt in de bedoeling langs de ontworpen wegen 44 bouwblokken te zetten, varieerend tusschen 2, 3 en 4 woningen onder één kap. Aan Godelindestraat en K.P.C. de Bazelstraat zullen 12 blokken van twee woningen verrijzen. Deze zullen zijn van eenvoudig type en worden opgetrokken in gele steen, donkere plint en helroode daken. Iets wat ongetwijfeld een frisschen, vroolijken indruk zal maken. Elke woning bevat: beneden twee kamers en suite; keuken; vestibule, hall; W.C.; kelder of kelderkast. Boven bevinden zich drie slaapkamers, een badkamer en een zolder met dienstbodenkamer. In de Waltherlaan zullen behalve blokken van twee, ook blokken van drie woningen verrijzen van het zelfde type als in de bovengenoemde straten. Langs de ontworpen wegen in het verlengde van de Godelindestraat en de Waltherlaan en ook langs de ontworpen zijwegen zullen de hoeken worden afgesloten door blokken van vier woningen onder één kap, terwijl ook de andere woningen een afwijkend type te zien zullen geven. Overal echter worden dezelfde bouwmaterialen gebruikt.’

     
Plantekening van Jan Wilke, augustus 1927
 

Met een uniforme uitvoering van verschillende woningtypen beoogde Wilke hetzelfde resultaat te bereiken als hij en ander moderne architecten eerder op andere plaatsen tot stand brachten: harmonie. Kleine accentverschillen en variaties moesten dit effect versterken. Het Plan Gooioord paste in de opvattingen van de nieuwe school in de Nederlandse architectuurwereld. ‘De exploitatie is zoo geregeld dat de heer Griffioen aan eigenbouwers terreinen zal verkoopen met goedgekeurde teekeningen. De geheele bebouwing die door de Schoonheidscommissie is goed gekeurd zal hierdoor een rustig aanzien krijgen,’ schrijft de Nieuwe Bussumsche Courant op 14 januari 1928.

     
 
Perceelsgewijs situatieplan van Jan Wilke, januari 1928.
Het doortrekken van de Lothariuslaan is dan nog niet verwerkt

De beschrijving van De Gooi- en Eemlander vervolgend: ‘De voortuinen der hoekperceelen hebben een oppervlakte van vijf meter diepte en 20 meter breedte; die van de tusschenliggende perceelen zijn 10 M. diep en 10 M. breed. De achtertuinen, waarin ook een schuurtje komt, krijgen een oppervlakte van 10 x 10 meter. Een royale bouw derhalve en het lijdt dan ook geen twijfel of in dit gedeelte van Bussum zal wederom een fraaie villawijk tot stand komen. Aangezien binnenkort aldaar in de nabijheid ook een nieuwe Openbare School zal worden gebouwd, zal dit alles bij elkaar genomen, Bussum als woongemeente beduidend doen winnen.’ 

      
Kadastraal minuutplan, 1929. Links aan de Huizerweg nog leerfabriek de
Koelit;in het midden het begin van de Godelindebuurt; rechts Plan Gooioord
 

In de beschrijving ontbreekt het onderdeel van het plan om bij een gedeelte van de huizen ook garages te bouwen. J.G. Griffioen mikte kennelijk op de in die jaren snelgroeiende markt van forenzen.

‘Groote stenen kasten, dicht op elkaar gebouwd’

De juichende toon van de lokale kranten werd niet gedeeld op het raadhuis. De directeur van Gemeentewerken deed op 17 augustus 1928 zijn beklag bij het college van b&w. ‘Thans kan worden geconstateerd, dat deze woonwijk in het geheel niet aan de gestelde verwachtingen beantwoordt. De Gemeente Bussum, die zich in andere gedeelten zoo fraai heeft ontwikkeld, wordt met deze woonwijk zeker niet verrijkt, hetgeen te betreuren valt.

      
 
Algemeen Handelsblad
van 25 januari 1920

In de eerste plaats voldoet de woonwijk niet aan de gestelde verwachtingen, omdat het de bedoeling was dat daar ter plaatse een kleine middenstandswijk zou verrijzen, een woonwijk dus waar minder ruim gesitueerden, geëmployeerden dus en particulieren die hun werkkring in Bussum hebben, hun woning zouden vinden. Aan deze woningen is in de gemeente behoefte. Met het oog daarop was de verkaveling niet groot.

     
Waltherlaan gezien vanaf de Huizerweg.
Links op de voorgrond pension Bosch en Zon (1928)
 

De winzucht der exploitanten, uiteraard niet geremd door maatschappelijke overwegingen, heeft er toe geleid dat er thans betrekkelijk groote woningen op de kleine terreinen zijn ontstaan, waardoor een forensenwijk is geschapen zooals eigenlijk niet in Bussum behoort. Het accent daarop wordt nog gelegd door den bouw van garages bij deze woningen.

In de tweede plaats beantwoordt de bebouwing niet aan de gestelde verwachtingen, omdat de groote stenen kasten, dicht op elkaar gebouwd, estetisch een ongelukkig effect maken.’

 

Ambtenaren, leraren, kleine ondernemers

Helaas is het advies van de gemeentelijke Schoonheidscommissie niet bewaard gebleven. Zij ging om onbekende redenen wel akkoord met het ontwerp van Jan Wilke. Het college van b&w verleende vergunning voor de bouw en de gemeente kon de wegenaanleg aanbesteden. Kort na het begin van de werkzaamheden vond een verandering van het stratenplan plaats en werden de Lothariuslaan en de Waltherlaan in zuidelijke richting doorgetrokken. Maar het idee van Griffioen om daar een tweede Plan Gooioord vorm te geven kwam niet van de grond. De percelen zouden door meerdere investeerders op heel diverse manieren worden bebouwd. Van de bebouwings dichtheid wordt geen punt meer gemaakt.

        
 De Telegraaf van 22 juli 1930
 

De uitvoering van Plan Gooioord I werd in fasen ter hand genomen. De huizen werden gedeeltelijk in opdracht van Griffioen zelf gebouwd, sommige door andere investeerders (onder wie lokale aannemers die voor eigen rekening en risico bouwden). Dit leidde ertoe dat de kwaliteit van de huizen uiteenliep en dat ook in de afwerking verschillen optraden. Ervaren Bussumse woningmakelaars kunnen tegenwoordig aan het ontwerp van de voordeuren nog zien welke kwaliteit indertijd geleverd is.

De huizen werden voor een deel in verkoop gebracht, de meeste werden echter verhuurd, veelal aan ambtenaren, leraren, musici, kleine ondernemers. Twee van de huizen werden in de beginjaren als pension geëxploiteerd. De heldere gele steensoort is in de loop van de eeuw donker geworden. Vrijwel alle 56 woningen in het Plan Gooioord I zijn inmiddels verbouwd, en de inrichting van de tuinen is zeer wisselend.
De door Jan Wilke beoogde harmonieuze eenvormigheid die de wijk een ‘rustig aanzien’ moest geven, is nu niet meer herkenbaar. Niettemin genieten de huidige bewoners enorm van het initiatief van de eigengereide slager Griffioen.