Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 35, nummer 2 (september 2019), pag 26-27

De Bussumse Kermis aan het begin van de vorige eeuw

Nol Verhagen

Klik hier voor de PDF versie van dit artikel 

Op Landstraat nummer 5 stond aan het begin van de vorige eeuw een klein huisje tegenover de toenmalige Koning Willemschool. Daar woonde het gezin Van den Berg. Vader Van den Berg dreef in het naastgelegen pand nr. 3 een klein café. In de volksmond stond hij bekend als Jan de Kwak. Hier werd in 1900 zijn zoon W.M.G. van den Berg geboren. Deze (later woonachtig aan de Van Linschotenstraat 16) heeft zijn herinneringen aan het Bussum van zijn jeugd op schrift gesteld. Dit manuscript bevindt zich in de verzameling van de Historische Kring Bussum. Een van de onderwerpen die hij behandelt is de kermis. We spreken over zijn kindertijd, dat is dus voor de Eerste Wereldoorlog.

Van den Berg schrijft het volgende:

‘Zoals zoveel gemeenten in Nederland had ook Bussum een kermis. Deze begon naast de tuin van dokter Fock [voetnoot 1]. De eerste kraam was steevast de palingkraam uit Kampen. Daarnaast was een snoeptent. Voor twee cent kocht ik een zuurstok en voor één cent meer een kaneelstok [voetnoot 2]. Later in dit verhaal zal men begrijpen waarom ik me deze prijzen zo goed weet te herinneren.

De stoomcarrousel van Dobbelman bevond zich op de plaats waar thans de juwelierszaak van Geerling is gevestigd [voetnoot 3]. Helaas kan ik me die [stoomcarrousel] niet herinneren, maar vader had het dikwijls over. Dat was ongeveer in 1908. Later stond op die plaats de carrousel van Peters Vinken. De toentertijd alom bekende Veerkamp stond in de periode van de kermis vol kramen met vermaakspullen, waarzeggers en boeienkoningen [voetnoot 4]. Ook de oliebollenkraam van De Nies ligt nog smakelijk in mijn herinnering. Voor de prijs van 10 cent [voetnoot 5] kreeg men 10 warme oliebollen. Met krenten erin was de prijs 15 cent per tien stuks. Het knalstuk van de kermis was toch wel het hoofd van Jut. Menige jongen probeerde door middel van een zware hamer op het hoofd van Jut te slaan. Zeker wil ik hier de stoomcarrousel van Janvier niet vergeten. Maar om op de kermis mee te doen aan de vermakelijkheden had ik geld nodig. Hoe ik aan zakgeld kwam leg ik hieronder uit.

Mijn vader handelde in de zomer in fruit. De kermis viel altijd in de periode dat de aardbeien rijp waren om geplukt te worden. Om aan zakgeld te komen wist mijn vader een goede oplossing. Ik kon best een dubbeltje verdienen. Vader had een goed plan bedacht. De aardbeien waren dan wel rijp, maar nog lang niet op de kar van vader. Daarom trok ik twee keer per dag met de handkar naar Valkeveen om daar bij de kwekerij aardbeien te plukken. Doodmoe kwam ik dan thuis…maar voelde mij de koning te rijk met het dubbeltje dat mijn vader mij voor dat karwei gaf. Met dat geld kon ik dan ’s avonds de kermis op om mijn bezit te verbrassen. Eerst ging ik met mijn vriend naar de carrousel van Janvier. Het entreegeld bedroeg 5 cent. Toch wel erg veel als je de beschikking had over één dubbeltje. Want natuurlijk wilden wij ook nog een zuurstok kopen om, lekker over de kermis zwervend, aan te zuigen. En een oliebol lustten wij toch ook wel. Maar om als twaalfjarige jongen maar éen keer in de carrousel te kunnen zitten, dat was niet naar onze zin. Wij hadden een oplossing gevonden. Mijn vriend en ik gingen de carrousel in om bij de oudere mensen te gaan staan die alleen al genoten van het vertier en de drukte die nu eenmaal op de kermis te vinden zijn. Wij vroegen dan hun kaartje, met het gevolg dat wij vele malen, met onze zuurstok in de mond, mee konden draaien. Draaierig en tollend stapten wij er later uit.

Maar er was nog veel meer te genieten op de kermis, bijvoorbeeld de kraam van Montélimar met zijn heerlijke nougat, voor ons kinderen onbetaalbaar. En niet te vergeten circus Liboth, dat bestond uit enkele paarden en een stokoude leeuw. Maar de acrobaten waren zo geweldig dat zij zeer veel aandacht trokken. Het kon wel gebeuren dat vader meeging en dan voor mij het entreegeld betaalde.

Dit verhaal zou niet compleet zijn als ik de poffertjeskraam van Porton zou vergeten. Dit was een sprookjespaleis vol klatergoud.
Drommen mensen stonden vóór de kraam, want de poffertjes waren in die tijd toch wel erg duur. De grootste trekpleister bij de kraam van Porton waren dan ook zijn drie beeldschone dochters. Zij hadden voor die tijd ‘weinig om het lijf’… Zij bedienden de klanten die de poffertjes wel konden betalen. Dat was de ‘upper ten’ van Bussum. De heren hadden volop sjans, maar moesten wel hun handen thuis houden.
Maar ook aan kermis vieren komt een eind, letterlijk, want de internationale spanningen waren zo hoog opgelopen dat de Eerste Wereldoorlog niet kon uitblijven. Dat betekende dat er voor een langere periode een eind kwam aan de kermis in Bussum.’

Wim van den Berg blijkt nogal verzot op de stoomcarrousel. Dat was aan het begin van de vorige eeuw inderdaad dé grote attractie van de kermis. Wikipedia zegt er het volgende over: ‘De draaimolen was meestal gelegen in een grote tent, die schuil ging achter een uitbundig versierd front. Naast het draaiwerk zelf bevond zich er meestal ook een buffet met tafeltjes en stoeltjes. Families die stoomcarrousels exploiteerden, waren onder andere Janvier, Benner, Van Bergen, Wolfs, Tewe, Sipkema, Roels en Huiskens. Voor de Tweede Wereldoorlog was dit een populaire manier van uitgaan. Na de oorlog liep de interesse voor deze reizende kunstwerken al snel terug, waarop de exploitanten ze snel genoeg van de hand deden en (meestal in delen) verkochten. Een bekende stoomcarrousel staat in de Efteling. Hij bevindt zich in het Carrouselpaleis. De van 1895 daterende carrousel staat daar opgesteld sinds 1956 en is door de Efteling aangekocht van de familie Janvier uit Bergen op Zoom. De familie had er tot dan toe mee rondgereisd voor de lokale kermissen. Janvier heeft de carrousel zelf gebouwd uit losse onderdelen.’

Noten

  1. Diens villa stond aan het begin van de Kapelstraat.
  2. Het geld was toen dertig keer zoveel waard als nu: 2 cent was dus 60 cent, of ongeveer 30 eurocent.
  3. uwelier Geerling bevindt zich ook nu nog in dit pand.
  4. Op de plaats van het huidige Wilhelminaplantsoen; destijds liep daar nog de Bussummervaart en was de Havenstraat nog echt een haven. De Wilhelminakerk bestond nog niet.
  5. Nu ongeveer € 1,50.