Skip to main content

Bussums Historisch Tijdschrift jaargang 30 nummer 2 (september 2014) pag. 4-7


Bussum en de Forens

Chris Leenders

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
De illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

Dit artikel gaat over de ontwikkeling van Bussum sedert de aanleg van de Oosterspoorweg, die Bussum uit zijn isolement haalde en tot grote bloei bracht.

 

Het ontstaan van de Bussumse forens

Toen op 18 juli 1874 de Oosterspoorweg en het station Naarden-Bussum van de Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij (H.IJ.S.M.) werd geopend, was Bussum nog een gat met zo’n 1200 inwoners. Door de spoorlijn kwamen er echter al spoedig zomergasten en al snel werden de eerste villa’s en pensions in het Spiegel gebouwd. In het begin woonde men alleen ‘s zomers in Bussum. In het oude dorp heerste nog armoe. De huizen waren vochtig en niet minder dan 28 blekerijen verontreinigden het oppervlaktewater. Verder was er bijna geen industrie. In die tijd stopten er 5 treinen per dag in Bussum. Geleidelijk aan veranderden de plaatsen langs het spoor echter. Er kwamen steeds meer villa’s en winkels bij, er kwamen hotels en grote pensions. Vooral rijke Amsterdammers lieten fraaie villa’s bouwen. Al gauw gingen er meer treinen rijden en toen de Amsterdammers merkten dat je met 30 minuten sporen op Naarden-Bussum was, gingen ze liever definitief ‘buiten wonen’.

 

Een mannenwereld

De heren reisden elke dag heen en weer en zo ontstond het fenomeen van de forens. In die tijd was het zo dat je hoger in aanzien stond, naarmate je verder van Amsterdam woonde. Een kantoorbediende bijvoorbeeld woonde in Weesp, een procuratiehouder of beursmakelaar in Bussum of Hilversum en een directeur in Baarn. De treinen bestonden destijds uit leescoupés en praatcoupés. 

Naarden Bussum - de damestrein van 10.18 uur (1911)
     
Naarden - Bussum - De damestrein van 10.18 uur (1911)
 

Het spoor was aanvankelijk een echte mannenzaak, vooral van commissionairs, procuratiehouders, makelaars, bankdirecteuren en scheepvaartbeambten. Deftig gekleed, gewapend met bolhoed of strohoed, met paraplu en aktentas, schreed men, elkaar minzaam groetend, over het perron. Pas als na negenen de ergste drukte voorbij was waren de dames aan de beurt. Dan stond om 10.18 uur de trein klaar op spoor 2.Deze trein vervoerde hoofdzakelijk dames naar Amsterdam, veelal om te winkelen.Maar de mannenwereld op het spoor werd bedreigd. Bij gebrek aan voortgezet onderwijs in Bussum gingen de kinderen vaak in Amsterdam naar school. Dus moesten de heren tolereren dat de kinderen veelal hollend de trein bestormden. En het zou nog erger worden. Begin jaren twintig verschijnen de ‘bakvissen’, meisjes die niet van plan waren om bij moeder thuis te blijven zitten, maar aan hun uitzet wilden werken, in afwachting dat hun hand gevraagd werd. Op de perrons keken de heren verbaasd op. Maar enkele jaren later moesten ze zelf zwichten voor de wens van hun eigen dochters om een baan in Amsterdam te hebben.

 

Het op één na drukste forenzenstation van Nederland

Toen kwam de Tweede Wereldoorlog. Na de grote spoorwegstaking van september 1944 was het zelfs even helemaal uit met het (personen)treinverkeer en bleven de forenzen noodgedwongen thuis. Eind mei 1945 werd de draad weer voorzichtig opgepakt. Eerst werden de forenzen vervoerd in volgepakte veewagons, maar eind 1945 werd het beter. Op 3 juni 1946 werd de elektrische Gooilijn geopend, de snelheid ging omhoog van 60 naar 110 kilometer per uur en de reis Amersfoort-Amsterdam duurde nog maar 49 minuten. Voorheen was dat 83 minuten (en vandaag de dag met de Sprinter nog altijd 52 minuten!). Er vertrokken nu zo’n 64 personentreinen per dag van Naarden-Bussum. In de jaren vijftig en zestig was Naarden-Bussum na Haarlem zelfs het drukste forenzenstation van Nederland. Midden jaren zestig kwamen er in de ochtendspits drie treinen uit Amsterdam binnen, twee lege en een met wat passagiers. Die drie treinen, die ieder bestonden uit twee vierwagenstellen, vervoerden in totaal 2100 reizigers. Ze vertrokken binnen 4 minuten om 7.43, 7.45 en om 7.46 uur, zonder op de tussenstations te stoppen naar Amsterdam. Bussum had toen zo’n 42.000 inwoners (nu zo’n 32.600). Anno 2014 is het minder druk op het station, maar Naarden-Bussum behoort toch nog steeds tot de grotere forenzenstations van Nederland.

        
Forenzen op het  station (1911)
     

Hoe de forenzen Bussum tot bloei brachten

Toen de autochtone Bussummers in de gaten kregen dat die vaak rijke nieuwkomers goed waren voor hun portemonnee, verdween de weerstand tegen hen snel. Want in die eerste periode (van 1880 t/m 1910) werden er grote villa’s gebouwd, die veel personeel en veel onderhoud vergden. Dat personeel bestond uit dienstbodes, huisknechten, tuinlieden, koetsiers,etc. Daar waren er rond 1900 vele honderden van in Bussum. Er kwamen winkels bij, zoals die in de Nassaulaan. En het culturele leven kwam op gang. Ook de aannemers en hun werknemers waren natuurlijk blij, en in het verlengde de kroegbazen. Kortom het geld stroomde binnen. In die tijd was er nog geen WOZ-belasting, maar de gemeente Bussum was niet gek en hief belasting over het aantal haarden dat in een woning aanwezig was. En aangezien er nog geen centrale verwarming was kon dat aardig oplopen, want een beetje villa had al gauw tussen de 16 en 20 stookplaatsen!

Naarmate je verder van Amsterdam woonde,
stond je hoger in aanzien

De grote aanjagers van deze ontwikkelingen waren wel Biegel en Loman. Biegel had al in 1879 de ‘Vereeniging tot verfraaiing der gemeente Bussum’ opgericht, die ervoor ijverde om Bussum te voorzien van paden en lanen, bomen te planten en parken aan te leggen. Biegel en Loman waren wat wij nu projectontwikkelaars zouden noemen. De tijd zat hun mee. Er werd veel reclame gemaakt voor het gezonde leven in het Gooi. In Amsterdam had je weinig groen, smerige grachten en stinkende riolen en het dicht op elkaar wonen leidde tot veel ziektegevallen. Daarom kwamen steeds meer Amsterdammers naar het Gooi en dan vooral naar Bussum. Om in Amsterdam te mogen werken moesten ze dan wel forenzenbelasting betalen! Toen de maandabonnementen van de spoorwegen goedkoper werden, begon ook de arbeidersklasse mondjesmaat te forenzen.

Het forensisme leidde tot een explosie van woningbouw, met name van villa’s. In de jaren 1910 t/m 1940 vonden de gemeentebestuurders dat Bussum een villadorp moest worden. Middenstands- en arbeiderswoningen bleven schaars. Tussen 1920 en 1936 werden er circa 540 arbeiders- en middenstandswoningen gebouwd. Daar stonden in diezelfde tijd ruim 2300 villa’s tegenover! Meer dan ooit was Bussum een echte forenzengemeente geworden, waarbij de andere gemeentes in het Gooi ver achter liepen.

Na 1910 koos de gemeente eieren voor haar geld

 

De Bond van Forenzen, afd. Naarden-Bussum

Aanvankelijk (zo rond de periode 1880-1910) liep de gemeente Bussum altijd achter de feiten aan. Als de nieuwe inwoners van de gemeente iets gedaan wilden hebben lag de gemeente altijd dwars. Maar toen de nieuwkomers zich gingen verenigen was dat snel over. 


     
Forenzen lopend over de Stationsstraat (1911)
 

 Na 1910 koos de gemeente eieren voor haar geld. Je kunt wel zeggen dat Biegel de drijvende kracht achter de ontwikkeling van Bussum was en uiteindelijk heeft dat de gemeente goed gedaan. Er kwam een landelijke Bond van Forenzen, met een afdeling Naarden-Bussum. Deze afdeling Naarden-Bussum heeft heel veel voor de plaatselijke inwoners gedaan.

 Na de elektrificatie van de Gooilijn in 1946 kregen de Spoorwegen van de Forenzenbond van Naarden-Bussum een prachtig cadeau: de gemeentewapens van alle gemeentes die de trein op het traject Amsterdam - Amersfoort aandeed als gebrandschilderde ramen in de voorgevel van station Naarden-Bussum (zie kader). Een betere illustratie van de betekenis van de spoorlijn voor Bussum als forenzenplaats is nauwelijks denkbaar.

 
 
 

De gebrandschilderde ramen van Station Naarden-Bussum zoals elders door Chris Leenders beschreven, kregen de Nederlandse Spoorwegen in 1947 van de dankbare forenzen de gebrandschilderde ramen cadeau die nog steeds station Naarden-Bussum opluisteren. Het zijn in totaal 16 wapens: twee provinciewapens van Noord-Holland en Utrecht en veertien gemeentewapens van Amersfoort, Amsterdam, Baarn, Blaricum, Bussum, ‘s- Graveland, Hilversum, Huizen, Laren, Maartensdijk, Muiden, Naarden, Utrecht (stad) en Weesp. Een aantal daarvan, zoals ’s-Graveland, Blaricum, Huizen en Laren liggen weliswaar niet aan de spoorweg, maar lever(d)en wel forenzen af op station Naarden-Bussum. Vandaar. Muiden is vernoemd omdat de trein over Muidens grond-gebied reed en omdat de spoorbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal gedeeltelijk op het grondgebied van Muiden ligt. De wapens werden gemaakt door de Haagse ontwerper Pieter Hofman.

 

Bronnen

  • Archief Nederlandse spoorwegen, Utrecht.
  • Archief Historische Kring Bussum.
  • Buitengewoon Bussum, dr. P. Schneiders, Bussum 2006-2009
  • Streekarchief Naarden.
  • De Gooi- en Eemlander, div. jaargangen.
  • De Bussumse Courant, div. jaargangen.
  • Geschiedenis van Bussum, A.N.J. Fabius, Bussum 1973
  • 150 jaar Spoorwegen, Ned. Spoorwegen, Utrecht 1989.
  • Spoorwegen in Nederland, van 1834 tot nu, G. Veenendaal, Amsterdam 2004
  • De H.IJ.S.M., J. van der Meer, Woerden 2009.
  • Eigen (spoorweg)archief, auteur