Skip to main content
Bussums Historisch Tijdschrift, jaargang 33, nummer 3 (december 2017), pag 40-43

De Brutale Bussumse Bankroof

Robert Vreugdenhil

Klik hier voor de pdf van dit artikell
De illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting 

Vrijdag 30 april 1926, even na middernacht. In de Wachtkamer Derde Klasse van het station van Naarden-Bussum zitten de assistent-stationschef en een klerk de binnengekomen abonnementsgelden na te tellen. Voor hen op tafel staat een ijzeren geldkist waarin zich een aanzienlijk geldbedrag bevindt. 

Handen in de lucht!

Het is een feestelijke dag geweest. De Bussumse stationschef G.H. Hondelink is die middag na 42 jaar trouwe dienst afgezwaaid bij de Nederlandse Spoorwegen. Dan, om een kwartier na middernacht, enkele minuten voordat de laatste trein vanuit Amsterdam het station zal binnenrijden, worden de assistent-stationschef en de klerk bruut in hun werkzaamheden gestoord, wanneer er plotseling een onbekende man met een revolver in de hand de wachtruimte binnenkomt. De mannen kijken elkaar aan en realiseren zich dat het goed mis is als de onbekende hen met schelle stem sommeert de handen in de lucht te steken en in de hoek van de wachtruimte plaats te nemen. De overvaller loopt, met het wapen op de hevig geschrokken mannen gericht, in de richting van de geldkist waaruit hij een grote greep doet. Tijdens zijn vlucht naar buiten roept hij de twee heren na om hem vooral niet te volgen als zij niet neergeschoten willen worden. Daarna verdwijnt de overvaller in het duister van de nacht.

      
Vluchtroute uit de Wachtkamer der Derde Klasse
 

Al gauw is de Bussumse politie ter plaatse en stelt hoofdinspecteur De Vries vast dat er een bedrag van 7000 gulden is buit gemaakt. De beide stationsmedewerkers hebben de dader nog over het spoor in de richting van Naarden zien vluchten en weten een signalement te geven: een kleine, magere man van rond de dertig jaar, in een grijs gestreept kostuum, met een spitse kin en een pet op, die geen masker leek te dragen, maar een soort donkere verf op zijn gezicht had gesmeerd om onherkenbaar te blijven. Enkele omstanders, die de onbekende man over het spoor hebben zien vluchten, geven hetzelfde signalement.

Direct wordt via de Bussumse alarmcentrale contact gelegd met de politie van Hilversum, Naarden, Muiden, Amsterdam en Utrecht en wordt het signalement van de overvaller verspreid. Ook wordt de directe omgeving van het station door de politie uitgekamd, echter zonder resultaat. Wel wordt nog een overijverige plaatselijke journalist, die op alle heisa was afgekomen enin het donker over het spoor kroop, in zijn nekvel gegrepen. Van de dader ontbreekt elk spoor. 

       
 
Bankdirecteur Joosten voor de bank aan de Brinklaan

Amerikaanse toestanden

Het verhaal van de spectaculaire roofoverval verspreidt zich snel onder de Bussumse bevolking en de pers rept van Amerikaanse toestanden in het tot dan toe zo rustige dorp. In de dagen die volgen drommen vele Bussumers samen bij de wachtkamer op het station. De sensatie trekt toeschouwers uit de hele omgeving. Binnen enkele dagen heeft de recherche al een verdachte op het oog, een Amsterdamse man met een reputatie in politiekringen. Bij nader onderzoek blijkt de verdachte, wie de grond waarschijnlijk te heet onder de voeten werd, de wijk te hebben genomen richting Brussel. Prompt worden er twee rechercheurs naar België gestuurd. In Brussel blijkt deze oud-Bussumer echter over een waterdicht alibi te beschikken voor de nacht van de overval. 

Je geld of je leven!

Dan, nog geen drie maanden later, vindt er wederom een opzienbarende roof plaats in Bussum, nota bene op klaarlichte dag. In de middag van 22 juli stapt aan de Brinklaan een onbekende man de Boaz-bank binnen, om onder bedreiging van een revolver een bedrag van 8000 gulden uit de brandkast te roven. Ditmaal is de onbekende dader fatsoenlijk gekleed en vraagt in eerste instantie netjes aan de bankmedewerker een briefje van tien gulden te wisselen. Terwijl bankdirecteur Joosten de kluis openmaakt om aan het verzoek te voldoen, springt de man ineens met een revolver in de hand naar voren en roept: ‘Je geld of je leven’, om vervolgens een greep in de brandkast te doen. Joosten verzet zich echter hevig en er ontstaat een worsteling, waarbij de bankdirecteur door een slag op het hoofd neerzijgt.

       
Hoek Eslaan/Vlietlaan, vluchtroute van de overvaller
 

Achtervolgd door de weer bij kennis gekomen Joosten en enkele vrouwelijke bankbediendes, verliest de overvaller tijdens zijn vlucht per fiets over de Eslaan een bedrag van 900 gulden. Een 16-jarige jongen die toevallig op de fiets pas seert, begrijpt direct wat er gaande is en zet de achtervolging in. Terwijl hij naast de man rijdt over de Eslaan, probeert de jongen de overvaller van zijn fiets te trekken en een halt toe te roepen. Op aanwijzing van omstanders start de inmiddels gearriveerde politie ook de achtervolging over de Vlietlaan. Zij zien de overvaller vluchten over de Generaal de la Reylaan, om ten slotte het Brediuskwartier in te duiken, waar hij aan zijn achtervolgers weet te ontkomen. De 16-jarige jongen, J. Hansen, is de enige van de getuigen die een goed signalement van de bankovervaller kan geven. Ondanks het beperkte signalement komt de recherche tot de conclusie dat men hier te maken heeft met dezelfde dader als die bij de stationsroof enkele maanden eerder. Er worden verschillende confrontaties met mogelijke verdachten georganiseerd, in de hoop dat Hansen de dader zal herkennen. Maar de gezochte man zit er niet tussen.

        De sensatie trekt toeschouwers
uit de hele omgeving.

Een bekende van de politie

Na intensief recherchewerk en enkele bruikbare tips volgt er een week later een arrestatie in Amsterdam. De verdachte, die in het Gooi met kleedjes langs de huizen trekt, is een bekende van de politie. Om half een ’s nachts wordt deze verdachte B. per trein naar Bussum overgebracht, alwaar de burgemeester, de politie en een joelende meute hem staan op te wachten. Diezelfde nacht nog wordt hij aan een lang verhoor onderworpen, maar de verdachte blijft voet bij stuk houden: hij is onschuldig. De directeur van de Boaz-bank herkent de man echter pertinent en ook het alibi van de man, die claimt afgelopen donderdag op de paardenmarkt in Zaandam te hebben vertoefd, blijkt niet te kloppen: er was die week helemaal geen paardenmarkt in Zaandam. De spoorwegbeambten zijn echter niet zeker van hun zaak en kunnen niet met zekerheid zeggen of dit de geschminkte overvaller is van die bewuste nacht in april. Beide heren twijfelen openlijk bij de confrontatie met de verdachte.

       
 
De 16-jarige Hansen doet voor hoe hij de bankovervaller
probeerde te stoppen

Ondertussen heeft de recherche bij een huiszoeking ook bewijsmateriaal veilig gesteld. De achterzijde van een bij de verdachte aangetroffen revolver wordt vergeleken met de hoofdwond van de bankdirecteur, en deze blijken tot op de millimeter nauwkeurig te matchen. Ook menen andere getuigen de verdachte in de periode voorafgaande aan de overval te hebben zien rondhangen in de omgeving van de bank aan de Brinklaan.

In totaal roept de Bussumse politie tien getuigen op om de verdachte te aanschouwen. Deze werkt tijdens deze confrontaties bepaald niet mee. De man neemt vreemde houdingen aan, loopt als een oud mannetje en barst geregeld om onverklaarbare redenen in lachen of huilen uit. Ook trekt hij vreemde gezichten naar de getuigen. Nogmaals wordt bij de verdachte huiszoeking gedaan, waarbij niets bezwarends meer wordt gevonden. De bij de overval gebruikte fiets, de tas en – niet onbelangrijk – de buit, worden niet teruggevonden. 

‘Brummer, van de bankoverval’

      
De uitgelekte politiefoto van de
verdachte F. Brummer
 

Begin september wordt de verdachte op last van de officier van justitie in vrijheid gesteld. Het doorslaggevende bewijs kan niet worden geleverd. Ook is de verdachte volgens verschil lende getuigen de bewuste dag van de overval in Amsterdam gezien en na herhaalde huiszoekingen, ook bij enkele familieleden van de verdachte, wordt geen nieuw bewijsmateriaal gevonden.

Maar dan. Een paar weken na zijn vrijlating stapt verdachte B. het redactiegebouw van De Gooi & Eemlander aan de Nassaulaan binnen en introduceert zichzelf als: ‘Brummer, u weet wel, van die bankoverval.’
Daar geeft hij aan de in eerste instantie totaal verbouwereerde redactie zijn versie van het verhaal en beweert toch vooral slachtoffer te zijn van de scoringsdrift van de Bussumse politie. Dat hij al eens een straf van vier jaar had uitgezeten voor een roof, geeft hij direct toe, maar sinds die tijd moet de politie hem altijd hebben, zo stelt Brummer. De zaken vergaan hem slecht, hij heeft in de periode van voorlopige hechtenis geen inkomen gehad. Brummer praat als Brugman om alle verdenkingen tegen hem te weerleggen. Ook geeft hij aan hevig ontsteld te zijn over het feit dat zijn politiefoto naar de pers is gelekt en dat hij met naam en toenaam in enkele landelijke dagbladen werd beschreven. Ze hebben hem kapot gemaakt, luidt de conclusie. Ook in de gevangenis hebben ze geprobeerd hem te breken. 

Een nieuwe woonwagen

Nadat Brummer op vrije voeten was gesteld, kwamen er in de jaren die volgden nog een handvol verdachten in beeld bij de Bussumse politie, echter geen enkele van hen werd positief herkend door de getuigen. Voormalig hoofdverdachte Brummer liet de tapijten- en kleedjeshandel voor wat het was en ging huis aan huis, onder andere in ’t Gooi, kleine zeepjes verkopen. Tevens betrok hij een nieuwe woonwagen in Amsterdam, die hij in mei van dat jaar had gekocht voor een bedrag van 175 gulden (nu zo’n € 1350). Nooit is opgehelderd wie de daadwerkelijke Bussumse bankovervaller is geweest en waar het aan zienlijke geldbedrag [voetnoot *] is gebleven. 

Bronnen

  • De Gooi- & Eemlander
  • De Telegraaf
  • politiedagrapporten Bussum en Hilversum

Foto’s
Het Leven

Voetnoot *
Omgerekend naar huidige maatstaven vertegenwoordigt de gezamenlijke buit van beide overvallen een bedrag van circa € 100.000.