Skip to main content

Contactblad van de Historische Kring Bussum,  jaargang 5, nummer 1, mei 1989) pag 9-13


Manufacturenhandel "DE FAAM"

Ina de Beer

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar voor vergroting

 

Voor veel ingezetenen van Bussum zal de naam "De Faam" bekend in de oren klinken. Hoewel de winkels in 1973 voorgoed gesloten werden, was de toenmalige eigenaar, de heer Frans Molle, graag bereid te vertellen over de handel en wandel van zijn ouders. Ook zijn vrouw en zijn zuster Mies namen aan de gesprekken deel. De laatste is ook veel jaren werkzaam geweest in de winkels. "Vermoedelijk kwam mijn grootvader uit Neuenkirchen en kwam hij naar Neder-land om kantwerken aan de man te brengen", was het enige dat de 65-jarige Frans zich van hem herinnert.

 

Oprichter

Johannes Maria Gerhardus Molle werd op 15 augustus 1878 in ~msterdam geboren, roepnaam Gerhard. Op nog jonge leeftijd woonde Gerhard na veel verhuizingen met zijn ouders in Zaandam. Na de lagere school te hebben doorlopen kreeg hij een baantje bij zijn oom. Daar leerde hij woorden kennen als stukgoed, metergoed en fournituren, kortom maakte hij kennis met het manufacturenvak.

Toen hij met zijn vriend eens een dag in Bussum doorbracht viel het hem op dat in het dorp mooie villa's stonden. Vooral de in Noorse stijl uit hout opgetrokken villa "Furuheim" boeide hem bijzonder.  Maar daar bleef het niet bij want ook zag hij dat Bussum een dorp in opkomst was. Dat bracht Gerhard op de idee uit te zien naar mogelijkheden zich in Bussum te vestigen. Hij slaagde daar in  en in 1905 startte de,jonge ondernemer de manufacturenwinkel "De Faam" aan de Brinklaan 91 en 93, tegenover het toen bekende pensionaat "Mariënburg" .

Met steun van zijn zuster Lies die graag naar Bussum kwam om te helpen werd de omzet verhoogd en bij haar vaste klantjes stond zij weldra bekend als juffrouw Molle. Om de betrekkingen met de zakenrelaties nauwer aan te halen vierde Gerhard het eerste jaar van het bestaan van "De Faam" door broodjes en koffie te laten bezorgen. Dat blijkt uit een nota van Hotel "De Rozenboom" dd. 9 augustus 1906.

36 broodjes roastbeef           fl. 7,20
18 koffie                                fl. 1,80
andere vertering en sigaren fl. 2,75
                                Totaal   fl. 11,75
 

Een kwitantiezegel van vijf cent werd eveneens in rekening gebracht.

 

Nextdoor neighbour

In die jaren was bij banketbakker Oorsprong aan de Brinklaan 95 een meisje werkzaam als verkoopster. Door regelmatig een versnapering te kopen maakte Gerhard kennis met zijn nextdoar neighbour, de in 1881 geboren Wilhelmina Hoed. Omdat deze kennismaking uitgroeide tot wederzijdse liefde besloot het tweetal in het huwelijk te treden, dat in 1912 in Arnhem werd gesloten.

Het jonge paar vestigde zich op de Brinklaan. De niet sterke gezondheid van de jonge bruid was er de oorzaak van dat zij niet kon meewerken in de winkel. Daarom was Gerhard gelukkig met de hulp van zijn zuster Lies. Tevreden met de verkoopcijfers besloot hij uit te breiden en betrok het pand hoek Raadhuisstraat-Brinklaan bij de bestaande winkel. Daar werden twee kinderen geboren, Mies en Gerard en of al die drukte niet genoeg was kregen zij op 1augustus 1914 ook nog inkwartiering.

 

Geurig

Frans weet zich te herinneren hoe zijn vader dikwijls vertelde over de pyramide..... Met de feestdagen in zicht bedacht hij een andere vorm van reclame. In plaats van zoals gebruikelijk mutsen en hoeden op de hoge glazen etalage- vazen te zetten, maakte hij met behulp van glasplaten een pyramide. Hiervoor moest hij knielend te werk gaan. Op de glasplaten zette hij flesjes Boldoot eau de Cologne. Nadat op deze manier de etalage een ander aanzien had gekregen en hij vaststelde dat het een geurige reclame voor het winkelend publiek zou zijn, keerde hij zich op zijn knieën om, om de etalage te verlaten. Op dat moment werd hij opgeschrikt door luid glasgerinkel .... hij had al knielend de pyramide geraakt. De altijd aanwezige muffe lucht van kleding en stoffen maakte lange tijd plaats voor een aangename en frisse geur. Of de omzet hierdoor werd verhoogd is niet bekend; de schade daarentegen wasniet gering.

Door hard werken en mede door de onmisbare steun van zuster Lies, vond vader Molle de tijd rijp weer uit te breiden. Nu zocht hij naar mogelijkheden zich in het centrum te vestigen. Frans heeft tijdens ons gesprek de koopakte op tafel gelegd waaruit blijkt dat op 18 september 1918 een winkelpand op de Nassaulaan nr. 13 werd gekocht.
Het gezin Molle verhuisde naar Kerkstraat nr. 5, waar in 1923 zoon Frans werd geboren.

 

Dienstboden

Na de eerste wereldoorlog kwamen er veel Duitse meisjes vanwege de armoede in hun land naar Nederland. Zo kon het gebeuren dat deze meisjes in de twintiger jaren ook in Bussum werden ondergebracht. Zij waren werkzaam bij vooraanstaande families als hulp in de huishouding en verbleven intern. In haar schaarse vrije tijd hadden zij graag een handwerkje om handen. Omdat ook "De Faam" iedere avond tot acht uur geopend was en zaterdagavond zelfs tot tien uur, maakten de dienstboden hiervan gebruik om inkopen te doen. Onder andere kochten zij voorgetekende kleedjes, borduurmateriaal en haakgaren. Ook schaften zij zich ondergoed aan. Met enkele nederlandse woorden en gebaren maakten zij zich duidelijk.

 

Doorpeuteren

"Wat was Uw vader voor een man?" Vader Molle maakte er een gewoonte van dagelijks tijdens de middagpauze naar huis te gaan om met zijn vrouw koffie te drinken. Maar hij was weer tijdig terug in de winkel, want zo herinnert zich zoon Frans: "dan kon vader nog een uurtje doorpeuteren". Beter gezegd, dan kon hij ongestoord zijn aandacht bij het werk houden. Maar om twee uur stond vader Molle in de deuropening, met zijn horloge in de hand, om toe te zien of zijn personeel op tijd aanwezig was.

   
bht05 01 b3t  
Foto echtpaar J.M.G. Molle
      

Ook wilde hij exact weten wat er dagelijks werd omgezet. Daarom schafte hij zich twee National Cash Registers aan voor de voor die jaren zeer hoge prijs van fl. 7.000,--per stuk. Op die manier kon hij controleren wat de verkoopster per dag had omgezet. Iedere kassa bevatte acht laden en een wisselbak. "En als er een kastekort was?" Dat kwam in de praktijk wel eens voor. De betreffende verkoopster werd dan ter verantwoording geroepen. Maar het dient gezegd: Vader Molle was sportief genoeg om -na een reprimande te hebben gegeven- het tekort niet door de verkoopster te laten bijpassen. Ofschoon vader Molle met hart en ziel bij de zaak was betrokken, werden in huiselijke kring aan de Kerkstraat zakelijke aangelegenheden vermeden. Om die reden had hij thuis geen telefoon. Dat de Zondag als rustdag werd gezien vond vader Molle een ware penitentie, aldus zoon Frans.

 

End hout

Vader Molle permitteerde het zich een kapper aan huis te laten komen, om hem niet alleen te knippen maar vooral om zijn snor bij te werken. Hij was zeer trots op zijn snor, zijn kinderen haalden het niet in hun hoofd hem ermee te plagen. Dan werd hij verschrikkelijk boos en de waarschuwing: "dan krljg je met een end hout" werd door zijn kinderen goed begrepen. Want op het kantoor achter een donkergroen gordijn, was dat end hout inderdaad aanwezig. Zich zelf scheren kon hij niet en hij gunde zich zelf geen tijd naar de kapper te gaan. Maar zijn kinderen wisten wel beter.. .. .   Vader had daar geen zin in. Daarom liet hij vier keer per week en Zaterdagavond om half elf de inmiddels overleden kapper Arie Post uit de Kapelstraat aan huis komen. Vader Molle had een eigen scheerdoos en op een in de hoek van de voorkamer gebouwd gascomfoor werd het water gekookt. Zoon Antoon Post heeft deze traditie voortgezet.

Inmiddels waren dochter Mies en zoon Gerard werkzaam in de winkel. Mies droeg de verantwoording voor het kleinvak, terwijl Gerard de etalages verzorgde. In 1939, Frans was toen zestien haar oud, kwam ook hij in dienst bij zijn vader.

 

Hoed op - hoed af

In het dorp genoot vader Molle alom bekendheid. Om echter niet herkend te worden verkoos hij met zijn vrouw en drie kinderen een ritje te maken met de Gooische Stoomtram om buiten Bussum van het natuurschoon te genieten. "Waarom deed Uw vader dat?" 
Frans vertelt lachend: "Vader voelde er niets voor om steeds maar weer te doppen". . . .. .

Ondanks zijn hoge leeftijd peinsde vader Molle er niet over zich'uit de zaak terug te trekken, hij wist zelfs nog stevig de touwtjes in handen te houden.

 

Een moeilijke beslissing

Vader Molle was niet alleen een sterke persoonlijkheid, ook genoot hij een uitstekende gezondheid. Typerend voor hem was zijn uitspraak: "Je moet altijd 10 procent beneden je stand leven, dan red je het wel." In 1954 kreeg hij echter last van evenwichtsstoornissen en zijn geheugen liet hem in de steek. Toen hij op 8 januari 1955 op 76-jarige leeftijd overleed -zijn vrouw stierf twee jaar later- was het vanzelfsprekend dat Gerard als oudste firmant de leiding op zich nam. In 1958 trad hij in het huwelijk, zijn vrouw was eveneens actief in de zaak. Gerard werd ernstig ziek en overleed in 1970. Dat had tot gevolg dat Frans vanaf dat moment de gehele verantwoording moest overnemen, een bijna onmogelijke opgave. Dat zette hem aan het denken en na rijp overleg met zijn vrouw die de laatste jaren ook haar steentje bijdroeg, werd na veel afwegingen een zware beslissing genomen. In januari 1973 sloot "De Faam" voor goed zijn winkels.

Tijdens onze gesprekken benadrukte Frans het levensverhaal van zijn vader vooral verteld te hebben als een hommage aan hem, in 1905 de oprichter van Manifacturennhandel "De Faam".

 

voetnoot
De gepubliceerde foto's zijn in bruikleen gegeven door de heer F. Molle.