Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 34, nummer 2 (september 2018), pag 10-15


Bussum in het Europa van omstreeks 1900

Virginia Pinto Masís

Klik hier voor de pdf van dit artikell
De illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting 

Europa heeft zich door de eeuwen heen op verschillende manieren doen gelden, ook in Bussum. In het snel groeiende dorp van rond de vorige eeuwwisseling heerste een koortsachtige bouwactiviteit. Juist op het gebied van de architectuur was er in het Europa van die dagen van alles te doen en dat vond ook zijn weerslag in Bussum. Tijdens de Open Monumentendagen 2018 besteedt de Historische Kring Bussum met een expositie in de tuin van Mariënburg aandacht aan dit aspect van de Bussumse geschiedenis. Hieronder vast een voorproefje.

     
 
Gezicht op het terrein van de Wereldtentoonstelling van 1900

De Wereldtentoonstelling van 1900

De Wereldtentoonstelling van 1900 werd gehouden in Parijs en trok in zeven maanden tijd meer dan 50 miljoen bezoekers. Een wereldrecord. Niet alleen werden verleden en heden door maar liefst 76.000 exposanten in beeld gebracht, er werd ook een mogelijke toekomst verkondigd: als hoofdthema was ‘elektrificatie’ gekozen. De expositie had een eigen Palais de l’Électricité. Het publiek werd door allerlei ‘magische’ voorstellingen verleid om de toekomst in verband te brengen met het invoeren van elektriciteit.

     
De Entree
 

Een ingenieus transportsysteem bracht de bezoekers naar de expo’s op drie verschillende locaties, verspreid over een gebied van 1,12 km2. Bijzonder spectaculair was het 3,5 km lange trottoir roulante op de Rue de l’Avenir, de straat van de toekomst. Geïnspireerd op het lopende-bandsysteem uit de Amerikaanse industrie, liep dit ‘rolpad’ op een 7 m hoge brug langs het expositie terrein. Niet minder spectaculair waren de elektrische roltrappen die het publiek naar de verschillende paleizen voerden, de inhuldiging van de eerste lijn van de Parijse métro, en de eerste regionale spoorlijn die de Parijse voorsteden verbond met het tentoonstellingsterrein.

Spektakel kreeg nadrukkelijk een plaats: lichtfeesten, filmvoorstellingen met geluid door de gebroeders Lumière, historische reconstructies in de vorm van tableaux vivants, met als onderwerpen oud Parijs, Andalusië en – voor die tijd – exotische verschijningen zoals Zigeuners en Arabieren. Toch kwam een op de vijf bezoekers vooral om professionele redenen, om nieuwe kennis en ideeën op te doen en nieuwe contacten te leggen.

     
Het befaamde trottoir roulante
 

Jugendstil

Paviljoens van eerdere tentoonstellingen waren in de nieuwe Expo opgenomen, in het bijzonder de Eiffeltoren, die het boegbeeld was geweest tijdens de Wereldtentoonstelling van 1889. Speciaal voor het evenement van 1900 werd een aantal gebouwen neergezet, waaronder het Gare de Lyon, het Gare d’Orsay, het Grand Palais en het Petit Palais. Deze gebouwen maakten, net als de meeste landenpaviljoens, gebruik van de gangbare stijlen in de architectuur van de 19de eeuw.

     
 
Ingang van de métro in Jugendstil

Maar er werd ook een écht nieuwe stijl geïntroduceerd: de Art Nouveau of Jugendstil. Veel van de tentoonstellings kabinetten werden in die stijl uitgevoerd, die op dat moment in de kunstwereld hypermodern was. De Wereldtentoonstelling van 1900 markeert de doorbraak van Art Nouveau naar de wereldmarkt en het grote publiek. Typerend waren de ingangen van de métro (afkorting van métropolitain), gemaakt in siersmeedwerk door Hector Germain Guimard. Kunstenaars als Alfons Mucha, René Lalique en Charles Tiffany exposeerden glas, keramiek en metaalwerk. De Duitse catalogus, ontworpen door Bernard Pankok, was een staaltje van Jugendstil-grafiek. De danseres Loïe Fuller wist door een combinatie van dans, zijden gewaden en lichteffecten een spektakel te creëren van golvende lijnen en schaduwen, die zo typerend zijn voor de Jugendstil. Lang na het afbreken van de tentoonstelling bleef de Wereldtentoonstelling invloed uitoefenen op het bouwen in Europa. 

     
Loïe Fuller met haar Jugendstil-dans
 

Bouwen in Bussum omstreeks 1900

Hoewel ook Nederland omstreeks 1900 sterk aan het moderniseren was, waren de technische foefjes die op de Wereldtentoonstelling te bewonderen waren eerder droom dan realiteit.

In 1900 was men nog op gas aangewezen. Het zou nog tien tot twintig jaar duren voor elektrische stroom het gas als energiebron zou verdringen. Zo ook in Bussum. Pas omstreeks 1912 werd elektriciteit in Bussum ingevoerd. Kleine particuliere bedrijven begonnen toen stroom te leveren aan een selecte groep notabelen, zoals advocaten, notarissen en andere welgestelden.

Bussum was tijdens de eeuwwisseling een snel groeiend forensendorp met ongeveer 7000 inwoners. Enkele kapitaalkrachtige ondernemers hadden zich na de aanleg van de spoorweg in Bussum gevestigd en traden op als projectontwikkelaars. Het Spiegel en wat later het Prins Hendrikpark, kwamen zo van de grond. De verkaveling en de aanleg van straten was bijna volledig in handen van deze particulieren. Aannemers en architecten kregen steeds beter gevulde opdrachtportefeuilles in deze bouw-hausse. En natuurlijk wilden de opdrachtgevers hun villa’s laten optrekken in de toonaangevende stijlen van die tijd.

Aanvankelijk bevond Bussum zich nog in de greep van de heersende Europese historiserende stijlen (neo-Gothiek, neo-Barok), maar na 1900 werd het letterlijk een staalkaart van de nieuwe architectonische opvattingen: Art Nouveau, Rationalisme, Cottage Stijl en – wat later – Expressionisme en Amsterdamse School. Zodoende heeft een keur van Nederlandse architecten bouwwerken in Bussum gerealiseerd: P.J.H. Cuypers en zoon en kleinzoon, H.P. Berlage, de in Bussum woonachtige K.P.C.de Bazel, F.M.J. Caron en W. Kromhout. Opvallend is dat veel architecten die in Bussum werkzaam waren, niet traditioneel waren geschoold, maar in de praktijk waren opgegroeid als timmerlieden of aannemers. Dit was ook het geval met Willem Wiggers de Vries, de jonggestorven Bussumse architect en filmproducent.

     
 
Novum, getekend door G. Hoogendijk

Willem Wiggers de Vries

In 1900 was Willem Wiggers de Vries 15 jaar oud. Zeer waarschijnlijk heeft hij de Wereldtentoonstelling niet bezocht. Maar hij heeft er zeker over gehoord en gelezen, misschien heeft hij zelfs de film van Thomas Alva Edison over de Expo gezien. Als men zijn architectonische oeuvre overziet en zijn rol ziet als ontwerper van bioscoop Novum en als filmproducent, kan men alleen maar concluderen dat hij dacht en handelde in de geest van de Wereldtentoonstelling.

      
Bioscoop Novum aan de Vlietlaan
 

Willem Wiggers de Vries was daadwerkelijk een kind van de eeuwwisseling. Wiggers de Vries bouwde in opdracht van of samen met zijn vader, die aannemer was, bijna twintig panden in Bussum: veel woonwinkels en een groot aantal geschakelde woningen. Een deel daarvan in het centrum van Bussum, andere in het Prins Hendrikpark en in het Spiegel. Het merendeel van deze panden bestaat nog, sommige geheel intact, andere door verbouwingen haast onherkenbaar als gebouwen van zijn hand. Bioscoop Novum aan de Vlietlaan, geopend in 1913, ging al in 1917 in vlammen op, alleen de voorgevel bleef gespaard. Het gebouw werd in 1974 gesloopt.

Ondanks zijn grote productiviteit weten we heel weinig van Wiggers de Vries. Hij kwam uit een groot katholiek gezin en verongelukte in september 1914 op tragische, bijna zinloze wijze.
Hieronder gaan we in op twee momenten uit zijn korte carrière:

  • het gebouw met de tegeltableaus voor Van Houten-chocola aan Stationsweg 2, omstreeks 1904, en de aangrenzende panden aan Stationsweg 4 tot 8 en 10 tot 14 in 1906 en 1907.
  • de film het ‘Volendamsche Meisje’ in 1913. De film werd vertoond in Novum, maar is sindsdien verloren gegaan. 

Stationsweg 2

Op een kaart van Bussum van omstreeks 1900 is te zien dat de weg langs de spoorlijn nog geen definitief tracé had en dat de omgeving van het station uit lege kavels bestond. Aan de andere kant van het spoor stond Hotel Nieuw Bussum. In opdracht van comestibleshandelaar Van Veen maakte Wiggers de Vries een ontwerp voor een hoekgebouw en drie woonwinkels, parallel aan de spoorlijn. In 1904 (Wiggers de Vries was toen nog maar 19 jaar oud!) werd het gebouw opgeleverd dat nu een blikvanger is op de drukke spoorwegovergang van de Generaal de la Reylaan.

          
Stationsweg 2, 1904 
 
Stationsweg 2, 2017

Stationsweg 2 is in vele opzichten een markant gebouw. Het gebouw was onmiskenbaar eigentijds. Glanzend en licht van kleur, vol rondingen en versieringen en bekroond met een loggia (overdekt balkon) en een vriendelijke aandoend laag dak. Het ademde de Art Nouveau-stijl, niet alleen in zijn uitvoering, maar vooral in zijn hoofdversiering, twee symmetrisch geplaatste tegeltableaus om Van Houten-chocola te adverteren. Het gebouw is een icoon van het Bussum van de eeuwwisseling geworden. Het illustreert de ontwerpbenadering die Wiggers de Vries ook later bleef hanteren en die het meest succesvol gestalte kreeg in zijn woonwinkels.

Zie ook het artikel in Bussums Historisch tijdschrift jaargang 35 (mei 2019) pag 38 

      
 
 Annonce voor het ‘Volendamsche Meisje’

Het ‘Volendamsche Meisje’

Naast zijn bouwactiviteiten was Wiggers de Vries zeer betrokken bij de film- en theaterwereld. Hij ontwierp bioscoop Novum en waagde het in 1913 zelfs om een film in productie te nemen. Hiervoor zijn scènes gefilmd in Volendam, maar ook in Bussum. De uitvoering bestond uit een film en een theaterrevue, bestaande uit een soort tableaux vivants. Zie de beschrijving van de Bussumse Courant van 26 juli 1913. De film is verloren geraakt en van de revue bestaan helaas geen foto’s. Maar de verfilming heeft in die tijd zeker indruk gemaakt. De vele figuranten vergden op zijn minst een fikse prestatie van logistiek en organisatie.

De stap van de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs naar Wiggers de Vries in Bussum lijkt wellicht groot, maar het laat goed zien hoe wereldzaken hun vertaling en weerslag vonden op lokaal niveau. Dat zal niet alleen in Nederland zo zijn gegaan. Ons dorp kan trots zijn op de bouwkundige erfenis van Willem Wiggers de Vries. Slechts 29 jaar geworden aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog, maar een Europeaan om in het zonnetje te zetten. 

Bronnen

  • Archieven van het Historische Kring Bussum en van Martin Heyne, Beeld van Bussum.
  • Geoffrey Donaldson. ‘Of Joy and Sorrow. A Filmography of Dutch Silent Fiction.’Stichting Nederlands Filmmuseum 1997.
  • Hans van Dijk. Architectuur in Nederland in de twintigste eeuw. 010 Publicaties. 1999
  • Gerard Hogendijk. ‘Uit de historie van Bussum en Naarden 1 en 2.’ BussumsNieuws en ‘A la Recherche du Temps Perdu,’ artikel no 85 in www.prinshendrikpark.nl
  • Paul Schneiders. Buitengewoon Bussum. Van Boerengehucht tot Villadorp. Boekhandel Los 2005.
  • Pieter van Wesemael. Architectuur van instructie en vermaak (Doctoraal thesis) / Architecture of Instruction and Delight. 010 Publicaties. 2001