Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 12 nummer 3 (december 1996), pag. 79-82


Een stukje Landstraat omstreeks 1920-1940

J. Casper van Beek

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

Terug van vakantie in de zomer van 1994 werd ik in het hart van Bussum, de Landstraat, geconfronteerd met een kale vlakte, waar ik nog juist de laatste restanten van wat eens wasserij De Leeuw was, tussen de stofwolken kon ontdekken. Op zo'n moment gaat het verleden weer leven. De plaats waar je geboren en getogen bent, is verdwenen. De Landstraat, waarop wij voetbalden, rolschaatsten en 'stilstaand krijgertje' speelden om het blok van de school en Irene, met op de hoek van de Huizerweg/Kerkstraat het 'huis voor meisjes' zoals dat toen genoemd werd. Dat was de wereld waarin je leefde en speelde, zonder hinder van verkeer, dat er voor 1940 nauwelijks was.

     
 
Sloop in 1952 van de boerderij van de familie Krijnen
(Tijmen Poep) aan de Landstraat.

Mijn herinneringen beginnen op de hoek van de Havenstraat (thans Luttmer), met de manufacturenwinkel van Jongmans & van Galen, waar ik menig klosje borduurgaren voor mijn moeder heb moeten halen. Daarnaast was een bloemendel van Lam en daar weer naast banketbakker Duym, waar wij ons bij de eigenaar Harry Srnits graag te goed deden aan de van de vorige dag overgebleven gebakjes.

Vervolgens een van de laatste boerderijen van Bussum, de boerderij van Krijnen bij sommigen beter bekend als 'Tijmen Poep', met excuses aan de nakomelingen. Dit waarschijnlijk vanwege de lucht die meestal om een boerderij hangt. Er waren 2 woonhuizen, 1 voor de grootouders en 1 voor het nageslacht. Deze zijn nog heel lang blijven staan. De plaats waar de boerderij stond is tot de recente nieuwbouw onbebouwd gebleven en als parkeerruimte gebruikt. De boerderij was voor ons een paradijs, moeder Krijnen had een melkhandel, waar verse losse melk van de eigen koeien en andere zuivelproducten werden verkocht. De koeien liepen in de zomer op de Meent, die alleen toegankelijk was voor Erfgooiers. Wij mochten mee uit melken, maar moesten dan wel een melkbusdeksel vol (1 liter) warme melk zo van de koe opdrinken. Ook het hooien en het binnenhalen van het hooi op hoog opgeladen door paarden getrokken wagens was een avontuur. Het straatje naast de boerderij voerde o.a. naar klompenmaker Van Kesteren en de kolenhandel van Blokland. Die werkten ook nog met paard en wagen en hadden daar een eigen paardenstal.

Tussen de vele huisjes die hier stonden liep een steeg naar de Visserstraat. Deze huisjes zijn in de dertiger jaren gesloopt en hiervoor in de plaats kwam een grote kolenloods, die later in gebruik is genomen als supermarkt Nettorama en pas onlangs verdween. Genoemd straatje voerde ook naar de werkplaats van Van den Breul, wasserij De Leeuw en de smederij van Stallmann. Deze had het waarschijnlijk in eigendom, want er was regelmatig strijd met de gebroeders Krijnen die er met hun wagens met ijzeren banden gebruik van maakten en volgens de smid de klinkerweg kapot reden. Op een dag was plotseling de zij-ingang naar de boerderij met grote staalplaten en stukken betonijzer gebarricadeerd.

Na het straatje vinden we de kruidenierswinkel van Groenwoudt, gespecialiseerd ingedroogde zuidvruchten, en waar alles nog los verkocht werd in grauwe puntzakken. Dit was het begin van het thans gigantische concern van o.a. Willem Groenwoudt, 't Kruidvat, Curio Cave etc. Naast Groenwoudt de groente- en fruithandel van Wonder, vooral bekend om zijn vers gebrande pinda's. Die grote koperen ketel waarin de pinda's gebrand werden stond in de winkel en verspreidde een heerlijke geur. Met Wonder gingen we op woensdagmiddag met de bakfiets mee naar de veiling in Naarden. Ook weer een hele gebeurtenis, die grote ruimte vol met stapels kisten waarin groente en fruit, de veilingklok met grote draaiende wijzer en lichtjes. Soms gingen we ook mee de wijk in, waar de groente aan de deur verkocht en afgeleverd werd. Naast Wonder was een winkel die ik mij herinner als zaadhandel Mostert, later de schoenwinkel van Stienstra en nog later een kousenwinkel. Daarnaast het woonhuis van de We De Leeuw, waarachter de wasserij stond. Dan de haarden- en kachelwinkel van Stallmann, tevens smederij waar onder andere de paarden werden beslagen.

Dan de winkel van Van den Breul, technisch installatiebureau die voor de oorlog ook radio's verkocht. Van den Breul was de eerste in de straat die een auto had: een zwarte Citroën traction avant. Zij verzorgden ook de geluidsinstallaties bij feesten als Koninginnedag en bij het concours hppique op sportpark Zuid. Na eenpaar woonhuizen komen we bij wat nog steeds een kapsalon is. Vroeger zat daar kapper Fuchten en nog eerder De Sain, maar mijn vroegste herinnering is een schilderij van Ohhoff. Deze naam brengt ons naar het gebouw hierachter, dat heette oorspronkelijk magazijn Voorwaarts. Hierin was gevestigd de firma Gebr. van Ee, die op de eerste verdieping handelden in serviesgoed en beneden in meubels, die onafgewerkt werden verkocht en ter plaatse door een zekere Douwes werden gestoffèerd en afgewerkt. Er was ook nog enige tijd een ruimte in gebruik bij de vereniging voor drankbestrijding, De Blauwe Knoop genoemd. De meubelafdeling werd voortgezet door de ñrma Olthoff met één keer in de maand een veiling.

       
De boerderij van Boerhout aan de Landstraat, rechts slagerij
H. Mei (links was de boerderij van Rijk van Eijden.)
 

Later kwam glashandel Koster erin en omstreeks 1935 werden er in het gebouw Joodse vluchtelingen uit Duitsland ondergebracht. Na de vluchtelingen kwam de Gooitax en als je nu voor de ingang naast de dierenwinkel staat is het niet voor te stellen dat daar taxi's doorheen moesten, toch is het zo. Na de taxi's kwam er een confectie-atelier, firma De Haas, die er lang heeft gezeten. In de dierenwinkel was vroeger de zuivelwinkel van de boerenhofstede Oud Bussum, daarna een hoedenwinkel van Koll en vervolgens een groentewinkel van Van Doom. Dan het schildersbedrijf Metselaar met daarnaast het hoedenwinkeitje van de dames Metselaar.

Op de hoek van de Huizerweg, waar nu De Clinge is, stond een grote dubbele villa. Het linker gedeelte huisvestte behalve de fotostudio van Mutsaers de familie Tettero, met in de serre de herenkapsalon en daarnaast de damessalon. De rechterkant van de villa werd gebnikt als pension voor Joodse bejaarden, met in de aangebouwde winkel een slagerij. In de oorlog werden ook deze mensen weggevoerd. Aan de overzijde van de Landstraat was de school altijd groot aanwezig. Op de hoek van de Schoolstraat eerst de groentewinkel van Rijssen, daarna een antiekwinkel van Brandligt en tenslotte ijssalon La Venezia, allemaal in hetzelfäe pandje waar later "Maarschalk Kistjes" zijn redevoeringen hield.

De 'Baaienrokkenbuurt' is helemaal verdwenen, vroeger kleine huisjes, de linkerkant later in gebruik als kolenopslag van de firma Van 't Klooster, de rechterkant nog heel lang bewoond. De winkels van nu kwamen in plaats van nog een rijtje kleine winkeltjes waarin onder andere melkboer Dorrestijn en tot aan de slagerij van Mei twee boerderijen. De eerste van Boerhout en de volgende van Van Eijden (De Kiek), deze is tot aan de sloop gebruikt door Dorland de verhuizer als opslagplaats.