Skip to main content

Contactblad Historische Kring Bussum 14/1 (mei 1998) pag. 27-28


Historisch onderzoek

Gerard Langemeijer

Klik hier voor de pdf-versie van dit artikel.

Op de contactavond van donderdag 13 november 1997 hield de heer L.J. de Beer een zeer interessante lezing over oud-Bussumse familienamen. Het aantal belangstellenden viel wat tegen, maar had het voordeel dat we met z'n allen rond twee aan elkaar geschoven tafels konden gaan zitten. Het werd daardoor zo'n beetje een ronde-tafelgesprek en erg gezellig.

De heer de Beer had wel een koffertje met gegevens bij zich maar aan de inhoud daarvan kwamen we niet toe. Het punt dat vooral aan de orde kwam was:
WAAR HAAL JE DE GEGEVENS VANDAAN? Een duik in de historie betekent bronnen opsporen. De problemen die men daarbij ontmoet zijn legio en onvoorspelbaar. In oude families komen enorm veel op elkaar lijkende roepnamen voor: Piet van Jan's zoon en Jan van Piet's zoon. Hoe dieper je graaft in de familiestambomen, hoe moeilijker het schrift te lezen valt en men opbotst tegen oud-Nederlands schrift. Je moet dan wel even een cursus gaan volgen om dat te kunnen lezen. Problemen kom je tegen in de kerkelijke registers mede ook door de godsdienststrijd van vroeger. Wie mocht wel en wie niet een doop of huwelijk registreren. Dan kwam de levensgrote vraag welke archieven bevatten namen van oud-Bussumers. De belastingdienst bijvoorbeeld, de brandweer, de politie? Uiteraard ook de gemeentelijke archieven. Is er ook in Rijksarchieven wat te vinden en bij de Nederlandse Genealogische Vereniging ?

Als je over al die dingen nadenkt, begrijp je wel dat je een bepaalde instelling moet hebben om op onderzoekpad te gaan. Het bracht mij ertoe eens na te gaan welk soort gegevens wij in onze kring hebben en dat viel niet eens tegen! Zo heeft mevrouw Guus Renes-Alten jarenlang een schoenendoos beheerd die zij volstopte met de meest uiteenlopende adresboeken, naamlijsten enz. Precies weet ik het niet, want je mocht niet aan die doos komen. Die was haar heilig en ze had nog gelijk ook, want als iemand toch eens stiekem in die doos keek en ging snuffelen dan was het spoedig een zootje. Zelf ben ik er altijd voorstander van geweest te gaan verzamelen per onderwerp voor zover dat mogelijk was. Dus niet alle scholen in een ordner, maar per ordner een school met daarin dan ook alles: krantenknipsels, foto's, brochures, oude schoolbladen enz.

Dit alles vertel ik uitvoerig omdat het niet zo eenvoudig was om in ons archief op één plek gegevens te vinden over oud-Bussumse namen. Die gegevens waren wel aanwezig maar verspreid en onlogisch was dat ook weer niet. Aan de hand van gegevens die ik zelf bezit heb ik een ordner gemaakt met de titel: 'Familienamen oud-Bussumers' en daarin worden 11 bronnen getoond. Die ordner krijgt de Kring.

Er is echter nog iets dat misschien voor veel Bussumers van belang is en dat is de vraag waar woonde men? Bekend is dat de oude huisnummers rond 1808 en 1893 niets zeggen, zeker die van 1808 niet want er worden geen straatnamen vermeld. Toch is er een redelijke kans, ondanks het feit dat de huisnummers niet deugen via het kadaster de plek op te sporen waar een oud-Bussumer gewoond heeft. Het materiaal daarvoor nodig heb ik al jaren geleden aan de Kring geschonken. Het is monikkenwerk geweest en maanden werk. De Kring kreeg de kadastrale kaarten van 1824 sectie A en B en de namen van de eigenaren van de grond, van de huizen, water, bos enz. rond 1832 zowel op volgorde van kadastrale nummering als alfabetisch op naam eigenaar.

De lezing van de heer Beer was de aanleiding om eens wat dieper op de materie historisch onderzoek in te gaan. Wil een Historische Kring blijven bestaan dan moet er gewerkt worden, moet men echt onderzoek verrichten. Er is niets op tegen dat er af en toe een wat lekker leesbaar interview in ons historisch blad staat, maar dat is natuurlijk niet de basis waarop onze Kring kan blijven draaien. Er is echt veel, ja zelfs bijzonder veel, in ons archief aanwezig aan bruikbaar materiaal voor een historisch onderzoek. In 8 ordners, geselecteerd per onderwerp, kunt u brieven vinden die bij de gemeente binnenkwamen in de periode 1817-1887. Het gaat hierbij om 4 à 5 honderd brieven, misschien zelfs meer. Eén opmerking nog: historisch onderzoek is echt heel leuk om te doen. U zult er veel plezier aan beleven.