Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 36, nummer 1 (mei 2020), pag 28-34

Oorlogsgeheimen op de Isaac da Costalaan

Hans Jonker

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting

In 2010 gaf de Lochemse huisarts D. Voûte in eigen beheer een boekje uit met zijn jeugdherinneringen. Hij beschrijft onder meer de jaren in het ouderlijk huis aan de Bussumse Burgemeester s’Jacoblaan 14 (het huis links van de speelweide).*1 

Duitse militairen bij de achterburen

Het is in de winter 1944-1945 als de 15-jarige Daan Voûte merkt dat de tussen twee huizen gespannen draadantenne voor zijn zelfgebouwde radio-ontvanger is gebroken. Daan gaat naar de achterburen op de Isaac da Costalaan 33: *2 ‘Ik naar mevrouw Peek om te vragen of ik even op het dak mocht klimmen om de antenne te repareren. De achterdeur was open.In de eerste kamer waar ik aanklopte, maar geen reactie kreeg, deed ik de deur open. Daar zag ik een paar militaire ransels en overjassen, met op iedere ransel een pistool met koppelriem.

In de tweede kamer waar ik aanklopte zag ik twee of drie hoge Duitse militairen. Hoeveel dat er precies waren weet ik niet meer, maar het waren “hoge omes”, dat kon ik aan hun uitmonstering wel zien. Mevrouw Peek hield haar wijsvinger voor haar mond, met andere woorden mond houden. Het repareren van de antenne was akkoord. Deze militairen hadden een in camouflage kleuren geschilderde Citroën. Die was echter iets te lang voor de garage van mevrouw Peek, de garagedeuren moesten daarom open blijven staan. Er werd een zeil over de achterkant van de auto gelegd.’ (…) 

‘Bij mevrouw Peek woonde ook een “meneer De Wit”. We konden het goed met hem vinden.’ 

‘Meneer de Wit’

In zijn memoires schrijft de 80-jarige dokter Voûte: ‘Heel veel later ben ik erachter gekomen dat deze Duitsers leden waren van de staf van Von Rundstedt, die bij mevrouw Peek ondergedoken waren via “meneer De Wit”, evenals hij van adel. Hij was oorspronkelijk de Duitse graaf Von Oberndorff, die geboren was in Brussel en daarom goed Nederlands sprak. Hij was in 1933 genaturaliseerd tot Nederlander en in 1937 ingelijfd in de Nederlandse adel, en reserve majoor algemene dienst. Het werd ons na de capitulatie duidelijk dat hij een belangrijke rol speelde bij de Binnenlandse Strijdkrachten (BS).*3 
De BS-leiders droegen militaire broeken en laarzen, een colbertjasje en daar overheen een koppelriem en een Nederlandse Militaire kepie […]  Alle BS-ers droegen verder een BSband om hun arm.’ (…)  ‘Achteraf is dit alles een zeer linke zaak geweest. Afgezien van de gevaren voor mevrouw Peek en “meneer De Wit”, zolang de Duitsers nog niet gecapituleerd hadden, maar ook daarna.’

Daan Voûte overleed in 2016. Hij heeft niet meer kunnen meemaken dat de gesloten archieven over de bezettingsjaren 1940-1945 na 75 jaar werden vrijgegeven en dat het verhaal van de gesprekken aan de keukentafel van mevrouw Peek in de openbaarheid kwam. Daaruit blijkt dat het allemaal net anders zat dan hij dacht. 

Mysterieuze bijeenkomsten aan de Da Costalaan

Meteen in de zomer van 1945 was al iets naar buiten gekomen over de mysterieuze bijeenkomsten aan de Isaac da Costalaan.

      
 
C. Verhaar spreekt op een bevrijdingsbijeenkomst in het
Bussumse raadhuis (bron: collectie Verhaar)

Toen de plaatselijk commandant van de Bussumse BS Cees Verhaar op 29 juni stopte met zijn BS-werk, zei hij in zijn afscheidstoespraak al: ‘…Hoe weinig weet ons volk in het algemeen van de wijze waarop de BS tot stand kwam en hoe weinig weten velen van het werk van de “ondergrondse”. Als voorbeeld wil ik schetsen de werkzaamheden die hier in Bussum vóór, tijdens en na de capitulatie door de BS tot stand gebracht zijn. Vóór de capitulatie: toen, terwijl hier nog razzia’s woedden, heeft de leiding der BS reeds met de Duitsche generaals onderhandeld; toen de landelijke en gewestelijke commandanten met generaal Blascowitz besprekingen voerden, is één onzer officieren hier uit Bussum vlak vóór de bevrijding naar de Duitsche commandant gegaan om te vragen of het geen tijd werd zich over te geven.*4

      

De leiding van de BS in Bussum (bron: Nationaal Archief )
 

Een sleutelrol bij deze activiteiten speelde die aardige ‘meneer de Wit’ van Daan Voûte. Achter deze naam ging de in Den Haag woonachtige C.A.A.M.F.A. (Charles) von Oberndorff schuil, die door de Centrale Staf van de BS als verbindingsofficier aan de Bussumse afdeling van de BS was toegevoegd. Hij vond onderdak bij de (eveneens uit Den Haag afkomstige) mevrouw F.J.M. Peek-Dreesmann, verwant aan zowel de kledingzaken- als aan de warenhuisfamilie. Zij was uit haar Haagse woning verdreven en had tijdelijke huisvesting gevonden aan de Da Costalaan in Bussum.

Maar wie was Charles von Oberndorff? 

Charles von Oberndorff

In 1927 verhuisde de in Brussel geboren zoon van een Duitse topdiplomaat vanuit Zwitserland naar Den Haag. Hij had al overal in Europa gewoond. Het echtpaar Von Oberndorff-Sauvon d’Asamon had zowel de Duitse als de Franse nationaliteit, maar verkreeg in 1933 het Nederlanderschap. In 1936 werden de graaf en zijn eveneens uit adellijke kringen afkomstige vrouw tot de Nederlandse adelstand toegelaten.‘

       
 
De Bredasche Courant van 3 mei 1935
(bron:Koninklijke Bibliotheek)
 

VON OBERNDORFF zou zeer rijk zijn en leven van de rente van zijn kapitaal. Van zijn moeder zou hij aanzienlijke sommen hebben geërfd.’ Dit is geen citaat uit een societyrubriek, maar uit een geheim rapport dat in 1935 door de Centrale Inlichtingen Dienst werd opgesteld in opdracht van de minister van Defensie. *5
Von Oberndorff was onderwerp van observatie geworden. De inlichtingenman schrijft: ‘Graaf VAN OBERNDORFF is aangesloten bij de N.S.B. *6  doch leeft geheel buiten het kringverband Den Haag. Hij treedt op als gevolmachtigde voor MUSSERT in het buitenland’ (…) ‘Hij voert den titel van “perschef voor Buitenlandsche zaken”. De brieven voor hem zouden door een vertrouwden koerier bij hem worden bezorgd en weer gehaald, zoodat die slechts in handen komen van enkele personen. Toen in 1934 MUSSERT een bezoek bracht aan Italië en bij die gelegenheid ook door MUSSOLINI werd ontvangen, had VON OBERNDORFF daartoe het contact gelegd.’

Bij de observaties door de Centrale Inlichtingen Dienst van internationale fascistische conferenties werd telkenmale de centrale rol van Charles von Oberndorff gesignaleerd. Ook de pers begon zich voor deze ‘buitenlander’ in de top van de zo nationalistische NSB te interesseren en stelde de partij vragen over diens loyaliteit. Veel aandacht in de kranten kreeg een vraaggesprek met Charles von Oberndorff door een Franse journalist.*7

In 1937 verliet Von Oberndorff de NSB. Hij was vervolgens in de jaren 1940-1941 actief lid van het extreem rechtse Nationaal Front. Na de oorlog is een brief opgedoken die Charles von Oberndorff op 27 november 1940 aan een partijgenoot schreef.*8 

De ultraconservatieve activiteiten van Von Oberndorff, onder meer als contactman met het Vaticaan en met het regime in Spanje, haalden geregeld de Nederlandse kranten. 

Van rechtsextremist tot fel anti-Duits?

Graaf Charles von Oberndorff en zijn echtgenote Jacqueline gravin Sauvon d’Asamon waren inmiddels ook geaccepteerde leden van de Haagse high society en als zodanig geregeld te gast bij  plechtigheden waar ook leden van het koningshuis aanwezig waren. Von Oberndorff was lid van de elitaire Maltezer Orde. In de meidagen van 1940 stelde hij zich beschikbaar voor de Geneeskundige Troepen en verwierf daarbij de rang van majoor. Dit alles zou hem later, bij zijn intrede in de kring van de BS, tot voordeel zijn.

        
 
Persmededeelingen van Bureau Houtman’, Verzetsblad,  november 1944
(bron: Koninklijke Bibliotheek)

Na de bevrijding werd een onderzoek naar hem ingesteld. In de dossiers van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging bevindt zich een ongedateerd bericht van een van de Nederlandse inlichtingendiensten. Het bericht wijst op een veranderde politieke houding van Von Oberndorff.

Onder de codenaam ‘I.2’ schrijft een informant: ‘Is niet lang geleden in 1944 drie of vier maanden ondergedoken geweest daar de S.D. hem wegens spionage zocht. Hierbij is hij aan een onderduikadres geholpen door een illegale organisatie. Toen exponenten van deze organisatie hem verzochten zich beschikbaar te stellen voor illegaal werk, daar hij nu toch ondergedoken was, wees hij dit van de hand met als argument dat als vader van zes kinderen hij hier liever niet aan begon.

Graaf von Oberndorff heeft nooit getracht achter illegale organisaties te komen en is fel anti-Duits. Hij is dan ook sinds 1942 “personen ingrata” bij de Duitsers.*9  En toch waarschuwde het Haagse verzet nog in november 1944 voor Von Oberndorff. 

Op de witte lijst

Het naoorlogse onderzoek leidde tot niets. Charles von Oberndorff zei geen tijd te hebben voor gesprekken met de politieke recherche, wegens speciale regeringsopdrachten in het buitenland. Het dossier werd gesloten met de constatering dat van enig strafbaar feit niets was gebleken.

        
Bevel prins Bernhard, 30 juni 1945
 

Terug naar de bezettingsjaren. In april 1945 werd Charles von Oberndorff door de Centrale Staf van de BS naar Bussum gedetacheerd. Over een vorm van screening vooraf is niets bekend. Dit was niet uitzonderlijk. Pas toen na de bevrijding bleek dat de BS in de laatste fase van de bezetting overspoeld waren door avonturiers en meelopers, werd er ingegrepen.
Bevelhebber prins Bernhard gaf opdracht om alsnog de antecedenten van alle BS-medewerkers te onderzoeken. Met de opstelling van witte, grijze en zwarte namenlijsten werd het kaf van het koren gescheiden.

         
 
 De zuiveringsverklaring (bron: Nationaal Archief)

Ook Charles von Oberndorff werd op basis van deze criteria doorgelicht. Op welke manier deze ‘zuivering’ plaatsvond, is niet vastgelegd, wel het resultaat: Von Oberndorff kreeg een plaats op de witte lijst. 

Afspraken aan de keukentafel?

Opnieuw terug naar de bezettingsjaren. Uitvoerig onderzoek in de archieven van de BS heeft geen enkel schriftelijk bewijs opgeleverd van activiteiten van Charles von Oberndorff op landelijk niveau vanuit de villa aan de Da Costalaan. Ook de officiële geschiedschrijving van de Tweede Wereldoorlog in opdracht van de Nederlandse Regering *10 noemt in al haar gedetailleerdheid geen aandeel vanuit Bussum in de slotfase van de bevrijding van het land.
Toch is er goede reden om ervan uit te gaan dat dit aandeel er wel degelijk is geweest. In aansluiting op wat C. Verhaar al in zijn toespraak van 29 juni 1945 onthulde, geeft hij als plaatselijk commandant een dag later in een bedankbrief aan Von Oberndorff meer details over diens activiteiten.
      
Graaf von Oberndorff en Ortskommandant
Giese bij het raadhuis
 

Een van de familieleden van Charles von Oberndorff weet zich te herinneren dat Charles hem ooit vertelde dat generaal Blaskovitz en hij elkaar van vroeger kenden en dat dit hem toegang gaf tot diens hoofdkwartier in Hilversum.*11

Is het bluf? Is het interessantdoenerij? Is het fantasie? We weten het niet.

      
 
Bedankbrief C. Verhaar aan Ch.von Oberndorff
(bron: collectie familie Verhaar)

Ook over betrokkenheid van Charles von Oberndorff bij de contacten tussen het verzet en deserterende Duitse dienstplichtigen is in de bewaard gebleven aantekeningen over deze gebeurtenis niets terug te vinden.

De bijdrage van Von Oberndorff aan de regeling van de gezagsoverdracht in Bussum is echter onomstreden. Zijn talenkennis en goede contactuele vermogens zijn van grote waarde geweest bij een nagenoeg probleemloze uitvoering van de wellicht eerder aan de keukentafel van mevrouw Peek gemaakte afspraken. 

Pistolen in de fietstas

Door de ontsluiting van de archieven van de BS zijn veel nieuwe details over de bevrijding van Bussum nu openbaar. In een later artikel zal dit deel van het verhaal nog eens worden verteld.

            
Graaf von Oberndorff op de trap van het raadhuis
 

Hier ten slotte alvast nog een citaat uit de jeugdherinneringen van Daan Voûte: ‘… hoge Duitse militairen hebben zich na de capitulatie overgegeven aan onze buurman Pierre Versteegh Jr. van de Binnenlandse Strijdkrachten. Ik zie hem nog hun pistolen in zijn fietstas doen. Daar had ik er eigenlijk wel een van willen hebben! *12

Noten

  1. Daan Voûte: Schooljongen in oorlogstijd (uitgave in eigen beheer, Lochem 2010)
  2. Op 11 mei 1943 werd de naar de Joodse schrijver Isaac da Costa vernoemde laan omgedoopt in Jacob van Lenneplaan. Na de bevrijding keerde de oude naam meteen weer terug.
  3. De Binnenlandse Strijdkrachten werden in september 1944 door de Nederlandse regering in ballingschap opgericht. De bedoeling was het beheersbaar houden van de situatie in bezet Nederland in het vooruitzicht van de naderende bevrijding. Met name door de aanvoer van grote partijen wapens was een strakke regie nodig. Voor de leidinggevende functies werden voormalige officieren en onderofficieren gevraagd. Een systematische opdeling in provinciale, gewestelijke en plaatselijke afdelingen en een op het militaire rangenstelsel gebaseerde functieverdeling met de daarbij behorende bevoegdheden zorgden voor de beoogde strakke organisatie.
  4. Getypte persoonlijke notities van C. Verhaar (bron: collectie familie Verhaar)
  5. Rapport Centrale Inlichtingen Dienst No. 19625
    ( bron: Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis)
  6. De Nationaal Socialistische Beweging
  7. Zie Maarten van Voorst ‘Charles von Oberndorff. Ein Diplomat auf Abwegen’ (Luxemburg 2019) http:// www.land.lu/page/article/809/335809/DEU/index. html 
  8. Citaat: ‘Op alle punten in de Nederlandsche volkshuishouding en het Nederlandsche cultuurleven, van waaruit invloed kan worden uitgeoefend op de eigen aard van het Nederlandsche volk (onderwijs en opvoeding) zullen in het belang van dit volk Nederlanders moeten zetelen, bijgevolg géén Joden. Het doel van de maatregelen die te dien einde binnen korten tijd genomen moeten worden is een Nederlandsch Volk in een Nederlandschen Staat te doen leven, dat aan geen enkel gevaar voor zijn eigen aard en zijn cultuur is blootgesteld. De Joden zullen begrip moeten toonen voor de historische noodzaak van deze beslissing.’ Brief aan C.Ruygers
    (bron: NIOD)
  9. Dossier CABR (PRA Den Haag 29449 (bron: Nationaal Archief )
  10. Dr. L. de Jong: Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog
  11. Brief schoonzoon F. van Geen aan Maarten van Voorst d.d. 22 augustus 2019 (bron: collectie Maarten van Voorst)
  12. Dit artikel kwam tot stand met hulp van Henk Verhaar en Geraldine Klomp (Vreeland) en van Maarten van Voorst (Luxemburg), waarvoor veel dank.