Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum 13/2 (september 1997) pag. 55-56


De teertonnen

Ton Brouwer

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.

Zoals gebruikelijk in de zomer gingen we iedere zaterdagmiddag naar het zwembad, dat was tevens onze wekelijkse wasbeurt. Meestal waren wij met zo'n 8 à 9 jongens. Het zwembad heette 'De Meerweg' en is bij menige Bussumer nog wel bekend. Na een fijne zwem- en voetbalmiddag blies de heer Koster, de badmeester, op zijn fluitje en riep hij: "Aankleden!" Het was alweer bijna zes uur, de meesten van ons namen dan nog gauw een duik om de zandresten van zich af te spoelen, maar dan toch snel naar de kleedhokjes want de badmeester was zeer streng en tenslotte was het voor hem toch ook zaterdagavond.

Op een keer zagen wij bij het verlaten van het zwembad op weg naar huis bijna in elke laan teertonnen staan die leeg waren want de lanen van het Spiegel werden van een nieuwe teerlaag voorzien. Dit gebeurde nog bijna helemaal handmatig. Dus in iedere laan een teerton die door ons werd meegerold tot vlak bij huis, allemaal weer vuile handeu. En wat moest je nou met zo'n teerton van 200 liter? Een van ons lanceerde het idee om ze in de Kom van Biegel te rollen en zo gezegd zo gedaan. Maar helaas, dat was een grote misser: wij hadden er geen rekening mee gehouden dat de burgemeester tegenover de Kom van Biegel woonde. Die heeft waarschijnlijk de politie gebeld, waut die stond binnen de kortste keren voor ons. We werden gesommeerd om alle tonnen uit de vijver te halen wat nog een flinke klus was omdat er al verschillende naar het midden van de vijver waren gedreven. Inmiddels was het al 7 uur en begonnen we flinke trek te krijgen, maar daar trokken de 'Juten' zich niks van aan. We moesten allemaal mee naar het politiebureau toen nog op de Huizerweg hoek Sint Janslaan. Daar moesten we allemaal m een hoek gaan staan zodat we elkaar niet konden zien. Ik had het geluk dat in de hoek waar ik moest staan een fietspomp stond waar ik op kon zitten, maar zodra de dienstdoende agenten mijn kant op keken stond ik gauw op want zitten werd niet als een straf beschouwd.

Na ongeveer een uur hoorden we de wachtcommandant telefoneren en wij hoorden hem zeggen: 'We hebben hier een paar zoons van u die teertonnen in de Kom van Biegel hebben gerold." Wij begrepen dat het alleen maar de vader van Ben Bus kon zijn want verder had niemand telefoon in onze straat. De bellende agent vroeg of onze vaders ons op wilden halen maar daar voelden ze niets voor; er werd zelfs geantwoord: "Laat ze maar een poosje zitten, lekker rustig voor de rest van de familie. "Een van mijn broers werd het staan te machtig maar ook de honger werd erger en hij begon te janken, waarna de dienstdoende Juut hem een glaasje water aanbood. Maar dat wilde hij niet opdrinken, misschien dacht hij dat het een verdovend mlddel bevatte.

Inmiddels na een preek van de wachtcommandant, het liep al tegen half tien en het knorren van de magen werd flink hoorbaar, kwamen er een paar vaders binnen en gelukkig mochten we mee naar huis. Toch nog weer een flink eind lopen want we woonden allemaal in de Heidelaan. Onze vaders fietsten voor ons uit richting huis, ons nog toeroepend: "Zonder eten naar bed!"
Thuis aangekomen, vermoeid en hongerig, bleek gelukkig dat moeder niet instemde met vaders voorstel en de verse broodjes maakten dubbel zo lekker.

Nu ik zo zit te schrijven komen de herinneringen weer boven en zal ik proberen de namen van de jongens op te schrijven die dit avontuur hebben meebeleefd; het waren: Bemard Bus, Antoon Bus, Herman Smit, Tijmen Heerschop, Jantje Brouwer (melkboer), Frans en Gijs Brouwer (fietsenmaker), Bram J. (?) en ik, de jongste, Ton Brouwer.

Wanneer het precies was weet ik niet meer. Misschein is dit nog te achterhalen bij de politie.