Skip to main content
Contactblad van de Historische Kring Bussum' jaargang 1, nummer 1 (december 1984) pag 5

STAD EN LANDE VAN GOOILAND

 M. Tydeman

Klik hier voor de pdf van dit artikel 

De eerste bijeenkomst seizoen 1984/85, het tweede jaar van de Historische Kr inq dus, vond plaats op 4 september 1984. Als spreker was uitgenodigd de oud-burgemeester van Blaricum, de Heer Tydeman.Op ons verzoek gaf deze een korte samenvatting van zijn voordracht over de Erfqooiers, "alsof 100 jaar roerige geschiedenis zich op één bladzijde laat beschrijven. Wat waren we er dan op school genadig van afgekomen ! , zo schrijft de Heer Tydeman in het begeleidend schrijven.
Redactie

Aangezien het bloed kruipt waar het niet gaan kan, vraag ik mij in onze geschiedenis steeds af, hoe zo'n maatschappij (als daar in ons geval al van mag worden gesproken in 968) functioneerde en bestuurd werd; wat de burger van het gezag merkte of hoe de communicatie werkte. Per slot moest het belastinggeld, dat onze streek mede opbracht om het klooster in Elten te onderhouden, toch maar geïnd en overgebracht worden.

En hoe werkte zo'n appel bij de Grote Raad van Mechelen in 1474, die zo juist besliste, dat de Cooiers de gebruiksrechten hadden, z.g. een grondheerlijke marke vormden. Daarbij is de grond (blote) eigendom van de heer, eigendom waar de eigenzinnige Gooiers steeds zé aan knabbelden tot er een vrije marke was ontstaan, wat betekende dat de oude inwoners samen eiqenaren van de grond waren.

Door de Gemeenten werd dit steeds aangevochten, maar door de Erfgooierswet 1912 in laatste instantie juist onderkend.
In de tussenliggende eeuwen is er uitbundig geprocedeerd, met als achtergrond dikwijls het veiligstellen van o.a. de begeerlijke schaar- en gebruiksrechten van de autochthonen tegen de nieuwkomers van de bevolkingstoename.

Het instituut van de erfgooiers is tot in onze tijd slecht begrepen en heeft dikwijls tot dubieuze beslissingen geleid, die wij heden misschien als zwak bestuur betitelen. Het deerde de mensen blijkbaar weinig omdat er genoeg vrijheid overbleef.

Na de status van een Erfgooier in de 20e eeuw te hebben verklaard, ben ik met enige grondbeginselen van de ontbinding van de Vereniging Stad en Lande van Gooi land, die einde 60er jaren inzette, geëindigd.

Volledigheidshalve wijs ik nog op het literatuuroverzicht betreffende de histor ie van de Erfgooiers, behorende bij de tekst van de rede, die Prof. Mr. 0. Moorman van Kappen in de Grote Kerk van Naarden hield op 28 april 1979, zoals die werd afgedrukt in T V E 10e jaargang afl. I van febr. 1980.

Het deed mij genoegen voor U te mogen spreken.
M. Tydeman