Skip to main content
Contactblad van de Historische Kring Bussum' jaargang 1, nummer 3 (juni 1985) pag 2

METTERDAAD VAN JOAN BRUINEMAN

Waardevol boek ondanks geforceerd evenwicht

 

Wim van der Wijk

Klik hier voor de pdf van dit artikel

 

 

BUSSUM - Mevrouw Joan Bruineman heeft zich de afgelopen twee jaar verdiept in de geschiedenis van het verzet in Bussum. Dit onderzoek diende twee doelen. Enerzijds om materiaal te verzamelen voor een tentoonstelling over het verzet. Anderzijds om te komen tot een publikatie over dit onderwerp, waarover tot nu toe vrijwel niets was verschenen.
De expositie, onder leiding van mevrouw Bruineman georganiseerd door een werkgroep van de Historische Kring Bussum. is zondag door burgemeester J. AantJes geopend. Dezer dagen verscheen ook de publikatie van Bruineman, getiteld „Metterdaad, vijf Jaar onderdrukking en verzet in Bussum".
Het ruim zeventig pagina's tellende boek is verschenen bij de Stichting Uitgeverij Walden. Het boek bevat ook twee hoofdstukken van de hand van Leo Platvoet, over de gemeenteraad van Bussum in oorlogstijd en de NSB in Bussum. De eerste druk bestaat uit 750 exemplaren. De prijs is laag mogelijk gehouden: tien gulden. Het boek is verkrijgbaar bij drie plaatselijke boekhandels en op de tentoonstelling, die tot en met 5 mei in 't Spant te zien is.
Bruineman heeft veertig interviews gehouden met verzetsmensen of nabestaanden van verzetsmensen. In aparte hoofdstukken zijn deze in het boek opgenomen, in een ogenschijnlijk willekeurige volgorde. Bussum kende verscheidene verzetsgroepen. De groep Reeskamp, De Geuzen, de Gooise Knokploeg. Anderen boden individueel verzet. Velen van hen zijn omgekomen in concentratiekampen of gefusilleerd.
Bruineman noemt de Meentweg de „Straat van het Grote Verdriet".  Bewoners van deze straat vormden De Geuzen. Tien bewoners lieten het leven. Alleen G. Houweling keerde terug uit het concentratiekamp: „In de zwartste tijd dacht ik: ik heb thuis vrouw en kind, de Moffen  krijgen mij niet klein. Wilskracht moet je hebben, niet over thuis prakkizeren. Als je dat wel doet ga je eronder door. En ik ben thuis gekomen".

Verdienste
Het is de verdienste van Bruineman dat zij dergelijke citaten heeft opgetekend op het moment dat het daarvoor nog niet ie laat is. Het slot van het boek bevat een alfabetische lijst van 27 Bussumse verzetsmensen. die niet (meer) konden worden gehoord.
Veel Bussumers hebben een bijdrage aan het verzet gegeven, georganiseerd of individueel, zoals de gemeenteambtenaar K. Abma, die gefingeerde namen opnam in het bevolkingsregister. Hierdoor konden mensen aan valse persoonsbewijzen worden geholpen. Foto-Henny was de illegale naam van Henny Hendrikse, die geheime bouwtekeningen van de Duitse verdedigingslinie van Noorwegen tot' ZuidFrankrijk op microfilm vastlegde. De bouwtekeningen waren afkomstig uit Amersfoort. De microfilms zouden naar Londen worden gebracht, maar zijn daar nimmer aangekomen.
Het verzet in Bussum hield zich ook bezig met wapendroppings. Hovenier Hoefakker heeft tot het eind van de oorlog wapens, munitie en kisten handgranaten in huis gehad. Dochter Ria vertelde Bruineman dat zij bijna door de Duitsers werden ontdekt. Dat was korte tijd na de vergeldingsactie in Putten. „Bussum zou bij zoveel wapens niet anders te wachten staan. Maar dat verdrong je, het werk moest uiteindelijk gebeuren".
In Bussum is er volgens Bruineman ook sprake geweest van georganiseerd joods verzet. Er werd een illegale joodse krant uitgegeven, De Keten (Hasjalsjeeleth). Het eerste nummer verscheen op 16 maart 1945. Het blad verscheen drie keer en ging na de bevrijding over in  „De vrije Joodse Krant in Nederland"

Rommelig
Bruineman heeft veel gegevens over het verzet in Bussum verzameld. De verwerking van die gegevens laat echter te wensen over. Het boek maakt een rommelige indruk, ook doordat een rangschikking naar verzetéactiviteiten achterwege is gebleven. Een lijn ontbreekt in Metterdaad. De auteur behandelt deelname aan wapendroppings op dezelfde wijze als het zaaien van oranJe-kleurige afrikaantjes langs de spoorlijn en hei schilderen van de leus „Oranje Boven" op de toren van de Gooische Stoomwasserij.
De uitgever heeft dit bezwaar onderkend en maakt in het voorwoord in navolging van De Jong een onderscheid tussen verzet en illegaliteit. De uitgever geeft het boek een zware boodschap mee: „Wij hopen met deze uitgave bij te dragen aan het bewustzijn dat onrechtvaardigheid, discriminatie en vertrappen van democratische rechten slechts een antwoord vragen: actief verzet. Toen en nu". Een pagina eerder besluit Bruineman haar voorwoord pretentieloos met: „Moge tenslotte de Historische Kring Bussum nog vele initiatieven ontplooien die de geschiedschrijving van het Dorp met de Groene Spieghel ten goede komen". Ook de bijdragen van Leo Platvoet dragen bij tot het beeld van een geforceerd evenwicht. In tegenstelling tot de meer anekdotische opzet van Bruineman legt Platvoet het accent op maatschappelijke structuren. De NSB had in Bussum na Naarden het hoogste percentage aanhangers in de regio (Statenverkiezing 1935). De NSB-leden waren volgens Platvoet verhoudingsgewijs sterk vertegenwoordigd in de hogere sociale groepen. In de arbeidersbuurten was de aanhang minder dan vijf procent, in het Brediuskwartier 20,5 procent.

Waardevol 
Platvoet en Bruineman spreken elkaar tegen wat de toenmalige burgemeester Fernhout betreft. Bruineman gewaagt van de puntige spreuken waarmee hij de bevolking in de Bussumsche Courant een hart onder de riem wilde steken. „Ondanks alle venijnigheid bleef de krant deze penneprodukten opnemen". Platvoet toont zich kritisch over de houding van de burgemeester, die in 1941 duizend gulden uitloofde voor aanhouding van de dader(s) van een overval op een Duitse Wehrmachtsoldaat en later de bevolking opriep geen anti-Duitse tekens en opschriften te verspreiden.
Deze onvolkomenheden kunnen echter niet verhinderen dat „Metterdaad" een waardevol document is, dat ruime verspreiding verdient.

 
 
Gooi- en Eemlander van 23 april 1985