Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift jaargang 30 nummer 3 (december 2014) pag. 14-15


De eerste collectie

Nol Verhagen

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

De fonkelnieuwe Openbare Leeszaal en Bibliotheek van Naarden-Bussum is in 1914 nog maar nauwelijks geopend of daar valt een schrijven van de Centrale Vereeniging voor Openbare Leeszalen en Bibliotheken op de mat. De Commissie van Toezicht op de Openbare Leeszalen heeft “de aanwinstenboeken en voorloopige tijdschriftlijsten der Bussumsche Openbare Leeszaal en Bibliotheek” ter inzage gekregen en levert daar beleefde maar niet mis te verstane kritiek op.

      
 
Openbare bibliotheek/leeszaal. Boekenrekken. 1914. (coll. HKB)

 Te veel romans

“De algemeene indruk van de Commissie is deze: dat tot dusver een zeer aanzienlijk deel der boekenverzameling nog bestaat uit z.g.n. ‘roman’-lektuur. Hoofdzakelijk zal dit het gevolg zijn van de inlijving van verzamelingen als die van het ‘Nut’.“
De Commissie verwacht dan ook dat bij een volgend onderzoek “een gunstiger verhouding () tusschen de genoemde ‘roman’afdeeling en de afdeelingen der instructieve vakken” zal blijken. En wat de aanwezige instructieve lectuur betreft “zoo is opgevallen, dat, naast natuurlijk veel bruikbaars, nogal veel verouderde lektuur aanwezig bleek: zulke, waarvan gerechte twijfel kan bestaan of zij in een Leeszaal wel van enig nut zal wezen”. Zij raadt de nieuwe bibliotheek aan de boekenrij vrij te houden van verouderde en zeldzaam geraadpleegde werken, omdat die de indruk kunnen wekken “van een meer of minder toevallig conglomeraat van boeken” in plaats van “geslotenheid en evenredigheid in de boekenkeuze”.

 

Te weinig literaire waarde

Ook het oordeel over de ‘roman’afdeeling is niet mals. “Grootendeels door de overname van de ‘Nuts’bibliotheek kwam een aanzienlijk aantal ‘romans’ in de boekerij der Leeszaal, welke deels verouderd, deels ook minderwaardig moeten worden genoemd.” Hoewel de Commissie er begrip voor heeft dat veel bezoekers uitsluitend voor een ‘ontspanningsboek’ naar de Leeszaal komen, neemt dat volgens haar niet weg “dat de literaire waarde op de voorgrond moet worden gesteld, en anderzijds legt dit de verplichting op, zooveel mogelijk veredelende, opwekkende, karaktervolle ontspannings’-lektuur te verschaffen.”
De Commissie breekt de staf in het bijzonder over enkele schrijfsters die met 10, 11 of zelfs 13 titels vertegenwoordigd zijn. “Geen der schrijfsters staat zóó hoog aangeschreven, dat zoovele werken in een leeszaalboekerij aanwezig zouden behoeven te zijn, zelfs is het nog de vraag, of zij daarin in het algemeen thuis horen. Het soort publiek, dat op deze romans verzot is, moet en kan juist door Leeszalen tot gezonder lektuur gebracht worden”.

 

Krijgertjes.

“Deels verouderd, deels ook minderwaardig”

 Zo, die kon de ‘boekencommissie’ in zijn zak steken. Dat krijg je als 90% van je collectie uit ‘krijgertjes’ bestaat. Maar alle begin is moeilijk. En de eerste bibliothecaresse, mej. M. Hildebrandt, zou snel orde op zaken stellen