Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 34, nummer 1 (mei 2018), pag 22-23


Een bijzondere schoolreis

Jan Schippers

Klik hier voor de pdf van dit artikel
De illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting 

Schoolreisjes zijn een interessant, maar nog niet goed onderzocht fenomeen. Wat begon als wandeltochtjes door de natuur heeft zich de afgelopen eeuw ontwikkeld tot een echte bedrijfstak. Er bestaat nu zelfs een Nationaal Schoolreis Magazine, dat scholen een overzicht biedt van alle mogelijkheden. 

      
Leerlingen op het dek van de Ermelo, 1951
 

Dubbeltjes en kwartjes

In de jaren vijftig was dat nog niet het geval. Kinderen spaarden elke week een dubbeltje of een kwartje om in het voorjaar een dagje naar de een of andere attractie te gaan, zoals de Bedriegertjes in Rozendael bij Arnhem. De Julianaschool, waarvan elders in dit nummer de geschiedenis wordt verteld, pakte het groter (en grootser) aan. Ging het aanvankelijk nog om een dagje met de klas naar Wijk aan Zee, later, in de jaren vijftig, maakten de 6de-klassers een heuse bootreis van een kleine week. Een mooi afscheid van de lagere school, voor die tijd iets heel bijzonders.

      
 
De leerkrachten met de bemanning

De eerste keer was in 1950. Ongeveer 60 leerlingen en een groep leerkrachten gingen een week op reis met de Ermelo van de Holland-Veluwelijn. De tocht ging vanaf de haven van Huizen over het IJsselmeer naar Kampen, dan over de IJssel naar Deventer en Arnhem, vervolgens via de Nederrijn naar Nijmegen, dan over de Waal naar Dordrecht en Rotterdam en ten slotte over de Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal naar Utrecht en Huizen. Zo konden de kinderen met eigen ogen zien wat hun tijdens de aardrijkskundeles was geleerd.

Ruim tevoren werd de reis op school voorbereid en leerden de kinderen in een logboek te werken. Ook scheepstermen werden aangeleerd. De kinderen werden ingedeeld per bak, met een bakmeester of bakjuf. Er werd geslapen in het ruim en gegeten in de kajuit, waar ook de kombuis was. Op gezette tijden mochten de kinderen op het dek zitten.

Schipbreuk

In 1954 werd de reis gemaakt samen met de 6de klas van de net geopende Beatrixschool. Op 3 mei zwaaiden familieleden de kinderen in Huizen uit tijdens stormachtig weer. De volgende dag, op weg van Deventer naar Arnhem, vindt er echter een aanvaring met een sleepboot plaats. De Ermelo komt vast te zitten op een zandplaat, maar de sleepboot is zodanig beschadigd, dat hij na verloop van tijd zinkt. Speelgoed, meubels en kleding kunnen nog van het schip worden gehaald. Het ongeluk, waarbij niemand gewond was geraakt, maakt diepe indruk. Vastzittend op de zandplaat moeten passagiers en bemanning wachten op bussen die de kinderen weer naar huis zullen brengen. Het is al flink laat als de kinderen bij de Julianaschool aankomen. Ouders moeten worden gebeld, sommigen zijn niet thuis. Uiteindelijk komen alle kinderen onderdak, zo nodig bij vriendjes of bij een van de leerkrachten.

Maar men was niet uit het veld geslagen! Op voorstel van de Holland-Veluwelijn werd de reis eind juni van dat jaar herhaald. In Utrecht, de laatste aanlegplaats, werd een bonte avond gehouden. Het programma daarvan is niet overgeleverd, maar er zal vast een lied over de schipbreuk op de IJssel zijn gezongen.

 
Ms Ermelo van de HollandVeluwelijn