Skip to main content
Contactblad van de Historische Kring Bussum,  jaargang 8, nummer 2 (september 1992) pag. 87

Zelatrice

Ina de Beer

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel

Opgevoed in een katholiek gezin, wisten de missionarissen de weg naar mijn ouderlijk huis te vinden. Het was dan ook een bijzondere gebeurtenis als een missionaris een kopje thee kwam drinken. Met veel aandacht luisterden wij naar hetgeen hij over de missie vertelde. We vonden het leuk om de meegebrachte foto's te bekijken; een blanke missionaris en missiezusters omringd door donkergekleurde kindertjes. Er zou in ons gezin toch wel een meisje zelatrice willen worden? Zo moeilijk zou het toch niet zijn om missiekalenders en almanakken te verkopen .....  Persoonlijk voelde ik mij, wel aangetrokken door het werk dat zij in verre landen verrichtten. Lang aarzelen hoefde ik dus niet en zo kon het gebeuren dat het missiehuis een groot aantal kalenders en almanakken bij ons thuis liet bezorgen. 

Eerst stelde ik een lijst samen met namen van gezinnen, waarvan ik hoopte dat men wel wat zou kopen. Mijn vriendinnetje zou wel willen helpen. Vol goede moed startte ik de verkoop. Bij veel gezinnen leverde het geen moeilijkheden op; werd ik zelfs geprezen om zo veel ijver. Dan mocht ik een koekje uit de trommel nemen. Na enkele almanakken en kalenders verkocht te hebben, bleek het toch niet mee te vallen. Maar, om deze terug te zenden; dat kwam toch een beetje mijn eer te na!
Daarom besloot ik een andere wijk in te gaan: grote villa's met nog grotere tuinen, waar het tuinpad tot aan de voordeur liep. Toen ik een hek wilde openen, zei mijn vriendinnetje: "Ga jij dáár aanbellen? Doe maar geen moeite; wedden dat je niets verkoopt?". Ik haalde mijn schouders op en liep over het tuinpad naar de voordeur. Ik belde aan. Een mevrouw deed open. "Dag mevrouw, zou u misschien een kalender of almanak willen kopen?"" Mevrouw informeerde naar de prijs; mij van top tot teen opnemend. Het speet haar op dat moment geen gepast geld te hebben. "Kom over een paar dagen nog maar eens terug, meisje." Dat beloofde ik. Zie je nou wel, dacht ik, het tuinhek sluitend. 
Enkele dagen later ging ik opgewekt weer terug en belde aan. Niet mevrouw deed open, maar het dienstmeisje. "Ik mocht van mevrouw nog een keer terugkomen", begon ik. Haar antwoord was teleurstellend. "Ik moest van mevrouw zeggen dat zij inmiddels al een kalender heeft gekocht", antwoordde zij en voordat de voordeur werd gesloten hoorde ik het dienstmeisje nog vragen het tuinhek goed te sluiten. Verdorie! Mijn vriendinnetje had gelijk .....  met opzet liet ik het tuinhek open staan.