Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift jaargang 30 nummer 3 (december 2014) pag. 6-9


Een Openbare Leeszaal en Bibliotheek voor Naarden en Bussum

Nol Verhagen

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

 

 Dit jaar, 2014, vieren we het 100-jarig bestaan van de Openbare Bibliotheek Naarden-Bussum. Maar wie goed kijkt naar oude foto’s van het bibliotheekgebouw aan de Generaal de la Reylaan zal zien dat er boven de ingang stond: ‘Opgericht in 1913’. Hoe het zo gekomen is, daarover gaat dit artikel.

De oprichting van de Openbare Bibliotheek in Bussum en Naarden was bepaald geen toevallige gebeurtenis. Integendeel, ze paste perfect in het tijdsgewricht en het intellectuele en sociale klimaat van een eeuw geleden. Ik kan dat niet beter toelichten dan door middel van enkele uitvoerige citaten uit het boek Lezen voor iedereen van de hand van de Bussumse historicus Paul Schneiders [1].

 

      
Voormalige openbare bibliotheek aan de Gen. De la Reylaan 12.
Bouwjaar 1913; architecten J. van der Goot en C.J. Kruisweg. (coll. HKB)
 

 Lezen voor iedereen

Hij begint zijn boek met de volgende zinnen: “De openbare bibliotheek in Nederland is ongeveer honderd jaar oud. Rond de eeuwwisseling richtte een voorhoede van vooruitstrevende burgers in een paar steden openbare leeszalen en bibliotheken op. Iedereen was daar welkom, kon er lezen en lenen, zonder onderscheid naar stand, geloofsovertuiging of sekse: de leeszaalbeweging was geboren, vanuit particulier initiatief” (p.13). Tot dat moment was de ontwikkeling van bibliotheken, leeszalen en leesgezelschappen juist wel verbonden met stand, geloofsovertuiging en sekse. Maar “in de vlucht die het gedrukte woord heeft genomen, vormt de periode 1890 - 1914 een hoogtepunt” (p.41).  “De openbare bibliotheek was () de vrucht van een in brede kring levend vooruitgangsgeloof, de pleitbezorgers waren nazaten van de Verlichting. () Zij gordden zich aan hun idealen te verwezenlijken. Velen hunner waardeerden voor iedereen toegankelijke boekerijen als de kweekplaatsen voor nieuwe burgers en bovendien als hét middel om de vermaledijde kroeg en de jenever – volksvijand nummer één – te bestrijden”. (p.45) Voor die liberale pleitbezorgers gold ook dat ze op deze manier de arbeidersklasse uit handen van de socialisten hoopten te houden. Opvallend is het samengaan van twee idealen: de verheffing van het volk door vrije toegang tot informatie én het tegengaan van drankmisbruik en kroegbezoek. Vandaar de combinatie van bibliotheek of boekerij met een leeszaal, waar ook lezingen (‘voordrachten’ ) konden worden gehouden. Die leeszaal was hard nodig om überhaupt aan lezen toe te komen: “De lezer bedenke dat aan het begin van de eeuw meer dan een kwart van de Nederlandse woningen uit één vertrek bestond”, vaak bewoond door een gezin van drie of meer personen. “Daarnaast telde nog eens 30% (335.000) van de woningen niet meer dan twee vertrekken”. (pp.47-48) In de benaming van de eerste Openbare Bibliotheken komt dan ook de leeszaal vóór de bibliotheek: “Openbare Leeszaal en Bibliotheek. Vrije Toegang” stond er in 1906 op de gevel van de OLB Leeuwarden, een van de eerste Openbare Bibliotheken van ons land.

 

Oprichting eener zoodanige instelling

Tegen deze achtergrond nemen de heren Harsgagen, Glim en Smittau halverwege 1911 het initiatief om te komen tot oprichting van een openbare leeszaal te Bussum. Zij plaatsen in de lokale pers een oproep en als gevolg daarvan vindt op 11 september 1911 in Hotel Restaurant De Rozenboom, destijds hét brandpunt van het verenigingsleven in Bussum, een bijeenkomst plaats “om de mogelykheid van oprichting eener zoodanige instelling te bespreken” [1]. Er wordt voortvarend een Commissie van 7 personen benoemd onder voorzitterschap van de heer Kruisweg (de architect die later het bibliotheekgebouw zal ontwerpen), met als opdracht de bestaansvoorwaarden en bestaansmogelijkheden te onderzoeken. Deze Commissie gaat te rade bij de voorzitter van de inmiddels bestaande Openbare Leeszaal te Hilversum. Zij maakt een begroting van de stichtings- en de jaarlijkse onkosten van een openbare leeszaal, uitgaande van het idee om voor het beoogde doel een dubbele villa te huren. Bovendien bewerken ze door persoonlijke contacten een groot aantal Bussumse en Naardense ingezetenen om sympathie te wekken voor hun streven.

De openbare bibliotheek was de vrucht van een in brede kring levend vooruitgangsgeloof

 

Van Centraal Comité tot Uitvoerend Comité

Al op 13 december 1911 is er een Centraal Comité gevormd van 30 personen, aan wie de Commissie verslag van haar bevindingen uitbrengt: de inrichting (verbouwingskosten niet meegerekend) gaat f. 2000 kosten, de ‘jaarlyksche uitgaven’ bedragen f 3000. Het uitvoerend comité van 15 personen komt al snel tot de conclusie dat een bredere opzet de voorkeur verdient: geld bijeen brengen voor de stichting van een speciaal voor dit doel in te richten gebouw en oprichting van een naamloze vennootschap, afgescheiden van de vereniging. Het onderbrengen van de stichting van een gebouw bij een naamloze vennootschap was destijds niet ongebruikelijk. Men begint kapitaal bijeen te brengen en geeft alvast architect Kruisweg, immers voorzitter van het Centraal Comité, opdracht een plan te maken. Het bestuur verenigt zich met het duurdere plan, Op 17 mei 1912 is men voldoende zeker van zijn zaak om de vereniging op te richten. Van de benodigde f 30.000 is inmiddels f 23.000 bij elkaar gebracht. De NV wordt opgericht en er wordt een stuk grond van 1900 m² aan de Generaal de la Reylaan aangekocht, gelegen in het Prins Hendrikpark dat net in die tijd tot ontwikkeling wordt gebracht. Eind 1912 heeft de vereniging al 250 leden. De architect heeft inmiddels een plan gemaakt. Er wordt een bouwcommissie gevormd, bestaande uit leden namens de vereniging, een lid namens de NV, en met als adviseur onder andere de eerder genoemde Kruisweg (kennelijk kon je destijds de rol van architect combineren met die van adviseur…). Deze bouwcommissie legt op 20 maart 1913 aan het bestuur twee plannen voor, een klein en een groot plan, met jaarlijkse huurlasten van respectievelijk f 1150 en f 2000. Dat men van aanpakken weet blijkt uit het volgende citaat: “Het bestuur vereenigde zich met het duurdere plan en deed in dien geest aan de N.V. mededeling. Korten tyd hierna besloten de aandeelhouders der vennootschap tot den bouw van het grootere gebouw. In de maand Mei 1913 werd de bouw aanbesteed en in Juni een aanvang met de werkzaamheden gemaakt” [1]. De kosten van de inrichting vallen niet mee: “zooals uit het financieel overzicht blykt, bedragen deze ruim f 7000.- en zyn zy slechts gedeeltelyk door de giften gedekt”. Bij dit alles bedenke men dat destijds een gulden bijna 25 keer zoveel waard was als nu. f 7000 in 1914 staat dus gelijk met f 175.000 of € 80.000 vandaag de dag.

 

De Boekencommissie vergadert iedere twee weken

Per 1 juni 1913 wordt Mej. A.M. Hildebrandt aangesteld als bibliothecaresse. Er is op het adres Boerhaavelaan 26 een bovenwoning gehuurd die als voorlopige bibliotheek dienst doet. Er komt een oproep in de plaatselijke bladen om boeken te schenken, wat al snel resulteert in een boekerij van 3500 exemplaren (ongeveer 80 strekkende meter boekenplank). Er wordt ook een ‘boekencommissie’ ingesteld die zich buigt over de aanschaffing (door koop of schenking) van ‘boeken, tydschriften en couranten’. Dat die commissie haar taak serieus neemt blijkt wel uit de frequentie waarmee zij bijeenkomt: in 1914 maar liefst 21 keer, ofwel iedere twee weken [2]. Eind 1914, negen maanden na de opening van de bibliotheek, heeft de collectie een omvang van 7000 boeken, waarvan er overigens maar 700 zijn aangeschaft; de rest is verkregen als schenking of bruikleen, waaronder de boekerijen van de Vereeniging tot Nut van ’t Algemeen en van de lokale afdeling van de S.D.A.P. Het aantal leden bedraagt dan 768. Het aantal bezoekers van de leeszaal is in de loop van het jaar snel opgelopen tot zo’n 3000 per maand, waarvan tweederde mannen, eenderde vrouwen. Jongeren werden niet zomaar toegelaten: “Aan de personen tusschen 15 en 18 jaar, die alleen met toestemming hunner ouders of verzorgers toegang hebben tot de leeszaal, werden op aanvrage toegangskaarten verstrekt. In het afgeloopen jaar werden 116 dergelyke kaarten afgegeven”. Er worden in december 1914 1054 werken uitgeleend, onderverdeeld in ‘belletrie’ (942) en ‘wetenschappelyke werken’ (112). Die verdeling zint het bestuur niet helemaal: “Van de romans wordt in verhouding tot de wetenschappelyke werken nog een te groot aantal ter lezing gevraagd”…

Gevelsteen met wapen van Bussum; rechts op de gevel boven ingang.
Foto: Jaap van Hassel, 2009. (coll. HKB)
Gevelsteen met wapen van Naarden; links op de gevel boven ingang.
Foto: Jaap van Hassel, 2009.(coll. HKB)

 

Een burgerinitiatief

Eind 1913 zegt de gemeenteraad van Bussum een subsidie van f 1000 toe, de gemeenteraad van Naarden draagt f 200 bij. Uiteindelijk zullen ook de provincie en het Rijk bijspringen met espectievelijk f 600 en f 1200. Naarden verhoogt haar bijdrage voor 1915 tot f 300, maar wel op voorwaarde dat er een filiaal in Naarden wordt geopend. Dat gebeurt in 1918, met behulp van een legaat van f 5000. De gemeente Naarden betaalt de huur. De subsidies worden in de volgende jaren snel verhoogd: in 1921 bedraagt de subsidie van de gemeente Bussum bijvoorbeeld al f 4500, in 1922 wordt die verder opgetrokken naar f 6000. In de eerste jaren worden tot geluk van de Vereeniging de huurkosten (f 1150 in 1915) gedragen door een tweetal vermogende ingezetenen.
Zoals het bovenstaande laat zien, was de stichting van de Openbare Bibliotheek, anders dan wij honderd jaar later geneigd zijn te denken, dus geen zaak van de lokale of nationale overheid, maar een burger-initiatief. Wel droegen de overheden ook toen al aanzienlijk bij in de kosten van de exploitatie: de inkomsten voor 1914 bestaan voor vrijwel 50% uit subsidies en in 1915 is dat zelf ruim 60%. Ter vergelijking: in 2014 was het aandeel van subsidies iets meer dan 75%.

“Van de romans wordt in verhouding tot de wetenschappelyke werken nog een te groot aantal ter lezing gevraagd”

Bronnen
1. P. Schneiders, Lezen voor iedereen. Geschiedenis van de Openbare Bibliotheek in wNederland. Nederlands Bibliotheek- en Lektuur Centrum, ’s Gravenhage, 1990.
2. Jaarverslag van de Vereeniging “Openbare Leeszaal en Bibliotheek” te Naarden-Bussum (1911 – 1913).
3. Verslag over het jaar 1914 van de Vereeniging Openbare Leeszaal en Bibliotheek te Naarden-Bussum.