Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum 16/1 (april of mei 2000) pag. 31-32


100 jaar Gooise kinderboeken (1897-1997)

Marcus van der Heide

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel
Zie ook het artikel van dezelfde auteur over Hans de la Rive Box in Contactblad Historische Kring Bussum, jaargang 17, nummer 3 (december 2001), pag. 92-96.

Onderstaande illustraties zijn aanklikbaar voor een vergroting.

Tentoonstelling t/m 14 mei 2000 in het Goois Museum, Kerkbrink te Hilversum. Geopend dagelijks, behalve maandag, van 13.00 tot 17.00 uur.

      
 
Jhr. Jan Feith (1932)

De tentoonstelling is gewijd aan auteurs die in het Gooi geboren zijn en daar gewoond of gewerkt hebben. Sinds de opening van de Oosterspoor in 1874 werd het Gooi geliefd als woon-forensenplaats. Tachtigers als Van Deyssel, Van Eeden en Gorter vestigden zich er, maar opvallend groot is ook het aantal bekende (en soms minder bekende) auteurs van het kinder- en jeugdboek. Een vijftigtal werd uitverkoren, waarbij regionale 'grootheden' als Jhr. Jan Feith en Hans de la Rive Box extra aandacht krijgen. Vele tientallen moesten achterwege blijven. Het radio/tv-wezen, waaraan een aparte expositie gewijd zou kunnen worden, is bewust buiten beeld gehouden.

      
Hans de la Rive Box (1937)
 

In 1897 verscheen het eerste meisjesboek, Loula Almerus, van Truida Kok (1869-1949), Hilversumse van geboorte. Ze werd in haar tijd veel gelezen en in 1955 in het Gulden Boek van de Gemeente Hilversum opgenomen. In hetzelfde jaar 1897 verscheen ook de eersteling van Nynke van Hichtum (1860-1939), Sip-su 'de knappe jongen', een Eskimo-geschiedenis. Zij woonde de laatste dertien jaar van haar leven in Hilversum. In deze tijd ontstonden in samenwerking met Cor Bruijn (1883-1978) een drietal bundels Uit het sagenland. Verder schreef zij hier nog enkele 'Friese' boeken.

De (sport)journalist Jhr. Jan Feith (1874-1944) schreef al zijn "gezonde, frisse jongensboeken" in Hilversum, waar hij tot augustus 1921 woonde. Dudok raadpleegde hem voor de realisatie van het Hilversumse sportcomplex. Een van zijn bekendste boeken was De reis om de wereld in veertig dagen (1908, 1926 6e druk).

Van het merendeel van de zeventien auteurs uit de negentiende eeuw stamt de productie van vóór de Tweede Wereldoorlog. Uitzonderingen hierop zijn Cor Bruijn en Clinge Doorenbos (1884-1978). Van de Telegraaf-chroniqueur Clinge verschenen na de oorlog de tientallen boekjes met kinderversjes.

Uit het begindecennium van de twintigste eeuw is allereerst de Gooise veelschrijver Hans de la Rive Box (1906-1985) te noemen. Hij stond aan de wieg van de bekende 'kwartjesboeken' van uitgeverij Helmond en schreef zelf 14 van de 170 delen voor de jongens: van de meisjesserie schreef hij er vijf onder de naam van zijn vrouw. Nellie Wesseling. Om zijn vele boeken aan uitgevers te slijten bediende hij zich van diverse andere pseudoniemen zoals Wouter Walden en Vera Robinson. A.D. Hildebrand (1907-1977), vanaf 1928 vooral ook bekend als radio-omroeper, was verreweg het productiefst van allen met ongeveer 250 boeken, waaronder uitgebreide reeksen als Bolke de Beer, Dorus Das, de reuzen Belfloor en Bonnevu. en de kabouter Kandat.

An Rutgers van der Loeff (1910-1990) werd na de oorlog de grote baanbreker met het 'geëngageerde' kinderboek. Zij snijdt actuele themata als rassendiscriminatie, vrede, gehandicapt zijn, kinderbescherming in haar jeugdboeken aan. Ook schrijft ze over het kinderboek in De druiven zijn zoet, Zeventien stemmen over het kinderboek (1967). Aan haar werd in 1955 als eerste de nieuw ingestelde onderscheiding van 'Kinderboek van het jaar' [voorloper van de Gouden Griffel] toegekend voor Lawines razen (1954). Na haar komt een stroom van goede kinderboekenschrijvers op gang. Geboren in de jaren twintig zijn dat Henk Barnard, Paul Biegel en Jaap ter Haar. Imme Dros en Rita Törnqvist zijn van de dertiger jaren. Verder zijn er nog Burny Bos (1944) en Hans Hagen (1955).

Illustratoren

Direct verbonden met het kinderboek is de illustratie. Bijna alle bekende illustratoren woonden wel een tijdlang in het Gooi. Tjeerd Bottema, Rie Cramer, Eppo Doeve, Pol Dom. het echtpaar Eelco ten Harmsen van der Beek en Freddie Langeler, Wam Heskes, Jan Lutz, Jan Rinke, Jan Sluijters, om een aantal te noemen, werkten allemaal voor diverse auteurs van deze tentoonstelling. Daarom is op de tentoonstelling ook aandacht besteed aan een aantal van hen.

Onlosmakelijk verbonden aan Jan Feith is Willy Sluiter. Henk Bamard werkt samen met zijn vrouw Reintje Venema, evenals Imme Dros met Harry Geelen. Bekend is de coproductie van moeder en dochter Rita en Marit Törnqvist. En ook Marten Toonder (1912) kunnen we tot de Gooiers rekenen: hij en Phiny Dick woonden van 1954 tot 1965 (vertrek naar Ierland) in Blaricum.