Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 34, nummer 1 (mei 2018), pag 45-47

Winnaar van de Bussumse Transportrijwielrace van 1933

Robert Vreugdenhil

Klik hier voor de pdf van dit artikel
De illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting

In 1933 besloot een groep lokale rijwielhandelaren een transportrijwielrace dwars door Bussum te organiseren. Enerzijds om meer leven in de brouwerij te brengen, anderzijds om meer klandizie voor de Bussumse middenstand aan te trekken.

      
 
De start van de transportfietsrace in het Wilhelminaplantsoen

Er stroomden zoveel aanmeldingen van enthousiaste deelnemers uit het hele Gooi binnen, dat de organisatie zich genoodzaakt zag de hulp van onder meer het politie apparaat, het Rode Kruis en verschillende scoutingorganisaties in te roepen om het evenement in goede banen te leiden.
In totaal kwamen er 125 inschrijvingen binnen, vooral van Bussumse en Naardense bezorgjongens: slagersknechten, kruideniers bedienden en apothekersjongens, die in het dagelijks leven de schrik vormden van iedere oppassende weggebruiker. Over een 5 km lang parcours moesten zij het op hun belaste en onbelaste rijwielen tegen elkaar opnemen. 

Geen terugtraprem

Op woensdag 23 augustus 1933 was het eindelijk zover. Om half zeven ’s avonds klonk het startschot in het Wilhelminaplantsoen, dat tevens de finish van het parcours was. Politie en marechaussee te paard werden ingezet om het enthousiaste publiek op afstand te houden. Muziekvereniging Door Oefening Beter uit Naarden trad op in de muziektent. Het Rode Kruis en een aantal scouts hadden op enkele strategische punten eerstehulpposten ingericht, voor het geval er een deelnemer kwam te vallen. Dat transportfietsen niet over een terugtraprem beschikten, droeg bij aan de verwachting dat er wel eens ongelukken konden gaan gebeuren. Vooraf waren alle deelnemende rijwielen door een speciale keuringscommissie gekeurd. Desondanks richtte de organisatie aan de start zich nog eenmaal tot de deelnemers met een luid en welgemeend: ‘Nogmaals, wees voorzichtig!’, zo registreerde de aanwezige camera van het Polygoonjournaal. Er was die dag ook een heuse volgauto beschikbaar voor de schrijvende pers, om de race van dichtbij te kunnen volgen. De belangstelling langs de weg was overweldigend. Enkele duizenden toeschouwers waren komen opdagen om het spektakel van dichtbij te kunnen volgen. Langs de Brinklaan en op de hoek van het Singel stonden de mensen rijen dik om de rijders te zien passeren. 

     
Grote publieke belangstelling op het Wilhelminaplantsoen
 

Een toespraak met voorspellende waarde

Er werden die zomeravond in totaal vier klassementsrondes gereden, gevolgd door het hoogtepunt van de avond, de twee alles beslissende finales. Na enkele valpartijen en spannende demarrages kwamen er uiteindelijk twee welverdiende winnaars uit de bus, één voor de onbelaste klasse en één voor de transportrijwielen, die met een vracht van honderd pond het parcours moesten bedwingen. Onder luid gejuich en met een krans om de nek mochten de beide winnaars een ereronde over het Wilhelminaplantsoen maken, waarna zij op de schouders van de hossende meute werden geheven en van alle kanten felicitaties in ontvangst mochten nemen. Daarna vertrok de stoet in optocht naar hotel De Rozenboom aan de Brinklaan om de festiviteiten voort te zetten. Eenmaal binnen werd aan beide winnaars als prijs een nieuwe fiets en enkele lekkernijen aangeboden, waarna wethouder Paul Brand in de tuin een geestige, maar – zoals later zou blijken – wel heel opmerkelijke toespraak hield.

De wethouder grapte namelijk in zijn speech dat de heren winnaars vanaf heden extra door de Bussumse politie in de gaten zouden worden gehouden, erop hintend dat zij vooral geen snelheidsovertredingen moesten gaan maken op hun transportfietsen: ‘Laten ze medelijden met de arme voetgangers hebben. De politie zal stellig in het bijzonder op de kampioenen letten!’ Tijdens de zojuist gehouden race waren namelijk op sommige punten van het parcours snelheden van wel 45 km/u bereikt, zo was in de volgauto van de pers gemeten. Wethouder Brand kreeg met zijn toespraak de lachers op zijn hand en de aanwezige fotografen maakten van dit moment gretig gebruik om de trotse winnaars te vereeuwigen. Niemand van het feestvierende gezelschap kon op dat moment vermoeden dat een van de meest gezochte en beruchtste personen van het Gooi zich die avond in het middelpunt van de belangstelling wist. 

   
     
Op volle snelheid

Een gemaskerd individu

Bussum en andere plaatsen in het Gooi werden begin jaren dertig geteisterd door een gemaskerd individu, die verantwoordelijk werd gehouden voor talloze insluipingen in zusterhuizen, sanatoria en een groot aantal landhuizen. De reeks van geheimzinnige overvallen begon in 1929 en verspreidde zich als een olievlek over het gehele Gooi en tot ver daarbuiten. De dader opereerde bij vrijwel ieder delict op identieke wijze. ’s Avonds laat drong hij via een openstaand raam de huizen binnen en bedreigde daar, gemaskerd en bewapend met een revolver, de aanwezige vrouwen, dienstbodes of zusters met het doel ongewenste handelingen te kunnen plegen. Daarbij maakte hij allerlei juwelen, geld, kleding en kostbaarheden buit. De man was ongehoord brutaal en tevens een vaardige acrobaat. Daklijsten en regenpijpen waren voor hem gewone verkeerswegen.

     
Wethouder Brand, 2de van links
 

Telkens wist hij, klimmend over schuttingen en muren, aan de politie te ontsnappen, handig gebruik makend van ladders, brandtrappen en de ingevallen duisternis. Dat de man altijd een zakdoek of wit laken voor het gezicht droeg en zijn hoed tot ver over zijn oren trok, maakte de opsporing voor de rechercheurs er niet gemakkelijker op. De dader pleegde op één avond soms wel drie insluipingen op verschillende adressen. Ondanks de regelmaat waarmee de man toesloeg, lukte het de politie maar niet om de dader te pakken te krijgen. 

Slagersknecht en boterhandelaar

De meldingen over de mysterieuze gemaskerde waren begin jaren dertig zeer talrijk. Zo werd de man onder meer verdacht van een overval op een dienstbode bij een familie, wonende aan de ’s-Gravelandseweg te Bussum. De chauffeur des huizes verscheen net op tijd ter plaatse en werd na een korte worsteling met de verdachte tijdens de achtervolging zelfs beschoten. Verder waren er meldingen van nachtelijke insluipingen in het Spiegel, Naarden, Blaricum, Huizen, Hilversum en Den Dolder. In de lente van 1934 opereerde de geheimzinnige man vooral in de omgeving van Zeist en Bosch & Duin. Daar deed een brigadier van de dactyloscopische afdeling, dankzij veiliggestelde vingerafdrukken die op een lamp werden aangetroffen, een belangrijke ontdekking. Na enig vergelijkend speurwerk en overleg met Gooise rechercheurs werd namelijk vastgesteld dat men van doen had met een 32-jarige inwoner van het Gooi. Het betrof een slagersknecht en boterhandelaar, die uit hoofde van zijn beroep goed op de hoogte was van de situatie op de diverse bezorgadressen. En, niet onbelangrijk, een man die vanwege zijn werk over een transportrijwiel beschikte.

     
 
De trotse winnaar annex de gemaskerde insluiper

Toen men op het Bussumse politiebureau zijn naam te horen kreeg, werd duidelijk dat het ging om de bejubelde winnaar van de Bussumse transportrijwielrace van het jaar daarvoor. De humoristisch bedoelde waarschuwing in de toespraak van wethouder Brand bleek dus enige profetische waarde te hebben gehad. Alleen duurde het nog enkele maanden, om precies te zijn tot het voorjaar van 1934, voordat de politie de ongrijpbare gemaskerde in de smiezen kreeg. 

Herkend in de rechtszaal

Na zijn arrestatie wist de man, gebruik makend van zijn atletisch vermogen, nog wel uit de cel van het politiebureau te ontsnappen. Terwijl de agenten afwezig waren, forceerde hij een dubbele deur en verdween in de duisternis. Op advies van zijn vrouw en zijn moeder meldde hij zichzelf echter diezelfde nacht weer op het bureau, waarna hij naar de rechtbank van Amsterdam kon worden overgebracht om daar voor de officier van justitie te worden geleid.

De daaropvolgende rechtszaak werd door de Gooise pers met veel aandacht gevolgd. Het uitgebreide proces omvatte enkele cruciale Bussumse getuigen, zoals een jongen van 14 jaar, die ’s avonds laat thuiskomend in de donkere gang van de ouderlijke woning plotseling oog in oog kwam te staan met een gemaskerde man. Toen de jongen het licht wilde aanklikken, bleek dat niet te werken. De doortrapte insluiper draaide namelijk vaak voor hij de woning begon te doorzoeken eerst de stoppen uit de meterkast. Desondanks wist de jongen het zeker: de man die in de rechtszaal terechtstond, was de insluiper met wie hij oog in oog had gestaan. Hij herkende stem, ogen en postuur.

Na een langdurig proces, waarbij de vondst van de vingerafdrukken op een uitgedraaide lamp een cruciale rol speelde, luidde de eis van het Openbaar Ministerie vijf jaar. Alleen al het aantal insluipingen in de gemeente Huizen dat aan de man werd gelinkt, overschreed 2 bladzijden in het grote boek van de rechtbankgriffier. Overigens bleef de verdachte gedurende het proces vrijwel alle aantijgingen ontkennen. Ook zijn vrouw stond voor hem garant, zij had zelfs nog enkele uitgeknipte krantenberichten meegenomen van inbraken, die gepleegd waren in de periode dat haar man achter slot en grendel zat. Dus moest haar man wel onschuldig zijn. De rechter nam het voor kennisgeving aan en veroordeelde de winnaar van de Bussumse Transportrijwielrace tot een gevangenisstraf van 3 jaar. 

Het parcours

Het parcours van de transportrijwielrace was als volgt: Wilhelminaplantsoen-Oud-Bussummerweg- Willem Bilderdijklaan- Burgemeester ’s Jacoblaan- Anton Mauvelaan- KPC de Bazelstraat-Kamerlingh Onnesweg-LorentzwegVoormeulenweg-Singel- Brinklaan-Havenstraat-Wilhelminaplansoen. 

Bronnen

  • Nieuwe Bussumsche Courant, Bussumsche Courant, De Gooi- en Eemlander

 

Zie ook:

Contactblad Historische Kring Bussum 13/3 (1997) 67-73

Contactblad Historische Kring Bussum 14/1 (1998) 24

en dit filmpje