Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 12 nummer 2 (september 1996), pag. 55-56


Kontaktavond op 12 september 1996: Bert de Beer over buurmeesterschap

Mariet Piebes

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel

Bert de Beer, geboren en getogen Bussumer, Erfgooier, raakte geïnteresseerd in historisch onderzoek toen zijn vader 80 jaar werd en de familie een eenvoudige stamboom wilde maken. Eerst beperkte zijn belangstelling zich tot genealogisch onderzoek van de eigen familie, maar al doende kwam hij in aanraking met veel meer gegevens over Bussumers (het waren er toen zo'n 300).

Bert de Beer gmg toen gegevens verzamelen over alle Bussumers en kwam via dwarsverbindingen (huwelijken, beroepen en dergelijke) in aanraking met allerlei verschillende soorten bronnen.

De voornaamste daarvan zijn:
*Doop-Trouw-en Begraafboeken (sinds 1796 in Bussum bijgehouden) worden door kerken bijgehouden en bewaard in het Rijksarchief
*Oud-rechtelijke archieven
*Erfgooiersarchief
*Notariële akten (worden bewaard in het Rijksarchief in Haarlem)
*Koptiendenregister: een soort belasting; van elke schepel geoogst graan moest 1 kop betaald worden aan de landeigenaar.
Er bestaan boeken uit de periode 1515-1840 "Gaarderboek der verponding over huizen en andere gebouwen
*in 1929 verkocht de Bussumer Van Tienen al zijn spullen; er is bijgehouden wat aan wie
*Buurmeesterboek.

Hoewel Bussum pas in 1817 zeIfstandig geworden is, wordt het al in 1306 benoemd. De geschiedenis van Bussum gaat dus veel verder terug. De belangstelling van Bert de Beer voor Bussum nam toe evenredig met de bronnen die hij onderzocht. Hij raakte steeds meer geïnteresseerd in Bussumse mensen, hoe ze leefden, wat ze deden.

Over de zo op het oog saaie buurmeesterboeken zal Bert de Beer tijdens zijn lezing voor de Historische Kring het een en ander vertelien. Buurmeesterboeken zijn een van de weinige documenten uit de periode vóór 1817 die uitsluitend betrekking hebben op Bussum en een inspiratie- en informatiebron vormen voor lokaal historisch onderzoek.

Wat zijn nu buurmeesterboeken? Buurmeesterboeken zijn eigenlijk kasboeken die bijgehouden werden door buurmeesters. Deze buurmeesters werden een maal per jaar tijdens de buurspraak in mei gekozen door de Bussumers en deze keuze werd formeel bekrachtigd door de Burgemeester van Naarden. De buurmeesters vormden feitelijk het dagelijks bestuur van het dorp. Zolang de belangen van de stad Naarden maar niet in het geding kwamen hadden zij de vrije hand. Nadere bestudering van het buurmeesterboek geeft een goede indruk van de vaste uikomsten en uitgaven van het dorp. Bussum had een aantal gemeenschappelijke bezittingen: de kapel, de school en de schaapskooi. De voornaamste inkomsten kwamen uit de verkoop van schapenmest. Dat geld werd besteed aan het welzijn van de Bussumers, in de breedste zin des woords. Zo werd het salaris van de schoolmeester betaald uit deze dorpsinkomsten, het gemeenschappelijk bezit werd ervan onderhouden, er werd een uurwerk voor in de toren van de kapel aangeschaft en waar nodig werden ook persoonlijke noden geledigd.

Uit zo'n buurmeesterboek valt veel kennis te halen: op turf bijvoorbeeld stond een zeer hoge accijns (ook toen al was energie heel duur) en zo werd in een jaar de helft van het budget besteed aan een krankzinnige. Het buurmeesterschap, weergegeven in de buurmeesterboeken, geeft een sociale struktuur aan het dorp. Als je die boeken leest, en niet alleen maar op de cijfers let, gaat het dorp voor je leven, zegt Bert de Beer.

Vanaf ongeveer 1796 - het begin van de onafhankelijkheidsstrijd - werden er geen kasboeken meer bijgehouden, maar werden de buurmeesterboeken genoemd "Notulenboek van de municipaliteit Bussum".

Bert de Beer zal tijdens de kontaktavond op 12 september nog veel meer kunnen vertellen over Bussumers, hoe ze leefden en wat ze deden. Misschien werkt zijn enthousiasme over dit onderwerp en over de bronnen hervoor wel zo aanstekelijk, dat anderen met hem mee gaan zoeken.