Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 11 nummer 3 (januari 1996), pag. 78-80


Reacties op 'Als de nood hoog is, komt er de centrale keuken'

Ina de Beer

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel
Onderstaande illustratie is aanklikbaar voor een vergroting.

Oorspronkelijk artikel:
Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 11, nr. 1 (april 1995), pag. 16-25

Eerdere reactie:
Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 11, nr. 2 (november 1995), pag. 71 

Kazen in de gasfabriek.

Ongeveer in 1942 meerde een boot aan tot vlak voor de Brediusdam in de Galgesteeg. Deze boot kwam uit Friesland met aan boord Goudse en Edammer kazen. Deze werden geleverd door een kaasfabriek in Friesland. Om nog onbekende redenen werden de kazen met de grootste spoed opgeslagen in de gasfabriek, die destijds gevestigd was aan de Zwarteweg. Toen de Duitsers er (kaas)lucht van kregen, werden op zekere nacht de kazen uit de gasfabriek gehaald. De kazen waren inmiddels zó zacht geworden dat zij als het ware konden worden gekneed. Een vertegenwoordiger schakelde de heer E.J. van Giessen in. De heer Van Giessen, heden ten dage 83 jaar oud, was in die jaren winkelchef bij de coöperatie "Helpt Elkander", op de Singel 26 in Bussum. Een vijfde deel van de partij kaas werd opgeslagen op de zolder boven de winkel. Van Giessen sliep in die periode voor de zekerheid maar in de winkel. De kazen bleven opgeslagen tot na de bevrijding. Toen kon de heer Van Giessen zijn klanten bedienen met een stukje echte Edammer of Goudse kaas.

De mensen op de boot die de kazen hadden aangevoerd, waren overigens niet mis. Met opzet lieten zij bij het lossen één Edammerkaas in het water vallen. Toen iedereen weg was, visten zij die hartigheid uit het water. Want: wie kazen vaart, die kazen eet ... 

De Gooische Koekfabriek

Een nu 82-jarige inwoonster van Bussum heeft wel een zeer bijzondere herinnering aan haar toenmalige werkgever. "Mijn man was werkzaam bij de Gooische Koekfabriek aan de Laarderweg 57 en ik was daar kantoorjuffrouw. Onze patroon, de heer F. Kamphuis, wist gedurende de oorlogsjaren roggebloem, druivesuiker en koekkruiden 'weg te moffelen'. Uiteraard zonder dat de Duitsers het wisten." De patroon liep in gedachten met een groots plan rond: hij wilde de inwoners van Bussum verrassen. Hij zocht kontakt met de distributiedienst. En zo kon het gebeuren dat in oktober 1944 iedere inwoner een ontbijtkoek in ontvangst mocht nemen van de Gooische Koekfabriek. En dat nog wel in de hongerwinter!

Hoe blij en dankbaar de inwoners waren blijkt wel uit de vele reakties; twee hiervan kunt u hieronder lezen. 

27 october 1944
Zeer Geachte Heer;
Toen ik deze week mijn Gooische koeken ontving was ik nog nooit eerder in mijn leven zóó gelukkig met een koek geweest als toen. Ik was dankbaar dat er een Gooische koekfabriek bestond, dat ik er nu niet kon nalaten U dit te schrijven, en hierbij de wensch uit te spreken dat de grondstoffen die U nog heeft, ons nogmaals in de gelegenheid zullen stellen hier nog éénmaal van te profiteren. Zeer zeker zal ik ná den oorlog Uw koek nooit meer vergeten, dezen koek heeft te veel indruk op mijn kinderen gemaakt die de laatste maanden erg veel hebben moeten missen en meegemaakt hebben. Mijn echtgenoot is reeds ruim 2½ jaar krijgsgevangen officier, terwijl wij alles kwijt zijn. U ziet dat Uw koek in veel gevallen zijn dienst wel doet, zéér gewaardeerd worden.
Met vriendelijke groeten,
hoogachtend

 

Bussum, 29 october 1944
Zeer geachte Heeren,
Namens mijn gezin, bestaande uit negen personen zeg ik U hartelijk dank voor de prima kwaliteit ontbijtkoek, die wij door uw bemiddeling van onzen kruidenier mochten krijgen. De mededeling, dat dit het laatste is wat U op het moment kunt leveren is tragisch doch het is anderzijds vreugdevol, dat U na ruim vier jaar oorlogstijd nog een dergelijke kwaliteit ontbijtkoek hebt kunnen afleveren.
U begrijpt niet, hoe gelukkig mijn gezin is, nu elk zoo'n groote koek als zijn eigendom heeft mogen ontvangen. Het is vrouwengewoonte om koek van een bepaald merk te verlangen. Zoo was er bij mij thuis een "hobby" voor Verkade. De kwaliteit van Uw koek en de maatregelen, die U samen met de distributiedienst heeft weten te trefen, zijn van dien aard, dat ik mijn vrouw opdracht heb gegeven, om ook na den oorlog Uw koek niet te vergeten voor het gezin. Een profeet wordt nooit geëerd in eigen land. Maar ten aanzien van de Gooische Koekfabriek van de Fa. Kamphuis door mij wel.
Inmiddels teeken ik,
Met de meeste Hoogachting

 

Over de gaarkeuken had het toen vierjarige zoontje van deze mevrouw al een mening. Want toen hij bij de buren mocht meeëten van het eten van de gaarkeuken, vroeg zij hem daarna of hij lekker had gegeten. "Ik heb heerlijk gegeten, mama."
Enfin, zo zie je maar: honger maakt zelfs rauwe (paarde)bonen zoet ...