Skip to main content
Contactblad van de Historische Kring Bussum' jaargang 1, nummer 1 (december 1984) pag 13-15

De oorsprong van de Muziekschool te Bussum

Marcus van der Heide

Klik hier voor de pdf van dit artikel
De afbeeldingen zijn aanklikbaar vor een vergroting 

In 1904 werd door Schoonderbeek, sedert 1900 de dirigent van Toonkunst Bussum, de Muziekschool van de Afdeling Bussum van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst opgericht.
Echter vanaf 1885 bestond er de Muziekschool van Heinze: 7 oktober 1885 werd, zo bericht de Gooi- en Eemlander, gestart met 16 leerlingen voor piano en 30 leerlingen der koorklasse.  Het zangonderwijs verzorgde Heinze zelf, het pianoonderricht was in handen van J.N.Gunters. De inschrijving voor vioo1 (docent Tak) was dat jaar nog te gering.

In het Jubileumboekje dat verscheen bij het 25jarig bestaan der Muziekschool, in 1929 dus, wordt deze muziekschool afgedaan met: "Veel is er overigens over Heinze' s school niet bekend vermoedelijk bestond zij slechts tot 1888, toen Heinze als directeur der Toonkunstafdeling werd opgevolgd door G.F.Dorper. Wellicht is het opheffen der school toe te schrijven aan het feit dat de leiding van de Bussumse Afdeling in handen kwarn van een nietvakmusicus ", verigens een "verdienstelijk dilettant uit Amsterdam", aldus in de recensie van het februariconcert van 1889, Dorper's eerste concert hier.

Het krantenonderzoek van de Gooi- en Eemlander (De Bussumsche Courant bestond nog niet) levert een waardevolle aanvulling bij bovenstaande berichtgeving. Vandaar dit stukje geschiedenis over Bussum 's eerste Muziekschool. 

Wie was Heinze ?

Gustav Adolph Heinze, Duitser van origine (Leipzig 1821) was een voortreffelijk clarinettist: Mendelssohn begeleidde hem bijvoorbeeld bij de eerste uitvoering van de clarinetsonate  van Weber. Nadat hij zich in 1849 in Amsterdam had gevestigd, werd hij niet alleen zeer beroemd Nederlands dirigent/componist (de beroemdste van de 19de eeuw, meer dan 200 composities,  waarvan 101 genummerd), maar ook de oprichter van de Amsterdamse Zangschool (1862) en Muziekschool (1865) en vervolgens in 1875 van de Nederlandse Toonkunstenaars Vereniging .

In 1883 verhuisde hij naar Muiderberg, waar hij de villa Caecilia liet zetten. Vanaf dat moment profiteert ook het Gooi van hem : hij werd de eerste dirigent van Toonkunstkoor Hilversum  en vanaf december 1884 de opvolger van de eerste dirigent van Toonkunst Bussum, Jacques Hartog. Heinze voegt de beide Afdelingen samen en komt tot 5 gezamenlijke uitvoeringen, drie in Hilversum, twee in Bussum (de laatste 5 maart 1887 te Hilversum)

In 1904 stierf hij te Muiderberg, waar hij begraven ligt. In 1979 werd hij daar herdacht met een grote tentoonstelling en serie concerten. De Stichting Oud-Muiderberg gaf ter gelegenheid daarvan een levensbeschrijving met een bespreking van zijn composities uit. 

De afloop van de Muziekschool van Heinze

In de loop van '88 wordt Heinze ziek, Tijdens een uitvoering ontviel de 67 jarige zijn dingeerstokje en zakte hij ten gevolge van een hersenbloeding ineen. Vele maanden was hij tot absolute rust gedoemd, doch langzaam trad het herstel in.

Begin september plaatst Gunters de hier afgedrukte advertentie, waarop de krant op 22 september reageert met een warme aanbeveling:    

"De aandacht onzer lezers zij nogmaals gevestigd op de Muziekschool der Afd. Bussum van Toonkunst, van welks deugdelijk onderwijs voortdurend goede blijk worden gegeven[...]  Mej. Berghuis zowel als de heeren Gunters en Snoer wien de lessen zijn toevertrouwd, hebben op het gebied van muziekonderwijs een zeer goede naam, en de muziekschool verdient dus wel aanbeveling".

Een week later komt echter de aap uit de mouw. We lezen namelijk:

"Het Bestuur van de Muziekschool Afd. Bussum verzoekt ons mede te delen, dat het bericht betreffende de leraren aan haar school ten eenemale foutief is.  De heer Gunters toch is als leraar ontslaqen en Mej. Berghuis heeft, evenmin als de heer Snoer, ooit, in eenige betrekking tot de school gestaan. De heer C.A.Heinze blijft directeur, Mej. J. Mensinga, gediplomeerd door 'het Hoofdbestuur der Maatschappij, zal het piano-onderwijs leiden, terwijl de heer J. A. Tak als viool-onderwijzer aan de school verbonden blijft."

Toch blijven de gevolgen van Heinze's ziekte niet uit. In Hilversum wordt op zijn voordracht C. Andriessen Jr. als adjunct-directeur van Toonkunst benoemd, terwijl de krant van 24 november bericht:

"Door ernstige ongesteldheid van de heer Heinze zal de Afdeling Bussum van Toonkunst voorlopig geleid worden door den heer Dobber [lees: Dorper] van Amsterdam".

Op het meiconcert van 1889 is Heinze, hersteld van zijn zware ziekte, als bezoeker aanwezig en "gaf herhaaldelijk zijn tevredenheid over de uitvoering te kennen". Zijn opvolger Dorper werd "door den president uit naam van alle werkende leden, met eenige woorden van waardering, een fraai boekgeschenk (Jullien's beroemd werk over Wagner) aangeboden".

Intussen kunnen we naar de reden van het ontslag van Gunters bij de Muziekschool slechts raden. Hij blijkt een enorme activiteit aan de dag te leggen met openbare uitvoeringen, advertenties van zijn muziekschool en koor uitvoeringen voor een goed doel.

De Muziekschool van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst gaat echter door. Over de jaarlijkse examens schrijft de Gooi- en Eemlander van 5 oktober 1889 namelijk:

"Een volgend jaar hopen we weder getuige te zijn van de vorderingen der zangklasse, die door de ziekte van den heer Heinze tijdelijk gegestaakt, thans is toevertrouwd aan Mej. Van Vloten,  gediplomeerd élève van het Conservatorium te Keulen".

De inschrijving voor 1889/1890 gaat gewoon door, zie advertentie links.
Ook in september 1890 verschijnt de gebruikelijke advertentie voor de inschrijving van 1/10/90 - 1/10/91. 
Echter: in 1891 is geen septemberadvertentie voor de inschrijving te ontdekken, doch alleen de aankondiging dat de kooroefeningen (van Toonkunst dus) op 14 oktober weer beginnen.

Conclusie: het gaat mis met de Muziekschool. Het jaar daarop verschijnt dan ook het bericht, 17 september:

"Was het vioolonderwijs voor eerstbeginnende vele ouders wel wat bezwarend, wat 't financiële betreft, de heer Tak, soloviolist en onderwijzer bij uitnemendheid, wil daarin tegemoetkomen  en zal, gelijk uit achterstaande advertentie blijkt, bij genoegzame deelneming, 1 oktober alhier een aanvangsklasse voor kinderen van 7 - 10 jaar openen".

Ook de heer Tak begint blijkbaar voor zichzelf !   Maar ook bij vriend Gunters is er weer iets fout gegaan: zijn Elise Berghuis opent, aldus de krant van 27/8/92, voor zich zelve eene zangschool.

Gelukkig komen beide heren in het bruisende muziekleven van het Bussum aan het eind van die eeuw weer aan de bak: Gunters wordt per 1/1/93 directeur van de Harmonie Crescendo, terwijl Tak de man van de Bussumse Kwartetvereniging wordt, die 12/11/92 met ruim 32 executanten een waar succes behaalde op een concert.

In elk geval bestond Heinze 's Muziekschool na 1888 nog enige jaren.

Heinze zelf werd op het eerste Toonkunstconcert van Schoonderbeek, 25/1/1900 toen zijn Opus 42 'Auferstehung' (1862) uitgevoerd werd, gefêteerd.

Bij zijn overlijden in 1904 vermaakte hij Schoonderbeek zijn mooiste dirigeerstok.