Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 35, nummer 3 (december 2019), pag 3

Sport in Bussum

De redactie

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel 

Homo Ludens, de spelende mens, noemde de beroemde historicus Johan Huizinga zijn boek over het belang van het spel in onze cultuur en maatschappij. Sport is maar een van de vele verschijningsvormen  van die spelende mens, maar wel een belangrijke. Dat besef je pas goed als je ziet hoeveel mensen zich iedere week weer aan de beoefening van een sport wagen.

Bussum kent diverse sportverenigingen met honderden of zelfs duizenden actieve leden: de Gooische Hockeyclub en de verschillende voetbalclubs spannen de kroon, maar ook de zwemvereniging telt  600 leden (plus nog 200 onderwatersporters), HCAW heeft er meer dan 400 en de rugbyclub toch altijd nog 350. In deze aflevering van Bussums Historisch Tijdschrift besteden we eindelijk eens  aandacht aan een onderwerp dat gek genoeg vrijwel nooit in historische tijdschriften is terug te vinden, maar dat velen van ons indringend bezig houdt, soms wel dag en nacht. We doen eraan, we kijken ernaar, het staat op de voorpagina’s van de kranten – maar dan gaat het altijd over de finale van het komende bekertoernooi of de zojuist met bloed, zweet en tranen afgedwongen promotie dan wel de nog net voorkomen degradatie. Deze keer kijken we terug op de geschiedenis van een aantal van die clubs en verenigingen. Dat is nog niet zo eenvoudig, want veel informatie is versnipperd over jubileumboekjes en krantenknipsels, die vooral volstaan met wedstrijdverslagen en al dan niet behaalde kampioenschappen. Gelukkig is er een Historische Kring die al die flarden geschiedenis bewaart. Nol Verhagen heeft zich in de afgelopen maanden door al die knipsels en geschriften heen geworsteld en de historie van een aantal sportclubs gereconstrueerd. Daarbij treden vooral de grote verenigingen (hockey, voetbal) op de voorgrond, en die verenigingen die Bussum landelijke roem hebben gebracht, zoals honkbal, rugby en zwemmen. Bij voorbaat dus onze excuses aan al die clubs die niet in dit nummer aan bod komen, zoals  tennissen, handballen, turnen, korfballen en zelfs de moeder aller sporten: atletiek.

Wat zich na lezing van die verhalen vooral opdringt is de bewondering voor al die mensen die door de jaren, de decennia heen, die sportbeoefening mogelijk hebben gemaakt: de oprichters, de  bestuurders, de trainers, de coaches, de scheidsrechters, de kantinebeheerders, de penningmeesters, de terreinknechten en de activiteitencoördinatoren. Wat die laatsten betreft: veel sportclubs  doen meer dan hockeyen, tennissen of voetballen. Er zijn ook feesten, bingo-avonden, klaverjastoernooien, sinterklaas, carnaval. Voor velen is de sportclub a way of life. Hen eren we met een portret van de familie Van der Geest, al drie generaties met hart en ziel toegewijd aan SDO.

Naast alle sport in dit nummer ook nog een artikel over Jo van Gogh-Bonger, naar aanleiding van een zojuist verschenen biografie over deze vrouw, die zo’n belangrijke rol heeft gespeeld in de verbreiding van naam en faam van kunstschilder Vincent van Gogh.

Aan de ondertekening van de diverse artikelen in dit nummer kunt u aflezen dat de redactie wel enige versterking kan gebruiken. Vertelt (schrijft) u graag verhalen en bent u geïnteresseerd in de geschiedenis van Bussum en omgeving, dan willen wij graag kennis met u maken!