Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 37, nummer 1 (april 2021), pag 13-17

De Heilig Hartkerk: de kerk met de hoed

Eric Bor

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting

 

 In 1932 werd op de hei net buiten Bussum een nieuwe kerk in gebruik genomen waarin 900 gelovigen een zitplaats konden vinden die onbelemmerd zicht bood op het altaar. De inwendige hoogte van het middenschip bedroeg 17 m en de uitwendige hoogte 24 m. De toren had een metselhoogte van 37 m en was in totaal 54 m hoog. Het was voor die tijd een modern bouwwerk dat uniek werd genoemd en veel belangstelling trok, ook van buiten Bussum.

       
 
‘Het gebouw stond, als op een eiland, midden
op de hei’, 1932

Opvallend was de toren. Het vaktijdschrift Van bouwen en sieren vond ‘de toren te veel een hoed geworden, die ’t tegenover het slanke torenlichaam te zwaar doet’. Zeer te spreken was het tijdschrift daarentegen over het interieur. De architect, Herman van Eyden, was erin geslaagd een goede sfeer in de kerk te scheppen: ‘Dat ondefinieerbare en toch reële, dat wat niet te verklaren is en toch aanwezig, dat wat er zit in een boog en een gewelflijn, in een verhouding van een hoogte tot een breedte, in die van licht tot donker en in nog veel meer andere dingen.’

     
 
Het interieur van de nieuwe kerk, ‘wat er zit in een boog en
een gewelflijn’

Derde katholieke kerk

Het was de derde katholieke kerk die gebouwd werd sinds de opening van station Naarden-Bussum aan de spoorlijn Amersfoort in 1874, die voor een snelle groei van het van oudsher katholieke dorp had gezorgd. De eerste was in 1884 de Sint-Vituskerk, die naar het voorbeeld van de 14de-eeuwse Broederenkerk in Zutphen was ontworpen door de beroemde architect Pierre Cuypers.

In 1920 moest er een katholieke kerk bijkomen. Dit werd de door Cuypers’ zoon Jos Cuypers ontworpen Koepelkerk, die in 1921 in gebruik werd genomen. Jos Cuypers werd bijgestaan door zijn eigen zoon, die naar zijn grootvader Pierre was genoemd.

Al in 1929 was er opnieuw een kerk nodig. Deze kwam ‘aan de Keizer Ottostraat daar waar in de Bussumsche Eng de nieuwe complexen woningen steeds verder op het oorspronkelijk boschgebied toeschuiven’, zoals Laarder Courant De Bel op 6 juni 1931 schreef. De bouwpastoor, kapelaan A.W.G.M. Wiegerinck uit Utrecht, kreeg van de Sint-Vitusparochie een bruidsschat mee van 25.000 gulden en een toezegging van jaarlijks 5000 gulden gedurende vijftien jaar. De bouwgrond werd om niet ter beschikking gesteld: buiten de bebouwde kom, recht tegenover de Keizer Ottostraat. De gemeente zorgde voor het stratenplan rond de kerk.

 

Ontwerp en bouw

De Bussumse architect H. van Eijden maakte een ontwerp voor de nieuwe kerk. Het eerste ontwerp was een kruiskerk, maar realisering daarvan zou te duur worden. In het tweede ontwerp waren de zijbeuken teruggebracht tot processiegangen en was de kerk korter. Op 23 januari 1931 werd met de bouw begonnen en op zaterdag 13 juni 1931 werd onder grote belangstelling als ‘eerste steen’ – de hoeksteen van het altaar – gelegd door bouwpastoor Wiegerinck.

Wil van Berkel, die als kind in 1931 in de Godelindestraat kwam te wonen, recht tegenover de kerk in aanbouw, vertelde er later over: ‘Dagelijks kon men de vorderingen van de bouw volgen. Soms dacht ik dat het onweerde, maar dat was het geraas van de pas gemetselde gewelven die, zoals men dat noemde, zichzelf inklampten over de houten bogen die daar als stelwerk voor waren gemaakt. Het gebouw stond, als op een eiland, midden op de hei.’

     
 
De doopkapel

 

Bedelpreken

De plechtige consecratie werd op 2 mei 1932 verricht door monseigneur J. Jansen, aartsbisschop van Utrecht. De kerk kreeg de naam ‘de kerk van het Heilig Hart van Jezus’. Al snel stond pastoor Wiegerinck bekend om zijn zondagse bedelpreken. Onder soms daverend gelach in de kerk wist hij geld binnen te krijgen van zijn arme parochie.

Ten zuiden van de Kamerling Onnesweg stond nog geen enkele woning: het was louter bos en driestland (onontgonnen land). In 1933 startte men de bouw van de Heilig Hartkleuterschool in de Bremstraat, achter de kerk. Een jaar later kwam kapelaan H. Weller de parochie versterken. Hij bleef tot 1944: in dat jaar werd hij benoemd tot pastoor van de Heilig Hartkerk in Hilversum.

     
De eerste statie van de kruisweg van Mari Andriessen
 

 

Ziekentriduüm

De Bussumse Heilig Hartkerk werd vooral bekend door het ziekentriduüm, dat van 1935 tot 1960 regelmatig werd gehouden. Een ziekentriduüm is een driedaagse bijeenkomst voor langdurig zieken met gelegenheid voor bezinning en ontspanning. Voordien vond dat in de Koepelkerk plaats.

Pastoor Wiegerinck werd in 1943 benoemd tot deken van het district Arnhem. Zijn opvolger was pastoor Th. van Leeuwen, die zich beijverde voor de uitbreiding en verfraaiing van de kerk. De beeldhouwer Mari Andriessen ontwierp een prachtige kruisweg. Er kwam ook een orgel met 28 stemmen, dat in twee fasen gebouwd werd door de firma Pels & Van Leeuwen.

     
 
De kerk in 1980, met daarnaast basisschool De Hoeksteen

Lagere school en militair tehuis

Een bouwplan voor een lagere school annex militair tehuis kwam als gevolg van de oorlog te vervallen, hoewel het al in 1939 was gepland en zelfs aanbesteed. Pas in 1951 werd naast de kerk de Heilig Hartschool geopend. Bijzonder was, dat op deze school de jongens en de meisjes gezamenlijk les kregen. Op de andere katholieke scholen was dat niet zo. De Heilig Hartschool moest al in 1953 worden uitgebreid met vier lokalen aan de Papaverstraat en in 1959 kwam er een verdieping op de school met opnieuw vier lokalen aan diezelfde straat. In 1964 verrees aan het einde van de Bremstraat een gymzaal, waarvan ook anderen dan de leerlingen van de Heilig Hartschool gebruik konden maken. De naam van de school werd in 1972 veranderd in De Hoeksteen.

Het katholiek militair tehuis was halverwege de jaren dertig in het pand Irisstraat 3 ondergebracht. Het werd na de oorlog voortgezet in een zaaltje achter de kerk. In 1956 werd het nieuwe katholieke militair tehuis officieel geopend in de door architect C.J. Kruisweg ontworpen villa uit 1935 op de hoek van de Amersfoortsestraatweg en de Koekoeklaan, later bekend als De Palmpit. Nu is daar een fysiotherapiecentrum gevestigd.

 

De laatste jaren

Pastoor Van Leeuwen ging in 1967 met emeritaat en werd opgevolgd door pastoor W.G. Keijzer. Deze bleef tot 1972. Daarna werd de parochie toevertrouwd aan een team van pastores. Pastor B. van Schie bestuurde de parochie tot 1982. In dat jaar ging de kerk na precies 50 jaar definitief dicht. De kruisweg van Andriessen ging naar de Koepelkerk en is daar nog steeds te bewonderen. De drie klokken uit de kerk verhuisden in 1983 naar de Pancratiuskerk in Castricum en de kerkbanken naar de Martinuskerk in Ankeveen. In de leegstaande kerk vonden in 1984 opnamen plaats voor het programma Pisa van Henk Spaan en Harry Vermeeghen.

 

Speelterrein

De jeugd ging de leegstaande kerk steeds meer als speelterrein gebruiken. Er werden wedstrijdjes gehouden wie het hoogst stenen door de luigaten kon gooien. Een sport was ook het forceren van de achterdeuren en het binnendringen van de kerk. De beeldenstorm werd nagespeeld en de glas-in-loodramen bleken nog makkelijker stuk te gaan dan de beelden. Op verschillende plekken werden brandjes gesticht. In 1988 werd de kerk verkocht aan een projectontwikkelaar, die van plan was 37 appartementen in de kerk te bouwen. Bouwkundig onderzoek toonde in 1989 aan, dat de kans groot was dat de kerk een dergelijke verbouwing niet zou doorstaan. Een van de gewelven zou weg moeten en daardoor ontstond de kans dat de bogen waar het dak op rustte, het zouden begeven. Er moest een nieuw plan komen.

 

Hart voor de Wijk

Een in de buurt opgericht actiecomité Hart voor de Wijk meldde zich als tegenspeler van de projectontwikkelaar en wethouder Zonneveld. Het comité wilde het liefst de toren als herkenningspunt behouden en nieuwbouw die het karakter van de buurt niet zou aantasten. Uiteindelijk lukte het niet de toren te behouden, maar in de geplande nieuwbouw kon het comité zich wel vinden. Op de plek van de kerk zouden zes eengezinswoningen aan de Bremstraat en twaalf appartementen aan de Kamerlingh Onnesweg verrijzen. De sloop vond onder grote publieke belangstelling plaats in juli 1991.

 

Bronnen

  • Wil van Berkel, ‘H. Hartkerk verdwijnt’, in: Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 5, nr. 3 (december 1989)
  • Wil van Berkel en Martin Heyne, ‘Bussumse kerkgeschiedenis deel 2’, in: Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 10, nr. 2 (september 1994)
  • J.M. van Hardeveld, ‘De H. Hartkerk te Bussum’, in: Van bouwen en sieren, jaargang 3, nr. 18 (september 1932)
  • Nol Verhagen, ‘De Hoeksteen’, in: Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 30, nr. 1 (april 2014)
  • Beeldarchief Historische Kring Bussum
  • Beeldarchief Gooi en Vecht Historisch
  • Krantenarchief Gooi en Vecht Historisch