Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 36, nummer 1 (mei 2020), pag 17-19

Afscheidsbrief van een vergeten Bussumse verzetsheld

Hans Jonker

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting 

In oktober 1940 verhuist het gezin van Hieronymus Boissevain vanuit Den Haag naar de Regentesselaan 11 in Bussum. Kort daarvoor is de moeder op 44-jarige leeftijd overleden. Dochter Thea (22 jaar) gaat als secretaresse werken in Amsterdam, de 18-jarige zoon Lou schrijft zich in bij de Machinistenschool in Amsterdam. Via een van zijn leraren komt Lou in contact met het verzet en gaat hij deel uitmaken van de groep CS 6. Deze legt zich toe op het liquideren van handlangers van de bezettingsmacht en op sabotageacties.

     
Louis Boissevain
 

De verzetsgroep CS 6 blijkt echter geïnfiltreerd te zijn door de Duitse Sicherheitsdienst, die over steeds meer informatie over de leden beschikt. In februari 1943 wordt de Bussumse politie ingeschakeld bij de opsporing van Thea (ook actief in het verzet) en Lou Boissevain. 

Uit de dagrapporten van de politie

12/2/1943 23.30 uur
‘Meldt de agent Bruinsma dat door hem met de agenten Minekus en Kamphuis huiszoeking is verricht ten huize van Boissevain wonende Regentesselaan No.11, doch dat noch de zoon noch de dochter zich in het huis bevonden. Hem, Bruinsma, werd door de onderhuurster Mevr. Rakers medegedeeld dat de zoon, genaamd HIERONYMUS BOISEVAIN, hedenmorgen omstreeks 9.30 uur vertrokken was, niet zeggende waar heen. De dochter, genaamd THEODORA BOISSEVAIN, was hedenavond omstreeks 18.30 uur thuis gekomen, doch toen zij vernam dat haar broer was vertrokken was ook zij weggegaan, zonder adres achterlatende. Volgens Mevr. Rakers is zij in betrekking in Amsterdam Centraal Beheer, Singel No 123. Den Korpschef de uitslag medegedeeld.’

13/2/1943 17.30 uur
‘Op last van den Korpschef het navolgende alarmeeringsbericht doorgegeven: Als verdacht van ongeoorloofde politieke handelingen verzoekt de Korpschef van de pol[itie] te Bussum opsporing aanhouding en voorgeleiding van Louis D. Boissevain, geb. 27 juni 1922 te Arnhem, leerling stuurman zeevaartschool, en verm[oedelijk] in uniform gekleed van de zeevaartschool. 2e Theodora M. Boissevain, geb. 21 Nov 1917 te Arnhem, werkzaam op Centraal Beheer te Amsterdam, beiden won[ende] te Bussum, Regentesselaan no 11. Beiden zijn sedert 12-2-43 voortvluchtig. Doorgegeven aan de gem[eenten] Den Helder, Adam, Alkmaar, Hilversum, Hoorn, Velzen, Haarlem, Zaandam, Naarden, Laren en Ankeveen. Dit op last van den Korpschef.’

Het is deze chef van het Bussumse politiekorps E.J. Woerts, die een half jaar later het doelwit is van een van de liquidatieteams van de verzetsgroep CS 6. Op de hoek Brinklaan/Nieuwe Englaan wordt E.J. Woerts in de rug geschoten. Later wordt duidelijk dat de twee daders de Utrechtse rechtenstudente Truus van Lier en Lou Boissevain zijn geweest. Woerts overleeft de aanslag en kan een signalement van de schutter geven: ‘Het signalement is: 25 jaar oud, net postuur, vlot type, gekleed in lichte jas, reed per rijwiel in de richting van het dorp.’ (Uit het dagrapport van 20 augustus 1943.)

Na de bevrijding blijkt dat de korpschef hoogstwaarschijnlijk de dader heeft herkend. Uit de verhoren van Woerts en andere politiemensen komt het beeld naar voren van een korpschef die de actieve opsporing van Lou Boissevain tegenwerkt. In het strafproces tegen NSB-burgemeester Nieuwenhuys schuift de politiecommandant deze zelfs het bevel tot huiszoeking op Regentesselaan 11 in de schoenen. Waarom hij op deze manier zijn belager in bescherming zou hebben genomen, is onbekend. 

Het verraad binnen de verzetsgroep CS6  leidt in september 1943 tot de arrestatie van Lou Boissevain in Heemstede. Op 30 september 1943 veroordeelt het Polizei standgericht Amsterdam hem ter dood. Het vonnis wordt op 1 oktober in de duinen bij Overveen voltrokken. Lou Boissevain is later op de erebegraafplaats in Bloemendaal begraven.

Op de dag van zijn executie geeft Lou aan de geestelijk verzorger van het Huis van Bewaring in Amsterdam een brief voor zijn vader mee. Deze brief heeft zijn zusje Thea (die het vrouwenkamp Ravensbrück overleefde) aan het toenmalige Rijks Instituut voor Oorlogs Documentatie (nu NIOD) hebben . geschonken.

       
   
 
 Afscheidsbrief van Louis aan zijn vader Hieronymus Boissevain
   

  

 

Geachte heer Cremers,
Zoudt U zo vriendelijk willen zijn Vader voorzichtig mede te delen dat ik ter dood veroordeeld en als U deze brief krijgt zeer waarschijnlijk reeds ter dood gebracht ben.
Met vriendelijke groeten, LD Boissevain


Beste Vader,
Ik begrijp dat deze brief voor U een zeer slechte tijding zal inhouden maar ik heb altijd al laten doorschemeren wat mijn arrestatie zou betekenen. U moet hierover ook niet bedroefd  zijn want alles wat ik bij Moeders dood gezegd heb geldt nu zeker ook voor mij, en ik heb daarbij nog het gevoel voor het vaderland gevallen te zijn. Treur niet. Het heeft zoo moeten wezen. Ik berust volkomen en vertrouw in deze laatste ogenblikken op God. Weest U ook een steun voor Thea, zij heeft het nooit gemakkelijk gehad.
Ik vraag U verder vergeving voor al het leed dat ik U heb aangedaan. Groet al mijn vrienden en kennissen van mij. Jan Voerman krijgt nog geldt van me. Geef hem al mijn spoor en tramwegbezittingen. De erfenis van tante Mien heb ik niet veel aan gehad. Thea krijgt die hopelijk nu. Handel verder met mijn bezittingen naar goeddunken.
Vader denk er steeds aan dat ik U nog eens weer zal zien in een andere wereld. Ik zal Moeder de groeten van U doen. 
Haar portret draag ik tot in den dood bij me. Verder vertrouw ik er op dat voor mij de kruiswoorden van toepassing mogen zijn. nl. Heden zult ge met mij in het paradijs ingaan. Want met dat geloof valt het sterven niet zwaar. Slechts voor U en Thea spijt het me dat ik moet sterven. Nu neem ik dus afscheid voor het leven van U. 
Vaarwel Vader en weest sterk. 
Met innige Groeten en beste wensen van uw zoon
Lou 

10 October 1943
Amsterdam

   
 
 Transcriptie brief