Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 34, nummer 1 (mei 2018), pag 38-39

Een hbs voor Bussum

Nol Verhagen

Klik hier voor de pdf van dit artikel
De illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting 

Ruim 100 jaar geleden was het onderwijs in Bussum sterk in beweging. Oorzaak: de instroom van vele nieuwe inwoners na de aanleg van de spoorweg.

In nog geen 20 jaar tijd stichtte de gemeente 3 openbare lagere scholen: de Koning Willem III-school in 1886, de Koningin Wilhelminaschool in 1898 en de Prins Hendrikschool in 1905; in 1914 kwam daar nog de Koningin Emmaschool bij. Bovendien waren er enkele particuliere schooltjes, zoals Instituut Brandsma en Instituut Gooiland. Maar wat te doen met de kinderen die het lager onderwijs waren ontgroeid? Sommige van de instituten boden ook voortgezet lager onderwijs (vglo), uitgebreid lager onderwijs (ulo) of zelfs meer uitgebreid lager onderwijs (mulo) aan, vaak tegen een aanzienlijk schoolgeld. 

Oude versus nieuwe garde

Met name de bewoners van het Spiegel verlangden voor hun kroost echter hoger onderwijs, bijvoorbeeld in de vorm van een hbs. Dit type onderwijs was door Thorbecke in 1863 ingevoerd en won snel aan populariteit. Zo’n hbs was in onze omgeving alleen te vinden in Hilversum (sinds 1903) en in Amersfoort (sinds 1871). Beide gemeentelijke instellingen hieven een hoog schoolgeld, nog stevig verhoogd voor kinderen van buiten de eigen gemeente.

In de Bussumse gemeenteraad waren, net als aanvankelijk in Hilversum, de stemmen verdeeld. De vertegenwoordigers van de oude garde vonden dat de gemeente geen geld moest steken in een school voor de kinderen van de beter gesitueerden. Deze laatsten waren van mening dat een gezonde gemeente ook hoger onderwijs moest kunnen aanbieden, net als gas, water en elektriciteit: moderne voorzieningen die in de voorafgaande decennia ook met veel moeite en vooral door particulier initiatief tot stand waren gebracht. De nieuwe garde kreeg de wind mee toen in 1909 burgemeester s’Jacob aantrad, die later commissaris van de Koningin in Utrecht zou worden. Mede door zijn toedoen lag er op 11 mei 1910 een voorstel van B&W ter besluitvorming tot stichting van een Gemeentelijke Hoogere Burgerschool. Omdat de gemeenteraad zich al eerder had uitgesproken voor zo’n initiatief, dacht iedereen dat dit een gelopen race was. Het pakte echter anders uit.

      
 
De Gooische Hoogere Burgerschool in 1939

Katholieke tegenstemmers

Voorafgaande aan de feitelijke besluitvorming vroegen twee katholieke raadsleden, onder wie nota bene de wethouder van onderwijs, om een geheime zitting. Hoewel er geen verslag is van die geheime zitting, bleek na afloop dat tijdens dit beraad de katholieke raadsleden hadden aangegeven dat naar hun mening (en die van de Katholieke Kiesvereeniging) de oprichting van een gemeentelijke hbs niet in het belang was van de Katholieke Partij.
Wethouder Schermer Woest van onderwijs liet wat meer van het achterste van zijn tong zien. Hij zei dat er tijdens de geheime vergadering ‘een woord is gesproken hetwelk mij in mijne diepste gevoelens én als Katholiek én als lid der Katholieke Partij heeft gegriefd’. De tweede katholieke tegenstemmer, de heer De Kort, was nog wat pertinenter: ‘Zoolang als de Katholieke Partij wordt beschouwd als een zwart gevaar1, zoolang zal spreker tegenstemmen.’ De gemoederen liepen hoog op. En het werd bepaald persoonlijk. De Kort nogmaals: ‘Ik kan, zoolang als ik word beschouwd te behooren tot de zwarte partij, mijn kinderen niet naar die H.B.S. sturen en waar ik dat niet kan wil ik de liberalen ook niet in de gelegenheid stellen dit wel te kunnen doen.’ En daarmee was het plan van de baan, want enkele andere raadsleden hadden bezwaren van financiële aard. 

Een kapitaal van één ton gouds

De gang van zaken leidde tot grote animositeit in Bussum. Sommige Bussumers trokken hun klandizie bij katholieke middenstanders zelfs in vanwege deze kwestie. De initiatiefnemers lieten het er echter niet bij zitten. Onder hen bekende Bussumse namen als uitgever C.A.J van Dishoeck, architect C.J Kruisweg, ingenieur C.D. Nagtglas Versteeg en mr. A. Moolenburgh.

     
De Gooise hbs (nu Goois Lyceum) in 2015
 

Al in augustus 1910 werd er een Vereeniging Gooische H.B.S. met 5-jarigen cursus opgericht, die echter om tot stichting van de school over te kunnen gaan, zou moeten beschikken over ‘ten minste een kapitaal van één ton gouds’. Daarvan was via intekening op een geldlening in enkele weken al ƒ 90.000,- bij elkaar gebracht. Dit bedrag is te vergelijken met € 970.000,- vandaag de dag. Een enorme som geld. Tijdens de oprichtingsvergadering op 26 augustus 1910 in hotel Vlietlaan werd het ontbrekende bedrag door de aanwezigen bijgelapt!

De school zou komen op een terrein buiten het dorp (!) nabij de Brediusweg, een voormalige zanderij, in de omgeving waarvan nog nauwelijks een huis te bekennen was. Op 21 januari 1911 werd de eerste steen gelegd voor het door Kruisweg ontworpen gebouw.Om tot uitdrukking te brengen dat het om een initiatief voor het hele Gooi ging, prijkten op de hoofdingang de wapens van alle Gooise gemeenten, met uitzondering van dat van Hilversum. Het wapen van Bussum ging fier aan top. In september 1911 opende de school haar deuren voor 106 leerlingen. 

Een school voor de kinderen van de beter gesitueerden

Ondanks het mooie startkapitaal bedroeg het schoolgeld maar liefst ƒ 150,- per jaar, in geld van nu € 1620,-. Oud-rector, de heer Olberts, aan wiens toespraak bij het 75-jarig bestaan van de school het bovenstaande grotendeels is ontleend, wees er in 1986 fijntjes op dat in die tijd een werkman met een gezin van 6 kinderen soms moest rondkomen van ƒ 9 (ruim € 4,-) per maand, dat een dienstmeisje in het Spiegel ƒ 2,50 (ruim € 1,-) per week verdiende en dat je in hotel De Rozenboom voor ƒ 1,75 (€ 0,80) een diner van zes gangen met een in het Frans gestelde menukaart kreeg. Het was dus, weliswaar mede door toedoen van de gemeenteraad zelf, inderdaad een school voor de kinderen van de beter gesitueerden geworden.

Zie ookBussums Historisch Tijdschrift 27/1 (2011) 8-11

Noot

1. Omstreeks 1900 werd de Rooms-katholieke Kerk in liberale kring wel aangeduid als ‘het zwarte gevaar’, wellicht met verwijzing naar de kledij van de katholieke geestelijkheid.

Bronnen

  • Archief De Gooi- en Eemlander, in het Gemeentearchief Gooise Meren en Huizen.
  • B.M. Olberts, Over dorpspolitiek en particulier initiatief omstreeks 1911, toespraak ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Gooische hbs/het Goois Lyceum.