Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum 14/2 (september 1998) pag. 47-57


Balkanoorlog in Bussum

Martin Heyne

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.
Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.
Zie een reactie op pag. 66 van het volgende nummer. 
Zie een tweede reactie op pag. 93 van het volgende nummer. 

De geschiedenis

Het Ottomaanse Rijk had zich na de val van het Oostromeinse Rijk in 1453 naar het noorden over de Balkan uitgebreid en heerste daar eeuwenlang over de Slavische volkeren. In juli 1875 kwam de bevolking van Herzegowina in opstand tegen de Turkse overheersers. De beweging breidde zich weldra uit naar Bosnië. De bewoners van beide provincies, die het Turkse wanbestuur en de onderdnikkking niet langer konden verdragen, verklaarden zich vrij. Het jaar daarop deden dat eveneens de Bulgaren. Tegen hen traden de Turken op met een hardvochtigheid, die Europa liet verbleken. Twaalfduizend Bulgaarse mannen vrouwen en kinderen werden door de Turkse horden vermoord. Ook Servië en Montenegro sloten zich bij de vrijheidsbeweging aan [voetnoot 1].

Rusland mengde zich in het conflict, omdat het zich verplicht achtte om de christelijke volken op de Balkan te beschermen tegen de razernij der Turken. Daar kwam de politieke overweging bij dat het graag satelietstaten wilde vormen, wat tegen de zin was van de keizer van Oostenrijk-Hongarije, die zijn macht en invloed in de regio wilde handhaven dan wel uitbreiden.

      
 
Situatie rond 1875

In april 1877 brak de oorlog tussen Rusland en Turkije uit en rukten de Russische legers op over de Donau door Roemenië. Voorjaar 1878 stonden de Russen voor Constantinopel. Op 3 maart 1878 dicteerden zij hun tegenstanders voorlopige vredesvoorwaarden. Die oorlog dreigde zich echter te gaan uitbreiden, want de Britse Middelandse Zeevloot zette koers naar de zee van Marmara om de verbindingsroute met India veilig te stellen tegen de Russen.

Ook de Oostenrijkse keizer mengde zich er in, om zijn invloed op de Balkan te verzekeren. Tenslotte kwam het congres van Berlijn tot stand dat op 13 juni van datzelfde jaar werd geopend en onder leiding van de Duitse kanselier graaf Otto von Bismarck tot een vredesaccoord kwam. Om het machtsevenwicht in Europa te handhaven moest Turkije ontzien worden en Rusland zich terugtrekken. Turkije stond aan Rusland Ardahan, Kars en Batum af, maar behield politieke greep op Bulgarije. Oostenrijk kreeg Bosnië Herzegowina. Servië, Roemenië en Montenegro tenslotte werden zelfstandige staten. Met deze verdeling werd de basis gelegd voor latere conflicten, die zouden leiden tot de Eerste Wereldoorlog en tot de Yoegoslavische burgeroorlog die nu nog slepende is.

Nu zult u zich verbaasd afvragen wat dit alles met Bussum te maken heeft. Die internationale problemen maakten zoveel indruk op de plaatselijke bevolking dat, toen zich aan weerszijden van wat nu het laatste deel van de Cereslaan is bij de Nieuwstraat rond 1880 een slepende ruzie ontwikkelde, men de ene kant met Turkije ging aanduiden en de overkant met Rusland.

       
Situatie rond 1895
 

 

Het ontstaan van de buurtjes Rusland en Turkije

Als we de kaart uit 1875 van het oostelijke gedeelte van de oude dorpskern bekijken dan blijkt er sedert 1832 nog vrijwel alles bij het oude te zijn gebleven. Langs de Kapelstraat stond op de hoek met de Kerkstraat de dorpsschool. Die stamde daar op die plek al uit de 18e eeuw. maar was in 1863 geheel vernieuwd. Dwars er tegenaan gebouwd woonde aan de Kapelstraat de hoofdonderwijzer J.A. Hoogen. Tegenover hem op de andere hoek had Gerrit Koelink met Jac. Banis een boerderij.

Deze brandde in de nacht van 2 december 1881 af. Het gezin van Banis wist nog op tijd weg te komen. maar Gerrit Koelink vond de dood in de vuurzee, tesamen met zijn paard. 3 geiten en wat kippen. Verderop in de straat was Hermann Kluck in 1871 zijn smederij begonnen in wat eerst de boerderij van Cornelis Fokker was. Achter de smederij stond aan de St.Vitusstraat de boerderij van Lammert Fokker, op de plaats waar in 1913 het St. Vitusgebouw zou verrijzen. In de vork van de St. Vitusstraat had Tijmen Dekker zijn boerderij. Tegenover hem woonde aan de Kapelstraat de weduwe Izaak Ernst op perceel A246 met naast haar op de hoek met de Nieuwstraat op A264 de boerderij van Gijs en Jan Koelink.

De samenkomst van wegen vormde hier een brinkje wat kenmerkend is voor Gooise dorpen. Midden op dit brinkje stond de grote gemeenschappelijke waterpomp. Als we nu met de wijzers van de klok mee om deze brink gaan, treffen we aan de overzijde van de Nieuwstraat een grote boerderij aan bewoond door Hendrik Ernst op perceel A249-250. Ten zuiden daarvan op perceel 251 stond ook een boerderij. Hier woonde Jan Krijnen die gehuwd was met Dina Ernst. Hun eerste kind werd hier in 1878 geboren. Tegen de achterkant van deze hofstede waren drie huisjes gebouwd die mogelijk bestemd waren voor ongehuwde broer of zus of eventuele knechts die op het bedrijf meewerkten.

      
 
Foto 1: de Nieuwstraat in zuidelijke richting.

We zijn hier aan de rand van de gemeente. Ten oosten lag de Bussummer Eng, maar dat was grondgebied van Hilversum, waarover Bussum niet kon beslissen. Door een grenscorrectie in 1887 kreeg Bussum een strook grond erbij die lag tussen de Brinklaan en de Laardenveg, ongeveer vanaf waar nu de watertoren staat en tussen de Huizerweg en de Voormeulenweg/ Singel tot aan wat nu het Prinses Beatrixplantsoen is. zo kreeg het dorp aan die kant wat meer armslag. Het eerste deel van de Laardenveg heette in die jaren daarom ook Kapelstraat.

Aan de overkant van dit stukje Kapelstraat stond een kapitale boerderij op perceel A257-258. Deze was van Harmen de Jong, die getrouwd was met de dochter van Simon Hendrik Veer en na diens overlijden in 1884 veel grond zou erven. De schapenschuur van deze boerderij stond vlak tegen de rijweg aan waardoor de weg daar abrupt smaller werd. Als vijfde boerderij rond deze brink stond op de noordelijke hoek van de Prinsenstraat die van Jan Ernst. Hierheen verhuisde Jan Krijnen toen hij in 1878 zijn boerderij verliet. Twee jaar later werd er zijn tweede kind geboren.

Twintig jaar later is de situatie met name aan de oostkant van de Nieuwstraat ingrijpend veranderd. De boerderij van Hendrik Ernst is door zijn weduwe aan de ZW-kant ingekort en geheel verbouwd om het in te richten als acht woningen.
Aan de kant van de Nieuwstraat is op haar grond een rijtje van 4 woninkjes gebouwd in de periode 1884-1893. Deze huisjes zijn te zien op de foto die als nr. 1 op het kaartje staat aangegeven. Op de achtergrond is de kruidenierswinkel van Schimmel te zien. Na Schimmel zat 'onze' Jan Krijnen erin tot zijn overlijden in 1909, waarna Elsman er een sigarenwinkel begon met als adres Kapelstraat 153. Na het afbreken van de boerderij van Jan Krijnen in 1878, tesamen met de drie huisjes erachter, werd de grond verkaveld.

      
Foto 2: de Laarderweg gezien vanaf de Nieuwstraat in zuidelijke
richting.
 

Het voert te ver om al de wisselingen van eigenaar hier te vermelden. Belangrijker is nu wat er voor in de plaats kwam. Van perceel A253 werd het zuidelijke deel afgesplitst voor de bouw van de nieuwe boerderij van Andriessen aan de Laarderweg. Op de plaats van de gesloopte boerderij werden arbeiderswoningen gezet. Een blok van vier en een rij van acht evenwijdig aan de Laarderweg. Merkwaardig is dat men op de openbare weg voor de 4 van acht een extra rijtje van vier nog kleinere huisjes zette, waardoor de weg beduidend smaller werd. De pomp die al bij de gesloopte boerderij stond kwam nu als gemeenschappelijke drinkwatervoorziening midden op het terrein achter de huizen terecht. Foto 2 en 3 laten zien hoe die blokken huisjes eruit zagen.

Aannemer Anth. Vrakking verwierf het NW-deel van het terrein en bouwde twee huizen aan het brinkje en één om de hoek, aan wat nu de Cereslaan heet. Dwars op de acht huizen kwam nog een blok van drie te staan. Tenslotte kwam aan de noordgrens van het terrein ook nog een rij van vijf woningen te staan dicht tegen de boerderij van Ernst aan. Die zien we op foto 4. De plattegrond die fa. Los in 1893 bij hun adresboek uitgaf geeft de hele situatie goed weer.

       
 
Foto 3: de huisjes aan de Laarderweg in de richting Kapelstraat/
Nieuwstraat

 Intussen was de reeds vermelde ruzie ontstaan tussen het noorden (de vroegere boerderij geflankeerd door twee rijtjes huizen) tesamen 17 gezinnen. tegenover de zuidelijken met in totaal 22 gezinnen. De Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865) met zijn noordelijke en zuidelijke staten was al te lang beëindigd. maar de Balkanoorlog tussen de Turken in het zuiden en de Russen in het noorden lag nog vers in het geheugen. Men kan zich afvragen of daarbij gevoelens van het grotere aantal arme Turkijers tegenover de zich méér voelende Ruslanders. Waar de ruzie over ging is niet meer te achterhalen en was voor onze begrippen misschien ook erg onbenullig. Hoe dan ook, de namen bleven aan deze buurtjes kleven. 

De bewoners

Naar de vraag wie er zoal op Rusland en Turkije woonden, heeft Ab Winthorst een onderzoek gedaan over de periode vlak na 1900. Door te vergelijken met het adresboek van 1893 was het mogelijk precies na te gaan wie op welk huisnummer woonde. Hieruit is met aanvullingen het volsende overzicht samengesteld. Deze huisnummers zijn op het kaartje anno 1895 aangegeven.

      
Foto 4: de bocht in de Cereslaan. Achter de huizen is de toren van
de Sint Vituskerk te zien.
 

Op Turkije woonden op huisnummer:
137 Marie Dorrestein
138 van Houten
139 T. Thiel. arbeider
140 M. v.d. Tweel. arbeider
141 J. van Breemen. arbeider -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 15
142 Tetenburg -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 13
143 B. van Thienen. bakker -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 11
144 G. van der Linden. arbeider -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 9
145 J.J. van Odijk -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 7
146 Sander Thiel, metselaar -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 5

      
Foto 5: de Cereslaan vanaf de Nieuwstraat met rechts het blok
genummerd 149-150-151, later genummerd Cereslaan 97-95-93.
In het middelste huisje woonde Trijntje Out (zie foto 6).
 

147 Aart Thiel. arbeider -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 3
148 H.P. de Bruijn -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 1
149 weduwe H. de Jager -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 1a werd later Cereslaan 97
150 Trijn Out (foto 6) -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 1B werd later Cereslaan 95
151 Vos -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 1C werd later Cereslaan 93
152 IJzik Ernst
153 Teuntje Krijnen, aflegster -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 1D werd later Cereslaan 91
154 J. Niehues -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 1E werd later Cereslaan 89
155 Sas -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 23
156 Koenders -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 21
157 J.S. Jansen, timmerman -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 19
158 Kits -  rond 1921 omgenummerd in Laarderweg 17

       
 
Foto 6: Trijntje Out-van de Kamer (Egmond
Binnen 20.1.1846 - Bussum 3.1.1927) lezend
voor het raam van haar huisje Cereslaan 95
(zie ook foto 5), waar zij tot juli 1925 woonde.

Op Rusland woonden op huisnummer
232 Cees Emmink, vrachtrijder
233 Jac. Majoor, arbeider
234 J. de Graaf
235 B. Majoor, tuinman
236 Marie Ruizendaal
237 W. Dorresteijn
238 weduwe Van Breemen
239 Nieuwenhuis
240 Krijnen
241 van Os
242 Matje Krijnen
243 G. v.d. Berg, arbeider
244 Alb. Vos, arbeider
245 Hoebee, arbeider
246 de Leeuw
247 H. van Thienen, barbier
248 Bertus Boekraat, tuinman en belezer

      
Foto 7: Paulus H.M.J. Out (geboren Bussum
19 december 1903), kleinzoon van Trijntje Out,
in militair tenue op het binnenterrein van Turkije.
Te zien is de achterkant van de woningen aan
de Laarderweg, de kerktoren links is van de
Sint Vituskerk.
 

Zoals blijkt uit de beroepen die van de bewoners bekend zijn, woonden er inderdaad (vrijwel) uitsluitend arbeidersgezinnen. Hun woningen hadden een gemiddeld vloeroppervlak van 4,5 × 7 meter met een zolder erboven om te slapen, waarin in een aantal gevallen ook gezinnen met een flink aantal kinderen moest leven. Zoals toen nog algemeen gebruikelijk was bouwde men éénsteens muren. waardoor iedereen alles van iedereen kon horen. Anderzijds droeg dat bij tot een groot saamhorigheidsgevoel tussen de bewoners. Dat kwam tot uiting bij geboorte, ziekte, overlijden en andere familiegebeurtenissen waarbij de hele omgeving meeleefde en zonodig bijsprong.

Als postadres werd Turkije tot een deel van de Kapelstraat gerekend en viel Rusland onder de Nieuwstraat. Dit bleef zo tot vlak voor 1900 de Cereslaan werd aangelegd en zijn naam kreeg. In de eerste en tweede bocht achter Turkije ging toen ook gebouwd worden. Eerst kwam er nog een boerderij maar direct daarna ook woonhuizen.

De slechte woonomstandigheden konden weldra niet meer gehandhaafd blijven. Als eerste ging de boerderij van Rusland tegen de grond. In 1923 vielen op Turkije de rij van acht en de beide van vier onder de slopershamer, nadat de firma Gorel en Kuilenburg in 1920 op het terrein van nummer 137 t/m 140 een groenteloods had laten bouwen. Het blok van drie aan de Cereslaan (foto 7) volgde in 1929, twee jaar later gevolgd door de vier huisjes van Rusland die langs de Nieuwstraat stonden.
Als laatste moesten in 1936 de vijf pandjes aan de Cereslaan het veld ruimen voor nieuwbouw.

Thans herinnert niets meer aan het Bussums Rusland en Turkije. Alleen een groep ouderen onder ons heeft nog een herinnering aan Turkije.

Bij het samenstellen van dit artikel is gebruik gemaakt van nuttige genealogische en kadastrale informatie die door Nel Krijnen verzorgd zijn alsmede van aanvullingen door Johan Klijnman. waarvoor mijn oprechte dank. 

Voetnoot
1. Sesam Wereldgeschiedenis, deel 16, pag. 95 e.v.