Skip to main content
Contactblad van de Historische Kring Bussum,  jaargang 8, nummer 3 (december 1992) pag. 105-107

LEZERS REAGEREN: de bom die Bussum deed opschrikken.

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel 

In het vorige Contactblad stond een artikel van de heer J. Hekkenberg over de bom, die op 3 november 1940 het huis Oud Bussummerweg 20 vernielde, waarbij een Bussumse inwoonster en een Duitse "gefreiter" - soldaat eerste klasse - om het leven kwamen. Op de plaats van het toen vernielde huis is vorig jaar een gebouw met meerdere woonlagen verrezen. Vanaf de Oud Bussummerweg kijkend, tussen de achterkant van het nieuwe gebouw en de reeds bestaande woningen door, zijn in de gevel van het schoolgebouw nog steeds een aantal beschadigingen zichtbaar. Naar aanleiding van het artikel over de bominslag kwamen diverse reakties binnen. 

Van mevrouw S.M. Vos uit Bussum kwam de volgende aanvulling.
In het verhaal staat dat de bom om één uur 's middags viel, wat achteraf een gelukkige tijd is gebleken ... Gelukkig waren de kinderen op dat moment al enige tijd naar huis. Het is dat een broer van mij en ikzelf op dat moment in die school waren, anders zou ik dit niet weten. Die zondagsschool werd van 12.15 uur tot 13.15 uur gehouden. Toen de bom viel waren wij aandachtig naar een verhaal aan het luiste'ren; dat moet vóór één uur zijn geweest. In zes lokalen waren kinderen, juffrouwen en meesters bezig met het houden van zondagsschool. Ik weet het nog als de dag van gisteren, ik was acht jaar, dat er ineens een harde knal was. Alle ramen sprongen stuk en het glas vloog door het klaslokaal. Tot overmaat van ramp was de deur van het lokaal ook uit zijn voegen, zodat wij deze niet open konden krijgen. Hoe we eruit gekomen zijn, weet ik niet - wel herinner ik me allemaal hollende, bange en huilende kinderen. Ik ben naar een oom en tante gerend - koffiehuis Rebel op de hoek van de Havenstraat en de Molenlaan - dat was voor mij het veiligste plekje op dat moment. Mijn broer was weer ergens anders heen gerend. Mijn moeder (wij woonden op de Laarderweg) is achter op de fiets van één van haar oudere zoons ons nog gaan zoeken. Gelukkig waren we alletwee veilig en mankeerden we niets.

mevr. S.M. Vos

Ook de heer T. van der Tweel uit Naarden was op 3 november 1940 als kind van circa 11 jaar in het schoolgebouw; hij zat in het klaslokaal dat het dichtste bij het getroffen huis aan de Oud Bussummerweg lag. Hij herinnert zich nog heel goed, dat tijdens de les van de juffrouw er plotseling een geweldige klap was, de ramen naar binnen kwamen en dat alles was vervuld van rook en stof. De aanwezige kinderen zijn door de gangdeur naar de uitgang gehold.

De heer D. Albach uit Naarden schreef het volgende.
De bom die Bussum deed opschrikken. Voor mij was dat zeker waar, want ik woonde toen op de Oud Bussummerweg 28, schuin tegenover het huis van de familie Dolman. Wij waren net aan tafel gegaan voor de lunch; mijn vader zat vlak daarvoor nog bij het raam in de voorkamer. Plotseling klonk het geluid van een vliegtuig in duikvlucht en daarna een geweldige ontploffing. Het was niet één bom, maar een zogenaamde kettingbom: in totaal vier stuks, die werden afgeworpen door een Engels jachtvliegtuig, dat -volgens zeggen -door een Duitse jager werd achtervolgd en om gewicht te verliezen zijn bommen afgooide. Dat er bewust op het huis van de familie Tiessen werd gemikt, lijkt mij niet waarschijnlijk. De bom op nummer 20 ontplofte; de tweede viel - zonder te ontploffen - op het huis van de familie Dolman, waar de Duitse soldaat op de boven-etage om het leven kwam. De derde viel op het achtererf van de familie Griffioen en de vierde in de tuin van een huis aan de Tesselschadelaan. De ruit uit ons raam aan de voorkant werd totaal naar binnen geblazen; de stoel, waarin mijn vader had gezeten, lag bezaaid met grote stukken glas en kleine glasscherven. De suitedeuren waren open en de glas-in-lood ramen aan de achterkant stonden bol naar buiten; een aantal ruitjes werd vernield. In de achtertuin staken de stukken dakpan van het huis van Tiessen diep in het gazon; later vond ik er nog bomscherven.
D. Albach

Ook mevrouw A.J. Stappers-van Breemen herinnert zich zondag 3 november 1940 nog goed.
Mijn zuster en zwager (KlarenbeekJ woonden met drie kinderen op het adres Oud Bussummerweg 19. Wij woonden zelf Korte Singel 14. Mijn vader en moeder woonden bij ons in huis, omdat wij het te gevaarlijk vonden om hen nog alleen te laten wonen. Moe was invalide en omdat ik als de jongste als laatste uit huis ging, was het vanzelfsprekend om mijn ouders bij ons in huis te laten wonen. Op die bewuste zondag stond ik koffie in te schenken, toen er een flinke klap was: een bom en nog dichtbij ook. Buiten gekomen hoorden wij al snel dat de inslag was geweest op de Oud Bussunmierweg. We gingen naar binnen en, ja hoor!, mijn zwager meldde telefonisch dat er een bom op hun huis was gevallen, maar dat niemand hierbij gewond was geraakt. Mijn man en ik konden onze kinderen van 3, 5, 7 en 10 jaar niet met twee oude mensen alleen laten, maar wij hadden goede buren: de familie Mulder. Die kwamen helpen, zodat wij samen op de fiets naar de Oud Bussummerweg konden gaan. Deze weg was afgezet, maar omdat wij familieleden waren mochten wij erdoor. Wij troffen een vreselijke puinhoop aan. Mijn zwager had scherven op zijn haar liggen. Boven lag de oudste zoon ziek op bed; de muur ernaast was een Duitse soldaat dodelijk getroffen, maar mijn neef mankeerde niets. De kinderen werden ondergebracht bij familie van mijn zwager, zodat wij het puin konden gaan ruimen. We werden grijs van het stof. Het huis werd afgedekt met zeilen en planken. Mijn zus en zwager zijn enkele dagen bij ons geweest. Daarna kregen zij tijdelijk een huis op de Batterijlaan gedurende de lange periode dat hun huis werd opgebouwd.
A.J. Stappers-van Breemen